Wat ouders allemaal doen als kinderen er niet bij zijn van Theater aan het Spui trekt de integriteit van ouders in twijfel ***
‘Ik ga hier een universum bouwen.’ En dat is exact wat Vincent Brons met Spaceships Know Which Way To Go gaat doen. Met een vertederende onhandigheid hangt hij een colablikje, zijn eigen schoen en een rol roze tape op aan de stangen van het tentje. Zaklampen en knipperende fietslampjes verlichten de boel. Her en der hangt een poster over het heelal aan vergeeld behang achter de tribunes. Het geheel roept herinneringen op aan de glow in the dark-sterrenhemel van je kinderkamer, een abonnement op de KIJK, en een opa die aan de keukentafel met een appel en sinaasappel voordoet hoe de aarde om de zon draait.
Daarna volgt een spreekbeurt, die bestaat uit een ogenschijnlijk willekeurige opsomming van feiten over groottes, hoeveelheden en afstanden in het heelal. Brons speelt dit met een aan autisme grenzende precisie. Mooi is dat de kneuteriger bijeengebrachte voorwerpen ineens heel belangrijk worden. Het aantal sterren wordt vergeleken met de hoeveelheid steentjes op de vloer, en het pronkstuk der hemellichamen – een grote prop gouden glitterpapier dat zichtbaar met plakband bijeen wordt gehouden – komt onder veel spanning en gebliep het podium op.
Brons heeft met zijn one man show in ieder geval een goed onderwerp uitgekozen. Ruimtereizen, onvoorstelbaar grote afstanden en de nietigheid van ons bestaan laten geen mens koud. Als hij het salvo aan onvoorstelbare trivia eindigt met de woorden ‘over tien jaar zijn we allemaal robots die Chinees praten en in Star Wars doet niemand boodschappen’ eet het publiek uit zijn hand, daar doet het hiphop-kabaal van een aangrenzende voorstelling niets aan af.
Wat jammer dan ook dat de voorstelling deze absurde en existentialistische lijn niet vast weet te houden. Het intermezzo dat volgt, waarbij een rookmachine en space-geluiden de landing van een ruimteschip ondersteunen, haalt de vaart uit de voorstelling. Dit wordt goedgemaakt door een even komisch als poëtische eind, waarbij een oprechte vertolking van een houseklassieker het publiek nog eens goed inwrijft op wat voor een nietige mierenhoop we leven. Ontroering met een klein randje existentialisme, precies genoeg om mensen te doen terugverlangen naar de zonovergoten wijnbar op het Paradeterrein.
Foto: MauriceWikkers