Met de voorstelling Puinbal probeert Sounds Like Juggling letterlijk en figuurlijk veel ballen in de lucht te houden. Te veel. Het gezelschap dat met hun gelijknamige eerste voorstelling onderzocht hoe jongleren en klankkunst zich tot elkaar kunnen verhouden, voegt daar in Puinbal nog een verhalend element aan toe: hoe om te gaan met onze planeet? (meer…)
In het jongleerconcert Sounds like juggling zoeken componist Arthur Wagenaar en jongleur Guido van Hout de grenzen op tussen muziektheater en circus. De voorstelling ging in première tijdens Cirque Mania, festival voor hedendaags circustheater in het Haagse Korzo. De balans tussen muziek en beeld wil niet altijd lukken, maar het experiment maakt wel nieuwsgierig naar meer.
Wagenaar en Van Hout worden vergezeld door ontwerper Dianne Verdonk en jongleur Aleš Hrdlička. Ze gebruiken zelfgemaakte jongleerobjecten als instrumenten in een concert. Zo wordt een grote plastic bal een trommel, die een symfonie vormt met ratelende jongleerballen. Een zoemende stok verandert van geluid wanneer de jongleurs het sneller door de lucht slingeren, waardoor verschillende choreografieën verschillende klanken opleveren. En een lichtgevende ‘glazen bol’ hoeft slechts om de eigen as te draaien om een wonderlijk geluid te maken.
In deze bijzondere crossover moeten de muziekjongleurs letterlijk en figuurlijk verschillende ballen in de lucht houden. Hoe zorg je ervoor dat de muzikaliteit van een concert en het spektakel van een jongleeract elkaar versterken? En hoe vermijd je dat de een te veel in dienst staat van de ander? Daarin zit de spanning van dit experiment, en daar gaat het soms mis. Omdat er muziek moet worden gemaakt, zijn de technische mogelijkheden van het jongleren beperkt. Het geluid dat de muziekjongleurs samen componeren trekt daardoor meer de aandacht dan de individuele acts. Andersom zijn de zoemende stokken interessanter om te zien dan om te horen. We zien bijna vechtkunst-achtige bewegingspatronen, terwijl je met het geluid op zich – intenser wanneer er harder geslingerd wordt – niet veel kanten op kan gaan.
Het jongleerconcert is een hybride vorm die voor onze ogen wordt uitgeprobeerd. Dat de balans soms niet wil lukken, is deel van de charme. Daartegenover staan momenten waar de twee werelden op elkaar reageren en er iets bijzonders ontstaat. In het begin van Sound of juggling zie je tegelijkertijd een synchrone jongleeract en hoor je een bijna mechanische compositie van ratelende jongleerballen en een trommel. Geluid en beweging vallen hier zo samen, dat je soms niet kan achterhalen welk geluid door welke jongleur wordt gemaakt. De verwondering van circus, op een nieuwe manier.
De muziekjongleurs en regisseur Joeri Vos kiezen ervoor om met strakke patronen te beginnen en laten dat meer los tegen het einde. Dan zien we het toneelbeeld chaotischer worden en de geluiden – veel stalen objecten waarop getrommeld en geslagen wordt – harder. De werelden vallen nu niet samen, maar staan juist tegenover elkaar: een chaos op het toneel waarin van alles aangegrepen wordt als jongleerobject en instrument, maar toch hoor je een samenhangend geluid.
Sounds like juggling laat de bal soms vallen, maar weet ook bij vlagen te verrassen met interessante verhoudingen tussen beeld en geluid. Meer dan een op zichzelf staande voorstelling (of concert) lijkt het een eerste onderzoek in een langer traject. Wat kan je allemaal meer doen met de kruising tussen muziektheater en circus? Hopelijk zien we daar in de toekomst meer van.
Foto: Quinten Swagerman