The Wild Stage biedt een ongegeneerd puur esthetische ervaring. Voor de gelegenheid werd een allegaartje aan performers, zangers en muzikanten opgetrommeld, elk met hun eigen krachten en teder met de fragiliteit van elkaars lichamen en identiteiten. (meer…)
De terugkerende ‘S’ als beginletter van een programma verwees in het verleden altijd naar de samenwerking van choreografenduo Lightfoot en Leon, maar tijdens Stage One van het Nederlands Dans Theater staan drie werken van andere choreografen geprogrammeerd.
Het album Horses van Patti Smith lag ten grondslag aan de schemerige en poëtische wereld die associate choreographer Marco Goecke oproept in de eerste choreografie Thin Skin, een in 2015 gecreëerd werk waarmee hij hoge ogen gooide. De dansers van Goecke waaieren als eenzaam dolende zielen of in kortstondige ontmoetingen over de wereld. Het gemak waarmee zij Goeckes veelzijdige en complexe bewegingsvocabulaire tot leven brengen, groeit nog steeds en is bewonderenswaardig.
Uit eigen gelederen komt voormalig NDT-danser Medhi Walerski. En net als Goecke vormt de muziekkeuze zijn vertrekpunt voor Garden, een choreografie voor tien dansers. Van de rauwe en doorleefde stem van Smith is de sprong naar de romantisch klassieke compositie van Camille Daint-Saëns groot. Walerski volgt de pianovariaties en vioolklanken zeer trouw met organische armbewegingen en dansers die regelmatig om hun as wervelen, maar uit die symbiose komt weinig spanning voort. Wanneer de dansers als vanuit het niets een strakke lijn vormen of juist uiteenvallen wordt de doorgaande dynamiek even opgeschud.
De samenwerking met decor- en lichtontwerper Teun Mosk is zeer geslaagd. Een witte strook voor op de vloer en de in huidkleurige bodysuits gestoken dansers weerkaatsen soms het licht en contrasteren met de ogenschijnlijk bewegende duisternis in de diepte van het toneel, waar op momenten een donkerblauwe baan zindert als de tot leven komende pigmenten in het werk van Anish Kapoor.
De dans van duo Sharon Eyal en Gai Behar is ingekapseld in allesverzengende clubmuziek, waarin verschillende samples en een stevig ritme doorklinken. Met hun glad oplichtende spierbundels liggen associaties met het uitgaansleven en de sportschool in het verschiet. De titel Salt Womb suggereert een tegenstrijdigheid: bijtend als zout en beschermend als een baarmoeder. Het verklaart de beperkte bewegingsvrijheid van de dansers en de spontane erupties van een enkeling voor een korte periode misschien. Het zijn veelal kleine bewegingen die herhaald worden en waarin gaandeweg kleine variaties sluipen, persoonlijke energie pulseert onderhuids om zich door een onzichtbaar harnas te laten beteugelen.
Bij het duo Sharon Eyal Gai Behar zijn de dansers tot elkaars nabijheid veroordeeld op een relatief klein segment van het uitgestrekte toneel. Zij maken vooral – weliswaar sterk energetisch geladen, toch slechts – een pas op de plaats. En ondanks de bezielde uitvoering van de NDT-dansers, lijkt dat de choreografen niet te deren waardoor Salt Womb weinig teweeg brengt. Daarbij laten Sharon Eyal en Gai Behar in het midden of het stuk als een kritiek op de oppervlakkigheid van of juist een hooglied op diezelfde levensstijl bekeken kan worden.
Behalve de focus van de verschillende choreografen op een eigen, herkenbaar vocabulaire en de drijvende kracht van de muziek voor hun stukken, vertoont Stage One verder weinig samenhang. Dat is ook niet nodig, ware het niet dat het nieuwe programma van NDT ook te weinig weet te verwonderen en niet beklijft.
Foto Garden: Rahi Rezvani