In de trailervoorstelling Supertramp staat de zoektocht naar een verdwenen broer centraal. Het stuk wordt tot hoog niveau getild door het samenspel tussen drummer Yonga Sun en acteur Rabbi Jallo.

In het duister van de trailer zet de drummer een ritme in. Steeds sneller gaat het, en naarmate hij het tempo opvoert, gaan de lichten aan de wand een voor een aan – we zien een acteur aan de zijkant van het oplopende podium zitten. Hij voegt zich bij de drummer, die zo plotseling en hard een cymbaal aanslaat dat het publiek, gehypnotiseerd door het ritme, ervan opschrikt. Zonder dat de percussie ooit stopt vallen acteur en drummer samen in het ritme in: ‘Dit is het verhaal van onze broer: Su-per-tramp.’

Het begin van het gelijknamige stuk, de nieuwste trailervoorstelling van Theater Sonnevanck en Theater Oostpool, zet meteen goed neer wat ons de komende vijftig minuten te wachten staat: een sublieme samenkomst tussen percussie en spel. Drummer Yonga Sun en acteur Rabbi Jallo opereren samen als een jazzduo: continu in verbinding met elkaar, alsof ze, allebei met hun eigen ‘instrument’, samen ademen.

Dat levert een voorstelling op die sterk doet denken aan films als Punch-drunk love of Birdman or (the unexpected virtue of ignorance), waarin constante percussie de kijkers eveneens tot een fysieke staat van empathie voor het hoofdpersonage bracht. (En dan helpt de magie van live kunst hier ook nog een handje mee: bij een verstild moment zorgt een windvlaag ervoor dat er een lading eikeltjes op het dak van de trailer valt, zó complementair aan de drumsolo’s dat ik heel even dacht dat het erbij hoorde).

Sun en Jallo spelen broers, die samen op zoek gaan naar hun jongere broertje Chris, die na zijn eindexamen plotseling is verdwenen. Jallo neemt ons in de rol van een van de broers mee in zijn zoektocht. Als hij in eerste instantie bij zijn ouders polshoogte gaat nemen, ontstaat het beeld van een verstikkende gezinssituatie, met een afwezige, autoritaire vader, een chronisch depressieve moeder en de parentificatie van de arme Chris, die de zorg voor zijn moeder in de schoenen geschoven kreeg. Geen wonder dat hij daaraan wilde ontsnappen en zijn eigen naam inruilde voor de geuzennaam Supertramp – maar dat maakt de pijn en het schuldgevoel van de achtergebleven broers er niet minder op.

Het prachtige script van Lisanne van Aert ontvouwt zich als een soort stationaire roadmovie: in zijn zoektocht gaat Jallo langs bij de politie, bij een bemoeizuchtige buurvrouw en bij de klasgenoten van Chris, en zet ze allemaal met een mooi gevoel voor typematigheid neer. Vooral het bezoek aan Chris’ school is een tour-de-force: op het opzwepende ritme van Sun wisselt de acteur iedere paar seconden van personage en ontstaat een scherp beeld van hoe een gemeenschap op een verdwijning reageert, van onverschillig tot dramatisch. Regisseur Mart van Berckel, componist Tijn Wybenga en de spelers zijn er uitstekend in geslaagd om de hele tekst in een muzikaal ritme te plaatsen, die toch genoeg ruimte laat voor gedetailleerd spel.

De vormgeving van Vera Selhorst bereikt hetzelfde hoge niveau als de andere theatrale elementen. De reeks led-buizen verandert van kleur en intensiteit en brengt zo op cruciale momenten schakeringen aan in de gemoedstoestand van het hoofdpersonage. De omgeving van de nieuwe theatertruck van Oostpool en Sonnevanck, die ruimte biedt aan een groter publiek maar niet zijn intimiteit is verloren, doet de rest.

Het mooie aan Supertramp is eigenlijk dat het twee coming-of-age-verhalen in één betreft: de zelfbevrijding van Chris, en het rouwproces van zijn broer(s). Jallo moet uiteindelijk Chris durven los te laten, maar gaat daarvoor door een scala van herkenbare emoties: schaamte, zelfkritiek, woede, eenzaamheid. Zijn kleine broertje leert hém uiteindelijk een belangrijke les over zijn eigen, onvoltooide ontvoogdingsproces, en de cast en crew van Supertramp maken iedere stap van die emotionele reis met hun nooit aflatende gevoel voor ritme fysiek voelbaar.

Foto: Sanne Peper