‘Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral’, schreef Bertolt Brecht in 1928, en deze zin uit zijn Dreigroschenoper vat op meerdere niveaus de nieuwe voorstelling van Lotte Dunselman en Anna Schoen. Allereerst heel letterlijk: nadat het duo in Stel je bent een koe onze eetgewoontes – en met name de bio-industrie – tot onderwerp maakte, volgt nu De Moraalridder. Maar, zo stelt Dunselman het publiek aan het begin van de voorstelling ons gerust, ‘Het wordt vooral gezellig.’ (meer…)
Lotte en Anna willen ons iets vertellen. Of beter: ze willen ons iets door de strot duwen. Ongenuanceerd, zonder tegenspraak. In navolging van Morrissey zeggen ze: Meat is murder. Punt uit. En dat zullen ze ons inpeperen ook, tot in de gruwelijkste details uit slachthuizen en wantoestanden uit de bio-industrie. Agitprop die, waren er nu verkiezingen, zo mee zou kunnen met de PvdD-karavaan.
Lotte is Lotte Dunselman en Anna is Anna Schoen. Bij tgECHO maakten ze Stel je bent een koe, ingegeven door de gedachte dat het laf is om overdag op Facebook verontwaardigd te doen over dierenleed en ’s avonds gretig je tanden te zetten in een hamburger of aan te schuiven bij de buurtbarbecue. Het is een persoonlijke voorstelling, waarin de beide actrices elkaar aanspreken met hun echte voornaam. Dit onderwerp leent zich niet voor distantie blijkbaar. Je moet met de billen bloot.
Ook het publiek moet eraan geloven. We worden er direct bij het begin van de voorstelling heel subtiel ingeluisd. Anna verzoekt ons om onze ogen te sluiten om samen met haar het rijk van de verbeelding te betreden. Ze schetst in prachtige kleuren hoe de fantasie ons kan helpen de wereld mooier te zien dan ze is. Heel vilein, zoals later zal blijken, heeft ze dan al gezegd dat degenen die niet in staat zijn tot inbeelden psychopaten zijn, of ignoranten. Ontkenners.
Van de fraaie sprookjeswereld leidt Anna het publiek stap voor stap naar de wereld van de vleesindustrie. ‘Stel, je bent een vrouw en je staat in je blote billen in een hokje tussen allemaal andere vrouwen die ook allemaal in hun blote billen in een hokje staan.’ Mocht je nog even de illusie hebben dat we hier in het plaatselijke openluchtzwembad zijn, dan word je snel uit die droom geholpen. ‘Er komen mannen langs in de hokjes, ze stoppen via je achterkant een lang ding in je vagina met een flesje eraan en spuiten de inhoud van het flesje in je.’ Pats! Weg mooie zomerdag, welkom in de wereld van de doodgebeukte varkens, de gebroken enkels en de afgeknipte oren.
Stel je bent een koe is een serie performances voor twee vrouwen over één thema: vlees is moord. Sommige ronduit drammerig, andere virtuoos of aangrijpend. Maar allemaal zonder tegenstem en dat is jammer. Slechts een keer wordt voorzichtig geprobeerd iets min of meer filosofisch te zeggen over het verschil tussen mens en dier maar dat mag geen serieus debat heten. Daarvoor kun je beter bij Coetzee’s Dierenleven te rade waarin de hoofdpersoon, Elisabeth Costello, de vleesindustrie ook een moordindustrie vindt en zich moet verweren tegen rationele scherpzinnigheid van haar opponenten. De lezer kan zijn eigen standpunt bepalen.
Maar goed, ongenuanceerd of niet, de dames gaan er wel vol in en dat levert even prachtige als wrange scènes op. Zoals die waarin Lotte ruggelings en wijdbeens op de grond ligt en vertelt over de gruwelijkheden die varkens worden aangedaan. Ondertussen glijden er varkenssnuiten tussen haar dijen door die haar behoorlijk seksueel opwinden. Het wonderlijke gekir, de verwrongen lach en het lugubere verhaal leveren een scène op om niet snel te vergeten. Nogmaals: subtiel is het allemaal niet maar wel behoorlijk effectief.
De slotscène zou zelfs zo als autonome performance naar een kunstbiënnale kunnen. Lotte en Anna hangen aan hun voeten tussen de opengesneden varkenskarkassen aan een witte draaimolen. Hun vleeskleurige latexjurkjes zorgen ervoor dat ze één worden met de dieren om hen heen. De draaimolen draait langzaam zijn rondjes. Op de achtergrond grazen zes koeien. Er lijkt geen einde aan te komen…
Foto: Sanne Peper
Wow wat een verhaal