In een donkere zaal komt Davis Freeman op en zingt Tom Petty’s Southern accents, een prachtige song over afkomst en jeugdherinneringen. Het is een treffende introductie tot de vertelvoorstelling Do my mouth, waarin de in Brussel woonachtige Amerikaanse kunstenaar Freeman zichzelf van zijn meest persoonlijke en kwetsbare kant laat zien. (meer…)
Ze zijn visueel aantrekkelijk de voorstellingen van Lemi Ponifasio/MAU, maar ten alle tijden nemen ze ook een sterk politiek uitgangspunt in. In Stones in her mouth geeft hij het podium aan tien Maori-vrouwen. In een strak vormgegeven zwart-wit landschap bezingen zij hun positie met zelf geschreven liederen, abstracte bewegingen en rites.
Ze doemen op uit het donker, om er even later door opgeslorpt te worden. Hun kleding is zwart net als hun lippen en een enkele vrouw kijkt met wijd open ogen het publiek in. Handen wapperen sierlijk langs het lichaam, of bedekken het gezicht in unisonochoreografieën. Lemi Ponifasio (Samoa-eilanden) is vooral een virtuoos lichtkunstenaar, zijn beelden zijn altijd zwart-wit en hebben een sterk ceremonieel karakter. In zijn werk zoekt hij de wisselwerking tussen ruimte, geluid en licht. We zagen dat al in Birds with skymirrors, Tempest en The crimson house, poëtische maar ook kritische voorstellingen over het milieu, kolonialisme, institutioneel onrecht en de macht van een controlemaatschappij. Ze waren te zien tijdens verschillende edities van het Holland Festival. Stones in her mouth, gemaakt in 2013, was te zien in het kader van Julidans. Dat zal niemand verbazen, want Ponifasio’s werk kent een duidelijk zichtbare reflectie op het lichaam.
In Stones in her mouth bevraagt Ponifasio de huidige positie van de vrouw aan de hand van rites uit de Maori-cultuur, die aanmerkelijk meer respect heeft voor de vrouw dan de meeste andere culturen. In hun gezangen, geschreven door de vrouwen zelf en gebaseerd op verschillende bestaande liederen van de Maori, bezingen de vrouwen hun lot en hun levens. De meeste worden in koor gezongen, sommige solo en met een zichtbaar geladen emotie die bij Ponifasio vaak wordt ondersteund door de komst van kleur. Zo strooit een van de vrouwen halverwege de voorstelling oranje zand over de lichtbak voor op het podium, terwijl ze vol woede en luid schreeuwend zingt.
Het lichtspel dat Ponifasio creëert is sober en uitgekiend. Het bestaat uit horizontale en verticale lijnen en vlakken die verschuiven. De gladogende zwarte vloer is tevens spiegel. In het grid is geen enkele lamp te vinden, al het licht komt via een projectie op de vloer. Uiteraard zijn de vrouwen, net als alle performers in Ponifasio’s werk, in het zwart gekleed. Hun lippen zijn zwart en ook hun lange, zwarte haar krijgt een rol. Vaak is het strak opgeknot tegen het achterhoofd, zo nu en dan zoomt het licht in op de los wapperende bossen, zodat ook het haar van de vrouwen een landschap creëert.
Als leek van de Maori-cultuur ontgaat mij vermoedelijk veel betekenis, maar Ponifasio’s beelden staan ook op zichzelf. De elektronische soundscape is net zo high-tech als het licht. In verschillende scènes zwaaien de vrouwen met zwarte of witte Poi-ballen, het is een typische Maori-traditie waarin een gewichtje dat aan een koord hangt tegen het lichaam wordt gekaatst en verschillende ritmes creëert. Het ceremoniele karakter van Ponifasio’s voorstellingen eisen hun tijd op. Beelden uit eerder werk keren terug, zoals het met ruige rode strepen geverfde lichaam van een van de vrouwen, dat bruut door een felle lichtstreep wordt opgeslorpt. Magiër Ponifasio stript en deconstrueert de oude rites en geeft ze een hedendaagse jasje, het is poëzie van het zuiverste soort.
Foto: Zan Wimberley