In een pagina’s lange beschouwing in het september-nummer van Theatermaker (Zonder twijfel geen groei) houden Guy Weizman, artistiek leider van NNT en Club Guy & Roni, en zijn dramaturg Robbert van Heuven een pleidooi voor het zoeken naar wegen om nieuw publiek te bereiken. (meer…)
In zijn samenwerking met de dansers van ICKamsterdam slaagt Jakop Ahlbom er onvoldoende in om zich buiten zijn comfortzone te begeven. Het levert een frustrerende en inerte performance op die continu met zichzelf in gevecht is.
It probably seemed like a good idea at the time. Emio Greco en Pieter C. Scholten hadden besloten hun tijd te gaan verdelen tussen het door hen opgerichte dansgezelschap ICKamsterdam en het Ballet National De Marseille. Aangezien zij niet over de bovennatuurlijke krachten van Johan Simons beschikten kon hun eerdere beslissing om gastkunstenaars met hun Amsterdamse ensemble te laten werken ertoe dienen om hun eigen afwezigheid enigszins te compenseren. Naast choreografen als Nicole Beutler en Robin Orlyn stond ook Jakop Ahlbom, de theatermaker die in Nederland met zijn technische vernuft en verbeeldingskracht al enige tijd hoge ogen gooide, in de planning.
In de praktijk blijkt het echter geen gelukkig huwelijk. Swan Lake is een duidelijk voorbeeld geworden van een maker en een ploeg die er onderling niet zijn uitgekomen, een aaneenschakeling van scènes en visuele vondsten die inhoudelijke lading, individuele kwaliteit noch onderlinge verbintenis hebben. De elementen van de voorstelling zitten elkaar continu in de weg en komen nergens op een harmonieuze manier samen. Hoe kon deze samenwerking zo mislopen?
Het vermoeden rijst gedurende de voorstelling dat het in de eerste plaats een geval van miscommunicatie is geweest. De dansers van ICK worden vanwege de beperkte choreografische ervaring van Ahlbom onvoldoende uitgedaagd en komen eerder in de rol van mimespelers terecht, een vak dat ze vanzelfsprekend niet beheersen. Door hun perfecte, klassieke lichaamsbeheersing worden ze nooit personages van vlees en bloed, wat de chemie tussen de prins, de witte zwaan en de zwarte zwaan die Ahlbom nastreeft flink in de weg zit. Het drama blijft inert terwijl de basale, rakelings langs showballet scherende choreografie ook niet bekoort.
Naast de fatale botsing tussen mime en dans lijkt het er ook sterk op dat het bij Ahlbom aan inhoudelijke noodzaak ontbreekt om juist het verhaal van Het zwanenmeer te vertellen. Hoewel hij flink aan het verhaal heeft gesleuteld wordt het nergens duidelijk waarom hij door het sprookje gefascineerd is geraakt. De dualiteit van zwarte zwaan en witte zwaan, die door hem centraal wordt gesteld, wordt onvoldoende uitgewerkt ten faveure van eindeloze scènes waarin inhoudelijk feitelijk niets gebeurt dan het spel van aantrekken en afstoten in de centrale driehoeksrelatie.
Zelfs Ahlboms unique selling point, zijn gebruik van illusionisme als theatraal element, komt in Swan Lake niet uit de verf. In zijn beste voorstellingen (zoals het schitterende Lebensraum) staat Ahlboms voorliefde voor trucs ten dienste van de wereld die hij op scène oproept, en gaan inhoud en vorm zo hand in hand. Hier is in Swan Lake nauwelijks sprake van, en het gebruik van visuele gimmicks voelt dientengevolge als een verplicht nummer. Waarom wordt de prins getrakteerd op een circusshow met messenwerpers? Omdat het nu eenmaal een voorstelling van Jakop Ahlbom is.
Voeg daarbij een bak geluid van Alamo Race Track, die met hun progrockversie van de composities van Tsjaikovski bijna iedere scène dichtplamuren, en je hebt een vertwijfelende multidisciplinaire ervaring waarover geen enkele interne communicatie lijkt te zijn geweest. Dit is niet in de laatste plaats te verwijten aan de artistieke leiders van ICK, die door tegelijkertijd leiding te geven aan twee gezelschappen duidelijk veel te weinig artistieke ondersteuning of begeleiding aan Ahlbom hebben kunnen bieden. Het wordt misschien tijd om een nationale actie tegen de hubris van oude rotten in het podiumkunstenlandschap op te zetten.
Foto: Alwin Poiona
Wat een boel informatie die er volgens mij niet toe doet in een recensie. Ik wist dit allemaal niet toen ik de voorstelling zag en heb gewoon een leuke avond gehad! Omdat ik geraakt werd door deze vreemde wereld die Jacob schept, niet constant op het puntje van mijn stoel maar toch verwonderd. Moedig dit aan. I.p.v. zure inside bla bla als recensie te schrijven.
Marijn, wat een rare conclusie. Ik heb de voorstelling nog niet gezien, en ik snap je kritiekpunt op zich, maar wat bedoel je met het slot van je recensie? Wat bedoel je met: ”Een nationale actie tegen de hubris (?) van oude rotten in het podiumkunstenlandschap”??. Moeten Van Hove, Simons, Boermans, Scholten en Greco oprotten?
Ietsje minder extra banen en nevenfuncties snap ik, maar een nationale actie?
Het lijkt er op dat de recensent zijn ene of andere gram wil halen, ten koste van het schrijven van een passende afgewogen recensie. Zou ik recensies recenseren dan gaf ik deze recensie een mager half sterretje.
En dit is geen hubris? Bijna net zoveel functies als Johan Simons.Marijn Lems (1979) werkt
als programmeur podiumkunsten bij Theater De NWE Vorst in Tilburg, Kunstencentrum STUK in Leuven, Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam en Festival Something Raw. Naast theater en dans besteedt hij veel tijd aan films, games en tv-series. Hij beschouwt zijn eindejaarslijstjes op Facebook als zijn belangrijkste bijdrage aan de mensheid. Voor Theaterkrant.nl schrijft hij over toneel en performance.
@Hein Janssen: Natuurlijk moeten ze niet oprotten, maar de wildgroei aan nevenfuncties mag toch wel eens flink worden tegengegaan vind ik. Niet alleen staat dat de fatsoenlijke uitoefening van iedere individuele baan in de weg, ook is het een probleem voor de diversiteit in het veld als belangrijke posities door steeds dezelfde mensen worden uitgeoefend.
@Gijs de Lange: Ha ha ha, wel als ik al die functies tegelijkertijd zou doen ja! Je ben bij de eerste zin echter de cruciale verleden tijd vergeten te kopiëren: ik *werkte* als programmeur op al die plekken, maar nooit simultaan.
Ik ben het met Annemarie eens. Gelukkig had ik deze recensies niet gelezen, ben onbevooroordeeld naar de voorstelling in de Lawei in Drachten gegaan en heb daar een mooie voorstelling gezien. Inderdaad wonderlijk, surrealistisch, sinister, ontroerend en ook humoristisch met mooie muziek van Alamo Race Track. Helaas speelde het gezelschap voor een hele lege zaal…. misschien door dit soort recensies? Jammer.
Vanavond de voorstelling gezien in Groningen, dus achteraf deze recensie gelezen. Ben een groot fan van Jakob Ahlbom en het was mijn eerste kennismaking met ICKamsterdam.
Niets van deze woorden beschrijven wat ik bij deze voorstelling voelde, in het theater neem je jezelf mee, de gemoedsstemming waarin je verkeert, dan kan het mogelijk anders uitpakken.
Ik heb volop genoten van de dansers en de schitterende begeleiding van Alamo Race Track!
Opnieuw opende Ahlbom inzichten en deuren naar een ongekend gebied, wat toch onmiskenbaar zijn signatuur droeg, ik heb een heerlijke avond gehad!