Als ‘inwonende zoon’ van de wethouder van Juinen, de geilneef, doctor Clavan, Cor van der Laak en zijn vrouw Cock, was het voor Kasper van Kooten bijna onmogelijk zijn achternaam te noemen zonder dat die tot verwachtingen en vergelijkingen leidden. (meer…)
‘Waar wil je met ons naar toe?’ wil je hem na een half uur Speeltijd vragen. Geen lijn, hak op de tak, onrust, geen samenhang. Maar Kasper van Kooten is in woord en gebaar dynamisch genoeg om te blijven aanhaken, in de verwachting dat hij toch een keer rechtdoor zal gaan en op de hoofdweg zal blijven om de ratjetoe aan stemmingen en losse flodders op de plaats van bestemming te deponeren.
Hij zegt zeven gezichten te hebben. Hij is cabaretier, acteur, stemacteur, schrijver, tv-presentator en -producent en partner. Al die rollen, die gezichten, zijn van groot nut geweest en hebben hem ver gebracht. In zijn eerste theaterprogramma na een rustperiode van vijf jaar, vindt hij dat hij niet zoveel moeite moet doen iemand anders te spelen. Maar wat is zijn eigen ware gezicht dan?
Van Kooten kennen we als een sterk verteller. Van verhalen met een kop en een staart, liedjes, persiflages, typetjes en imitaties. En behoorlijk scherpe en prikkelende humor. Maar in Speeltijd schurkt hij aan tegen de stand-up comedy, ook in aankleding van het podium: kaal, met niks anders dan een glazen arty-farty tafeltje waarop zijn glaasje water staat. Geestig is hij nog altijd, maar scherp en prikkelend is het maar matig.
‘Er zijn al veel te veel mensen op de wereld die herinnerd willen worden. Ik wil begrepen worden’, zegt hij aan het begin van Speeltijd. Maar dat kost je als toeschouwer wel wat moeite als hij daarna lange tijd niet verder komt dan opmerkingen en verhaaltjes zonder enig verband. De getapte kerel van 47, babbelend en pleasend met het publiek. Die man met die zeven gezichten dus.
Amusant, maar enig houvast komt pas als Van Kooten met enkele prachtige en ontroerende poëtische intermezzo’s zijn twee echte gezichten laat zien. Dan kantelt Speeltijd. Hij is sinds vier jaar vader van een dochter – de reden dat hij tijdelijk uit het theater verdween – en hij is de zoon van een beroemde vader. Zijn relatie tot pa Kees en zijn opvoeding was nooit een onderwerp voor de theatermaker Kasper van Kooten, maar nu wel. Vader Kees was vier jaar geleden bijna dood geweest en toen hij uit het ziekenhuis kwam hoorde Kasper dat hij zelf vader zou worden.
Zijn niet al te positieve zelfbeeld onthult hij vervolgens aan het slot. Die ziet hij als hij in de spiegel kijkt. Die lijkt het meeste op hem. Die is er altijd en overal. Niet alleen op een podium. Hebben we dan de ware Kasper van Kooten leren kennen? Nee, niet echt natuurlijk.
Foto: Anne van Zantwijk