Pieter Bouwman was in 1992 het zevende lid van het Amsterdamse comedygezelschap Comedytrain. Na een paar jaar besefte hij dat hij niet voor het podium geboren was. Hij raakte verveeld als hij zijn materiaal meer dan tien keer moest herhalen. Maar de stand-upcomedian in Bouwman is nog niet verloren gegaan. (meer…)
Heeft Jan Decorte zijn langste tijd gehad? Waar hij jaren, let wel decennia, de podia van Vlaanderen en soms ook die van Nederland onveilig maakte met zijn eigenzinnige en rauwe interpretaties van de klassieken, valt hij in de voorstelling Stand Down terug op de hoogst persoonlijke vertellingen van een wildeman in ruste, met een fel spelend Black Box Revelation en de immer elegante Sigrid Vinks ter ondersteuning aan zijn zijde.
Maar Stand Down doet meer dan afstappen van de oude, punkachtige bravoure. In een soort sandwich van herhaalde gebaren – om en om treden de man, de band en de vrouw op – wordt de stoerheid langzaam ingewisseld voor een ietwat desolate beminnelijkheid en een oprechte vraag om aandacht. Zoals de acteur soms naar zijn tekst zoekt, zo zoekt de actrice naar gebaren om haar naakte, oudere lichaam gestalte te geven. De strip-tease wordt een strip-down, waarbij alleen nog het allereenvoudigste overblijft en kan voldoen.
De kaalheid en de eenvoud sturen een vreemde energie door de zaal, waarbij het publiek wordt overgelaten aan zijn eigen gevoel voor verhoudingen. Jan Paternoster en Dries Van Dijck van Black Box Revelation spelen daar keihard doorheen, alsof wij wel in een klein zwart doosje zitten, maar zij voor een volle zaal staan. Stoer én prettig traag zijn de nummers. Met het geraffineerde spel van de muzikanten komt ook de bravoure weer terug op scène. En dat schuurt. In hun witte pakken maken de jonge mannen de blitz, waar Decorte en Vinks dat (moeten) nalaten.
Geldingsdrang en overmoed, de inmense onzekerheid van een puber en de soms gruwelijke onnozelheid van een keurig katholiek bestaan in de jaren vijftig en zestig in Vlaanderen, onderwerp van de prachtige verhalen van Decorte, worden zo verbonden aan de drang om op te treden en de wereld vorm te geven. Stand Down, zegt Decorte, is de keerzijde van Stand Up. Behalve verzet tegen de populaire ongein van cabaretiers en comedy, lijkt de voorstelling vooral ook een oefening in loslaten.
Voorbij de bravoere gaan mag dan moeilijk zijn in een mager gevulde Expozaal van De Brakke Grond, het blootgeven wordt er niet minder om. Van de Supernon tot aan de Opperaansteller weet Decorte voelbaar te maken waar het verlangen om op te treden, indruk te maken en de boel open te breken vandaan komt. Dat het met leven en overleven verbonden is. Het rauwe en ongekunstelde wordt beminnelijk, maar het blijft schuren. Zo kan Decorte nog een hele tijd door.
Foto: Danny Willems