Liedtekstschrijver en componist Stephen Sondheim en regisseur Harold Prince hadden verschillende redenen om van Christopher Bonds melodrama Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street een musical te maken. Voor Prince lag de fascinatie in een verhaal waarin mensen elkaar vermoorden en tot pasteien bewerken om hogerop te komen. (meer…)
Op YouTube staat een ontroerend filmpje waarin Stephen Sondheim een student probeert te leren hoe hij ‘My Friends’ uit zijn musical Sweeney Todd moet zingen. ‘My Friends’ is de song waarin Todd een waanzinnige moordenaar wordt. Maar de student is een mooie jongen in een lila Lacoste-polo. Hij blijft ‘My Friends’ mooi en lieflijk zingen. Ik denk dat Sondheim zich heel wat beter zou kunnen vinden in de Sweeney Todd van regisseur Koen van Dijk, die maandag in première ging in Het Zonnehuis in Amsterdam-Noord.
Sweeney Todd is ‘de bloedkapper van Fleet Street’, die zijn klanten met zijn kappersscheermes de keel afsnijdt. Zijn handlanger Mrs Lovett verwerkt de overledenen tot vulling voor haar vleespasteitjes. Het verhaal is way over the top, zoals Sondheim grif toegeeft in een ander YouTube-filmpje. Continue muziek is de enige manier om Todd geloofwaardig te maken voor het publiek, zegt hij. En Todd wérd geloofwaardig, want de muziek, en het samenspel van muziek en tekst, zijn werkelijk geniaal.
Koen van Dijk laat die muziek niet spelen door het gebruikelijke orkest, maar door een band van vier muzikanten. Om de productiekosten zo laag mogelijk te houden? Het doet er niet toe. Het resultaat is fantastisch. De reductie tot een kwartet brengt geen verarming, integendeel. Zij maakt Sondheims complexe muziek eerder transparanter. En Marco Braam en zijn drie medemuzikanten spelen geweldig, zowel individueel als in hun samenspel met elkaar en met de zangers. Hooguit moeten Braam en Van Dijk nog wat sleutelen aan de versterking. Van waar ik zat, op de vierde rij, klonk de muziek soms teveel als een muur van geluid, die de zangers overstemde.
De akoestiek van de speelplek zal ook wel lastig zijn. Het Zonnehuis in Amsterdam-Noord is het gerestaureerde voormalige gemeenschapshuis uit 1932 voor de arbeiders van de toenmalige NDSM-scheepswerf, ontworpen en gebouwd volgens de stijl van de Amsterdamse School. Een heel mooi pand, midden in een idyllische woonwijk. Sweeney Todd speelt in de negentiende eeuwse Londense haven, aan het begin van de wrede industriële revolutie.
Het verhaal past ‘goed in ons eigen Amsterdam-Noord met haar rijke havenverleden en strijdbare historie’, schrijft producent Maarten Voogel in zijn voorwoord in het programmaboekje. Van Dijk en Voogel refereren aan dat verleden door trouw te blijven aan de eerste uitvoering uit 1979. De zangers zijn gekleed en opgemaakt als havenvolk uit Victoriaans Londen, en Sweeney’s kappersstoel staat bovenop de oven, zodat hij zijn slachtoffers met één simpele handbeweging in de pasteifabriek kan dumpen. De tekst wordt in het Nederlands gezongen, in een vertaling die Van Dijk zelf heeft gemaakt, in tegenstelling tot de Engelse versie van de Nederlandse Reisopera uit 2014.
Hoe mooi Het Zonnehuis ook is, als theater heeft het zijn beperkingen. De lijst op het podium is hooguit zes meter breed. De band speelt meestal ver achter de lijst, tegen de achterwand aan. In Sweeney zwermt het van de personages en de groepsscènes. Waar laat je die allemaal, op zo’n bescheiden podium? Van Dijk heeft het opgelost door zijn zangers-spelers letterlijk een uitweg te bieden, via loopplanken die in een rechthoek door de zaal lopen. Eén keer leggen zij een compleet rondje af. Dat werkt goed. Sweeney, bomvol actie, muziek, zang, gaat erdoor ademen. De toeschouwers krijgen er lichte nekkramp door, wanneer zij de zangers proberen te volgen – een geestig gezicht trouwens – , maar dat hebben zij er graag voor over.
Want de cast brengt het rijke materiaal strak, en in een straf tempo. Ze zingen en acteren met verve, de energie en het plezier spatten van de planken. Voor mij was Vera Mann als Mrs Lovett de ster van de avond. Zij durft het meest te spelen met tekst en muziek. Maar René van Kooten is ook heel goed als Sweeney Todd. Deze uitvoering is een hecht en harmonieus geheel zonder echt zwakke plekken. De groepsnummers bijvoorbeeld klinken als een klok.
Hier geen lieve mooie jongens in lila polo’s. Van Dijks Sweeney Todd klinkt en oogt zoals het hoort. Wrang, vol zwarte humor. Bertolt Brecht in de vijfde versnelling. Het resultaat is een kloeke, aanstekelijke theateravond. Hopelijk trekt hij ook de omwonenden van Het Zonnehuis die nog herinneringen hebben aan de NDSM-tijd.
Foto: Bob Bronshoff