In een pagina’s lange beschouwing in het september-nummer van Theatermaker (Zonder twijfel geen groei) houden Guy Weizman, artistiek leider van NNT en Club Guy & Roni, en zijn dramaturg Robbert van Heuven een pleidooi voor het zoeken naar wegen om nieuw publiek te bereiken. (meer…)
De bewerking die Stijn Celis in 2006 maakte van Het zwanenmeer was niet bedoeld voor kinderen. Roel Voorintholt, artistiek directeur van Introdans, meende dat Celis’ kijk op het Ballet der Balletten wel degelijk geschikt is ‘voor de hele familie’. Uitverkochte zalen en opgetogen reacties van jong en oud lijken hem gelijk te geven.
In klassieke versies van Het zwanenmeer zijn de paleisdecors groots en glimmend, terwijl de zwanen zich ophouden in een natuur vol levensechte rotsformaties en achterdoeken met pastorale vergezichten. In de versie van Stijn Celis is het paleis teruggebracht tot een opblaasbed met kasteeltorens en een opblaasrots met een opgezet hert. Nog meer (milieuvriendelijk vervoerbare) opblaasrotsen vormen de habitat van de zwanen.
De Belgische choreograaf permitteerde zich nog veel meer ingrepen. Zo zijn er wel flink wat tutu’s te bewonderen, maar wordt er niet op spitzen gedanst. Ten opzichte van de populaire enscenering van Marius Petipa en Lev Ivanov uit 1895 is het ballet drastisch ingekort, van vier aktes naar twee. Balletafficionado’s zullen er van gruwen, maar het schrappen van die ellenlange eerste akte waarin de verjaardag van prins Siegfried wordt gevierd is absoluut een vooruitgang. Het door elkaar husselen van Tsjaikovski’s beroemde muziek, met fragmenten uit alle vier de akten, pakt eigenlijk ook best goed uit.
Interessant is de verschuiving van de verhaalfocus. Waar het negentiende-eeuwse balletsprookje zich zwelgend omwentelde in de gedoemde liefde tussen prins Siegfried en de in zwanengedaante omgetoverde jong vrouw Odette, daar staat in Swan Lake de onafhankelijkheidsdrang van de jonge prins voorop. Natuurlijk wordt Siegfried ook in deze versie verliefd op Odette, maar vooral omdat zij de vrijheid belichaamt waar hij naar snakt.
Vóór Siegfrieds ontmoeting met Odette zien we hoe zijn dominante moeder hem emotioneel in de tang neemt. Manipulatief probeert de koningin haar troonopvolger aan een vrouw te helpen. Komisch is de scène waarin vier prinsessen worden ingevlogen, om na hun entree via een roetsjbaan verwoede pogingen te doen om de prins het hof te maken. Tevergeefs, want Siegfried heeft er geen zin in. De machtsstrijd tussen moeder en zoon komt in de choreografie tot uiting in verwrongen lichaamstaal: stijf autoritair bij de koningin, slungelig rebels bij de prins. Leuk bedacht, maar op een gegeven moment zien we in deze relatie te veel herhalingen van zetten.
Tegenover het psychologische steekspel tussen moeder en zoon komt de Siegfried-Odette-lijn er een beetje bekaaid vanaf. Vooral de scène waarin zwarte zwaan Odille de prins bedriegt door hem te laten geloven dat zij Odette is, komt niet uit de verf als de dramatische sleutelscène die het wel is in de oerversie. Het kwade genius achter al dit bedrog, de op macht beluste tovenaar Roodbaard, zwiert theatraal tussen de scènes door, maar blijkt uiteindelijk ook niet de meestermanipulator die hij wil zijn.
Ietwat halfslachtig is ook de keus van Celis om een deel van de zwanen te laten dansen door mannen. In Matthew Bournes populaire Swan Lake (1995) waren alle zwanen mannelijk, wat volgens hem beter paste bij het natuurlijk gedrag van deze dieren, terwijl de worsteling van prins Siegfried hierdoor het karakter kreeg van een coming-out. En ook al zette Introdans een man in tutu op het affiche, veel meer dan een gimmick zijn die mannenzwanen niet, in dit geval.
Bij alle kanttekeningen die je kunt plaatsen bij Celis’ keuzes is deze Swan Lake wel erg levendig. De kostuums zijn kleurrijk en feestelijk, de conventies van de klassieke ballettaal worden humoristisch ondermijnd en de bewegingen van de zwanen zijn intrigerend: eerder dierlijk grillig dan romantisch sierlijk. Voor de meeste kinderen – en misschien ook hun volwassen meekijkers – zal dit het eerste Zwanenmeer zijn. Voor hen zal de geschiedenis van het ballet er nauwelijks toe doen. De vakkundige danspromotoren van Introdans doen er bovendien alles aan om de voorstelling zo toegankelijk mogelijk te maken. In een achter-de-schermen-filmpje introduceren drie dansers een aantal personages en kostuums, terwijl ze ook het verhaal alvast een beetje uitleggen. Op een uitvouwposter en online is nog meer informatie te vinden en rond de voorstelling zelf is er een interactief programma onder de noemer Experium.
Foto: Hans Gerritsen