Na anderhalf jaar coronavertraging is de megalomane Iliasbewerking van Noël Fischer bij HNTJong eindelijk te zien. De marathonvoorstelling verzandt na een adembenemend fris eerste bedrijf in een stroperig gevecht tussen traditie en vernieuwing, maar weet zichzelf met de sterke slotakte uit het moeras te trekken. (meer…)
Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten tussen Nederlanders en Japanners? In Superposition is een team wiskundigen uit Nederland en Japan al heel ver met het ontdekken van een formule waarmee cultuurverschillen kunnen worden verklaard. Hun onderzoek leidt tot een geestige clash der culturen: de potentiële misverstanden blijken groter dan de theorie voor mogelijk houdt.
De voorstelling begint met de kennismaking: Finn (Bram Suijker), de Nederlandse wiskundige, schudt langdurig de hand van zijn Japanse collega Madoko (Rino Daidoji): ‘Hello. How are you? I’m doing fine.’ Intussen horen we de collega’s in hun eigen taal commentaar leveren: niet te lang die hand schudden, niet buigen, niet de tanden bloot grijnzen maar een bescheiden glimlach. In een notendop herkennen we het ongemak dat gepaard gaat met formele ontmoetingen en hoeveel er wel niet mis kan gaan in de verbale én non-verbale communicatie.
Het is een origineel uitgangspunt dat Vanja Rukavina, acteur bij Het Nationale Theater, koos voor zijn debuut bij Toneelschuur Producties. Al eerder maakte hij een aantal voorstellingen waarin hij blijk gaf van zijn fascinatie voor taal en communicatie, zoals in Language (2019), een solo over hoe het leren van een vreemde taal je identiteit kan veranderen.
In Superposition gaat hij verder met dat onderzoek: de voorstelling is gemaakt in het Nederlands, Japans en Engels; onderling spreken de wiskundigen doorgaans Engels, al doen ze ook hun best om elkaar af en toe in de taal van de ander tegemoet te treden en zijn er voortdurend terzijdes in de eigen taal. Alles wordt overigens in drie talen boventiteld en dat werkt uitstekend.
Vooral het begin is af en toe hilarisch, een soort Lost in Translation maar dan in het kwadraat of eigenlijk in het viervoudige want tussen twee mensen uit dezelfde cultuur kan er al veel misgaan maar tussen vier mensen uit zulke uiteenlopende culturen als Nederland en Japan, is het aantal mogelijke misverstanden en (in de loop van de tijd ook veranderende) posities schier oneindig.
Zo blijken de verschillen niet alleen te maken te hebben met de taal en andere gebruiken, maar ook met generaties (de prof en de nieuwkomer) en de kloof tussen man en vrouw (opvallend genoeg zijn drie van de wiskundigen vrouw), tussen hetero- en homoseksueel, tussen strenge wiskundigen die wiskunde zien als een vorm van hogere kunst en anderen die de wiskunde willen gebruiken uit idealistische overwegingen: door het verklaren van cultuurverschillen, zou je van de wereld een betere plaats kunnen maken.
Rukavina speelt een slim spel met de mogelijke ‘bondjes’: nu eens zijn de twee landgenoten het met elkaar eens, maar vaker blijken de tegenstellingen juist dwars door de culturen heen te lopen. Uiteraard speelt ook de liefde een rol: er wordt gesuggereerd dat Cecile (Keja Klaasje Kwestro) en Madoka een affaire hebben gehad. En er is een prachtige scène waarin Finn Shihoko (Mizuki Kondo) vraagt of hij haar, heel even maar, in het Nederlands mag toespreken; hij durft zijn gevoelens niet hardop uit te spreken in het Engels.
Het is een ontroerende liefdesverklaring, geweldig gespeeld door Bram Suijker die met zijn ontwijkende blik, hangende schouders en sjokkende gang een heerlijke nerd neerzet. Later wordt zijn liefde, niet minder virtuoos, beantwoord door Shihoko die eerst, ook in haar eigen taal, het voor hem nog altijd onverstaanbare Japans, getuigt van haar liefde voor hem en daarna een briefje voorleest in hakkelend Nederlands waarin ze zegt dat ze ‘tegelijk wel en niet bij hem wil zijn’.
Tegelijkertijd iets wel en niet willen, tegelijkertijd iets zijn en niet zijn, to be or not to be, dat is de oeroude vraag. Dat geldt bij uitstek voor een toneelspeler die per definitie in de huid van een ander kruipt, maar natuurlijk ook zichzelf blijft. Superposition gaat over paradoxen en onmogelijke tegenstellingen: iets dat tegelijkertijd waar en niet waar is.
Een ‘superpositie’ is een begrip uit de kwantummechanica, waarbij het gaat om hele kleine deeltjes die tegelijkertijd ergens wel en niet kunnen zijn. Kan je dat begrip gebruiken voor de communicatie tussen mensen, tussen culturen? Steeds verder en dieper gaat het in de voorstelling over deze kwestie, steeds duidelijk wordt ook dat de zoektocht leidt tot een Babylonische spraakverwarring.
De chaos wordt compleet als de spelers elkaars identiteit overnemen en een aantal van de beginscènes, waaronder die kennismaking, opnieuw spelen, maar nu in elkaars kleren en met elkaars pruiken op. Het leidt tot een duizelingwekkende exercitie van opstapelende misverstanden, die sterk doen denken aan die in Freaky Friday Face Off trouwens, de recente voorstelling van De Warme Winkel, waarin de spelers ook letterlijk proberen zich te verplaatsen in de ander door hun identiteit over te nemen.
Superposition is een humoristische voorstelling, vol geestige taalgrappen- en grollen – ‘all craziness on a stick’ –, maar laat vooral zien wat we eigenlijk al weten: de mogelijkheden tot miscommunicatie zijn legio. De complexiteit van de mens en die van de interactie tussen mensen, al dan niet uit een andere cultuur, is voorlopig niet in een wiskundige formule te vatten.
Foto: Sanne Peper