Ulrike Quade wint de Wim Meilinkprijs, de tweejaarlijkse oeuvreprijs van de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel. Pluch Venema en Noufri Bachdim, die samen Studio Figur oprichtten, winnen de Ruth van der Steenhovenprijs, een aanmoedigingsprijs voor jonge of beginnende poppenspelers. (meer…)
We zien een zwart-witfoto van twee mannen. De een kust de ander op de wang. Hij kijkt uitdagend in de camera. Dit mag eigenlijk niet, lijkt hij te zeggen, en toch doen we het. In fotostudio Shehrazade konden Libanese mannen hun verborgen verlangens discreet laten fotograferen. Gorges Ocloo en Haider Al Timini lieten zich inspireren door die vrijplaats. In Studio Shehrazade schoppen ze tegen het westerse, heteronormatieve ideaal van mannelijkheid en zetten er een queer alternatief tegenover: geen Messias, maar omniseksuele Djinns en de veelpotige spin Anansi.
In een witte studio imiteren Ocloo en Al Timini de geprojecteerde foto van de twee kussende mannen. Vervolgens bevragen ze – in Love Actually stijl – onze directe veronderstellingen. Op kartonnen borden lezen wij vragen als ‘Denk jij dat we homoseksueel zijn?’ en ‘Denk jij dat we verliefd op elkaar zijn?’ Ik betrap mezelf erop dat ik hen – of de personages die ze spelen – al in een paar seconden in een hokje heb geplaatst. Als de twee mannen vervolgens letterlijk en figuurlijk uit hun frame stappen, wordt de inzet helder: deze performance gaat over homoseksualiteit, maar vooral over een systeem dat homoseksualiteit als aparte identiteit bestempelt.
Even later volgt een tweede foto, ditmaal van twee mannen in bruidskleding. Al Timini doet een bruidsluier om, de foto wordt nauwkeurig nagebootst en de twee mannen vragen en antwoorden elkaar over het huwelijk. Er ontvouwt zich een Disneyverhaaltje waarin twee mensen onder een dak wonen en alle problemen magisch oplossen met de liefde voor elkaar. Eenmaal uit de studio vraagt Ocloo zich af waarom het nucleaire gezin nog steeds als ideaalbeeld geldt. Het zijn westerse kolonisten geweest die dat ideaal – en de schaduwkant van homofobie – hebben opgebouwd en in stand gehouden. Homoseksualiteit is niet door het westen naar Afrika gebracht, zo vertelt Ocloo als zijn alter-ego Anansi, maar homofobie wel.
Ocloo en Al Timini putten ieder uit de religie van hun vaderland om een tegengeluid te geven. Tegenover de 1+1=2 logica van het westerse gezin zet Ocloo Anansi, de anarchistische spin die met zijn vele poten een symbool is voor pluriformiteit en polyamorie. De van oorsprong Irakese Al Timini vertelt over de Djinns: geen blauwe Will Smiths, maar magische wezens die qua seksualiteit geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen. Het is volgens Al Timini een ongefundeerde interpretatie van de Koran geweest die de strenge gendernormen in de Arabische wereld tot stand hebben gebracht. Maar wat vandaag de waarheid is, kan morgen een leugen zijn.
Met dat terugkerende motto breken de twee mannen traditionele noties van mannelijkheid open. Een foto van een geblinddoekte man en twee gemaskeerde strijders ontvouwt zich tot twee verrassend intieme duetten. Voordat Al Timini een blinddoek pakt en het slachtoffer speelt, wordt hij door Ocloo ondersteund in een dans: eerst instrumentaal, en vervolgens fysiek. Als beide mannen de daders spelen, ontstaat er een sensuele contactimprovisatie die contrasteert met de homofobie van hun karakters.
Ocloo transformeert in een androgyne dragqueen met hoge hakken, bokshandschoenen en een masker van een haan. Op het projectiescherm verschijnen Sylvia Rivera en Marsha P. Johnson: de twee voorvechtsters van homorechten in Amerika. Timini citeert een toespraak waarin Rivera de homo-gemeenschap op haar eigen privileges en transfobie wijst. Zelfs in een ogenschijnlijk tolerante gemeenschap worden degenen die verder van de norm verwijderd zijn nog steeds gemarginaliseerd.
De sterkste scène in Studio Shehrazade is een van de laatsten, waarin Ocloo en Timini als Anansi en Djinn met verwondering praten over de benauwde regels van westerse seksualiteit en het patriarchaat. De Djinn vertelt over zijn escapades en een teleurstellende one night stand met Sigmund Freud. Beiden lachen om het woord ‘wit’ dat wordt gebruikt om de in hun ogen roze mensen te beschrijven. Vreemd dat westerlingen hun identiteit bepalen door het gat waar ze ‘het in steken’ merkt Anansi op. Het onderstreept op speelse wijze het politieke potentieel van queerness: juist door een outsiders perspectief te geven op een systeem dat als vanzelfsprekend wordt gezien, wordt de kunstmatigheid van dat systeem duidelijk. Wat vandaag de waarheid is, zo herhaalt Ocloo nog eens, kan morgen zomaar een leugen zijn.
Foto: Bart Grietens