Dana Michel kondigt haar nieuwe stuk Cutlass Spring aan als een zoektocht naar haar seksuele identiteit ‘binnen een veelheid van complementaire en schijnbaar tegenstrijdige identiteiten, als performer, als moeder, als dochter, als minnaar, als vreemdeling’. Ze komt bij die verkenning echter op iets heel anders uit dan seks zoals te verwachten en te voorzien was. (meer…)
Toen de musical Spring Awakening in 2006 van een kleiner theater aan de rand van het New Yorkse theaterdistrict de overstap naar Broadway maakte, was ik 16 jaar. Het broeierige verhaal over tieners, hun verlangens en verdriet raakte me, en velen met mij: dit ging over een periode in het leven waar wij als jonge generatie middenin zaten. Vijftien jaar later brengt een nieuwe generatie uitvoerenden de musical onder de vlag van OpusOne als openingsvoorstelling van DeLaMar West. Spring Awakening gaat nu over hen, al blijkt de ontroering die de musical bij vlagen losmaakt niet aan leeftijd gebonden.
Spring Awakening was zo’n musical die Broadway wakker schudde en alle Tony Awards won. Script- en liedtekstschrijver Steven Sater baseerde zich op het toneelstuk Frühlings Erwachen van Frank Wedekind. Die schreef het in 1891, maar pas in 1906 werd het voor het eerst uitgevoerd en ook daarna werd het nog volop gecensureerd dan wel verbannen. Dat had alles te maken met de thema’s waarover het handelde: seksualiteit, verkrachting, kindermisbruik, zelfmoord, homoseksualiteit en abortus. Ofwel: vanalles dat anno 1891 helemaal niet mocht bestaan. Dat is dan ook de worsteling van de hoofdpersonages Wendla, Melchior en Moritz, die in de musicalbewerking even voelbaar wordt.
Het materiaal dat Sater samen met componist Duncan Sheik creëerde is zodanig mooi dat het op zichzelf al de moeite waard is om te gaan aanschouwen. Sheik creëert met onder meer gitaar, piano en prachtige strijkers een dromerige gevoelswereld. Zijn muziek wisselt tussen gevoelig, aards en meeslepend en snoeiharde rock. Soms bouwt hij in golven op, om orgastisch uiteen te barsten. Dan weer trekt een slepende viool een beeldschone tekst in beeldende vertaling van Daniël Cohen naar een hoger niveau: ‘Oh, ik laat mij verwonden / Oh, jouw lichaam wordt mijn wond / Oh, ik ga jou pijn doen / Oh, mijn lichaam wordt jouw pijn’. Op die momenten raken muziek en tekst aan de wezenlijke pijn die de gevoelde liefde van de dolende tieners op het toneel onvermijdelijk in zich draagt.
Met Sheiks score schippert de aangename choreografie van Roy Jonathans mee; dan weer in een gracieuze flow, dan als één brok frustratie met hoekige stompen en gefrustreerde sprongen. In nummers uit die laatste categorie – zoals ‘Dit leven’ en ‘Alles is kut’ – móet alle opgekropte energie van de 19e-eeuwse jongeren eruit omdat het niet langer te houden is: alles wat er niet mag zijn in de beklemmende victoriaanse tijd waarin zij leven (de intense worsteling van Moritz met zijn verlangens en gevoelens die zo eindeloos verboden zijn), alles wat daardoor welig kan tieren zonder aan het licht kan komen (misbruik) en alles wat allang is maar snel moet worden weggestopt (ongewenste zwangerschap). Naar die uitbarsting van (jeugdige) energie kijken is aanstekelijk.
Dat de mooie materie niet voortdurend raakt heeft ermee te maken dat het spel van het jonge ensemble niet volledig doorleefd aandoet. De overbodige gezongen versieringen die zij af en toe in de melodielijnen aanbrengen voelen misplaatst. De uitvoerenden zijn allen pas afgestudeerd, wat weliswaar vertrouwen geeft dat ze de komende jaren de nodige ervaring op gaan doen om de gesproken teksten en moeilijke emoties nog natuurlijker te brengen. Soms krijg je daarvan alvast een glimp. Zo gaat de getergde blik van woede en onbegrip van Dave Rijnders’ Melchior door merg en been.
Spring Awakening was in 2011 al een keer in Theater M-Lab te zien in een nieuw concept van Paul Eenens. Deze productie in regie van Koen van Dijk houdt juist veel vondsten uit de originele Broadwayproductie, zoals het zingen door moderne handmicrofoons (waarmee een anachronistisch effect wordt gecreëerd), de traditionele kostuums en het publiek dat aan drie zijden van het podium zit. Dat soort dingen maakten de musical destijds vernieuwend en werken nog steeds goed, al is het waarom van de zaalopstelling niet volledig evident, vooral daar bepaalde ensceneringen van voren gezien vermoedelijk beter tot hun recht komen.
Een mooie originele vondst van Van Dijk zit helemaal aan het einde, als op de valreep een uitstapje naar het heden wordt gemaakt. Door die tijdsprong realiseer je je plots écht hoever we zijn gekomen, wat een beklemmend keurslijf er door de jaren heen is afgeworpen en hoe ongekend vrij we vandaag de dag al zijn in onze seksualiteit. Dat komt behoorlijk binnen.
Foto: Neeltje Knaap