Van irritant zoemende muggen in de nacht tot een torenhoge giraf die de blaadjes uit de handen van de bezoekende kinderen oplikt. Er komen veel meer dieren uit de bosjes gekropen dan alleen ‘De Grote Vijf’, die we uit de Afrikaanse plaatjesboeken kennen. En zelden zullen die dieren meer indruk hebben gemaakt op de ukkepuk-bezoekers dan bij De Grote 5, een grandioze voorstelling van jeugdtheatercollectief Meneer Monster. (meer…)
In Speelgoed van Meneer Monster landt Captain Spaceman vanuit een ander universum in een slaapkamer. Het doel van zijn operatie ‘Nieuw Thuis’ is om deze galaxy te verkennen, zodat hij zijn onderdanen hiernaartoe kan halen. De slaapkamer-galaxy bestaat uit allerlei soorten speelgoed: soldaatjes, een merkloze hippie-pop, Jan Klaassen, een dino zonder staart en een verdwenen knuffelkonijn.
Het speelgoed speelt flink met elkaar. De enige regel die ze kennen, is die van de verbeelding. Captain Spaceman meldt al gauw aan het moederschip: ‘Dit is een ruzie-universum, ik moet hen leren om rustig te worden.’ Hij is vastbesloten om het speelgoed naar zijn hand te zetten volgens de regels van zijn eigen universum. Maar de poppen hebben nooit van ruzie gehoord, doen niet aan leiders en zijn niet van plan zich naar zijn wensen te voegen.
Een variant op Toy Story, nu de meeste kinderen van 7 de oorspronkelijke film niet meer zullen kennen. Alleen dan geschreven met een insteek van nu (schrijvers Elly Scheele en Sofie Tseng). Waar het in Toy Story gaat over nieuw en duur speelgoed dat het oude vervangt, richt Speelgoed zich vooral op het thema heerschappij en het opleggen van normen. Als Captain Spaceman de geur van lijm ruikt die in de slaapkamer hangt, vraagt hij zich direct af: wie wordt hier geplakt en wie is de beplakker? Een geniale zin ten tijde van anti-kolonialistische protesten en omvallende regimes. Tegelijkertijd kunnen de kinderen Captain Spaceman ook herkennen als hun eigen ouders, van wie ze niet de hele tijd dolle pret en rommelig mogen zijn.
Het decorontwerp (Roos Veenkamp), de kostuums (Dymph Boss en Eva Arends), het lichtontwerp (Wilfred Loopstra) en de muziek (Stijn Hoes) maken het universum compleet. Zo kan het grote glijbanen-poppenhuis waar de poppen in spelen op meerdere manieren gepositioneerd worden, waardoor we de slaapkamer telkens anders beleven. De kostuums zijn kleurrijk en divers. De woordloze geluidjes geven ruimte aan onze eigen verbeelding en de liedjes zorgen ervoor dat het avontuur niet té spannend wordt.
Het is zo’n rijke wereld aan personages dat zelfs ik me aan het eind afvraag waar de andere soldaatjes zijn, vergetend dat er maar vier spelers zijn. Christiaan Bloem, Chris Koopman, Freek Nieuwdorp en Olaf van de Ven spelen vol overgave, in de dubbele betekenis van het woord. Bijvoorbeeld in de scène met de soldaatjes die een controlepost nadoen, inclusief piepschuimpaspoorten, en alles zonder woorden. Deze zijpaden zijn heerlijk voor het voelen van wat spelen ook alweer is.
Na een groot stofzuigeravontuur wordt Captain Spaceman toch opgenomen in hun midden. Sommige lijntjes worden niet ingelost, zoals wat er zal gebeuren als straks het moederschip met onderdanen zijn intrede zal doen. Bovendien komt in de climax toch het thema tevoorschijn van nieuwer en schoner speelgoed dat het oude zal vervangen. De vraag hoe je omgaat met dominante leiders, of wanneer je wel of niet ergens intrede mag doen, wordt daardoor niet echt beantwoord. Het einde van de voorstelling komt voor de moraal een beetje te snel.
Maar de kinderen, die zitten daar niet mee. Speelgoed, geregisseerd door Caroline Frerichs, is een feest van een voorstelling, vol speelsheid, verbeeldingskracht, slimme grappen en zinnen. Al met al een ode aan het spel.
Foto’s: Sanne Peper