‘Zou ik in het verzet gaan?’ Deze vraag is de rode draad door het verhaal van Johan Fretz. Het antwoord komt meteen, hard en vastbesloten. ‘Ik denk het niet.’ Het verzet vraagt te veel moed, niemand zou het waarderen en bovendien heeft hij de statistieken niet mee. Er gingen zoveel mensen niet het verzet in. Hij verwacht van het publiek dus ook niet dat zij het verzet in zouden gaan. Maar aan het einde van de avond is hij erin geslaagd om een nieuwe vechtlust de zaal in te laten stromen. (meer…)
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had het niet makkelijk in 1672. Niet alleen hadden de Engelsen, de Fransen en twee Duitse bisdommen het op ons reddeloze land gemunt, ook het redeloze volk maakte er een behoorlijke puinhoop van met hun ‘generaele wiltheyt ende ongehoorsaamheydt’, om met Johan de Witt te spreken. Een rampjaar, inderdaad, om radeloos van te worden.
Van al die misère is in Staait n Bisschop veur Stad niet al te veel te merken. Voor Theatergroep WAARK schreef en regisseerde Just Vink een voorstelling die zich weliswaar afspeelt tijdens de wekenlange bommenregen die de bisschop van Münster in 1672 op de stad Groningen liet neerdalen, maar die – afgezien van een paar harde knallen – de enorme paniek die geheerst moet hebben ver weg laat. Vink schreef een vooral lichtvoetig verhaal over een gevlucht boerenechtpaar, een prille liefde tussen twee jonge mensen en een intrigant die zorgt voor enkele complicerende factoren.
De intrige draait om boer Boele en zijn vrouw Grytha die, uit angst voor Bernhard von Galen (de bisschop van Münster, beter bekend als Bommen Berend), naar de stad Groningen zijn gevlucht. Met achterlating van een pot met geld, begraven onder een appelboom. Als Von Galen juist op die plek zijn legerkamp opslaat, ziet Boele zijn kapitaaltje in rook opgaan en smeed een plannetje om in vermomming zijn zuur verdiende centjes terug te halen.
In de beste traditie van Theater te Water, waar Vink tientallen jaren de scepter zwaaide, is het een kostuumstuk geworden met veel verwikkelingen, veel korte scènes, strijk-en-zet een liedje en uiteindelijk een happy end. Wat Vink ook heeft meegenomen van die periode is zijn kwaliteit om veelal semi-amateurspelers boven zichzelf uit te laten stijgen. Over de hele linie wordt er heerlijk geacteerd, of het nu de relatief jonge Indy-Lynn de Haan (als pittige bakvis Wypkelina) en Arend Lommert (als haar geliefde, soldaat Wijnant) zijn of oude getrouwen als Erik Bulthuis (in meerdere rollen) of de 73-jarige Johan Patje, die de rol van stadsadvocaat én Wypkelina’s vader op het statige lijf geschreven is. De grootste verrassing is echter Moyra Ruiter, die in meerdere rollen uitblinkt, maar vooral als huishoudster Anna alle kanten van haar talent laat zien.
Foto: Reyer Boxem