De double bill Souls Made Apparent van NDT 2, online te zien op 18,19 en 20 maart, bestaat uit 27’52” van Jiří Kylián uit 2002 en de wereldpremière van The Big Crying door Marco Goecke. Het programma ademt weerbaarheid en karakter ondanks de thema’s van vergankelijkheid waarvan de beide stukken doordrenkt zijn. (meer…)
Een grote, vierkante zandbak, zes mannelijke Afrikaanse dansers en een intense soundscape, dat zijn de uitgebalanceerde ingrediënten van Souls. De Franse choreograaf Olivier Dubois verrast met een macabere, rituele dans die zowel het leven als de dood exploreert.
In stervormige patronen bewegen zes mannen in cirkels en driehoeken, het eerste deel van Souls is als een caleidoscoop. Super georganiseerd en super esthetisch, zoals we gewend zijn van Dubois. Net als in al zijn choreografieën is ook het decorbeeld van Souls strak gekaderd. Was het een nauw frame in Dubois’ vorige werk, Elégie, ditmaal beslaat de zandbak een relatief groot speelvlak.
Vanuit de caleidoscopische, meditatieve bewegingen ontstaan al gauw duetten, waarin de dansers met elkaar verstrengeld raken. Voetje voor voetje strompelen drie mannen door de zandbak, op hun rug liggen de gewonden, de lijken, de dierbaren. Het plaatje spreekt tot de verbeelding en Dubois houdt het lang aan.
Souls wordt gedanst door zes dansers uit verschillende Afrikaanse landen. Het is een cast die ook inhoud creëert. Niet alleen omdat hier zes mannen dansen, maar vooral ook omdat Souls inzoomt op de identiteit van het Afrikaanse lichaam. Het lichaam van een verliezer, de underdog, met op zijn schouders de last van de wereld. Het zijn clichés, maar omdat Dubois ze laat opgaan in rijke esthetische beelden, mogen ze er zijn.
Zo is de zandbak niet alleen een arena van geweld waar op leven en dood wordt gevochten. Nee, dat gevecht gaat bijna naadloos over in een feestelijke viering als de mannen in de hevigste dansmomenten van het tweede deel van Souls rondvliegende zandpatronen creëren, die een dialoog aangaan met hun cirkelende lichamen. Die beelden zouden nog langer mogen duren, maar Souls is ook een uitputtingsslag. Het is ploeteren en zwoegen in het rulle Saharazand waartegen het mannelijke lichaam het moet afleggen.
In de strijd blijft een van de mannen levenloos liggen, terwijl de groep dekking zoekt achter een wal. De fysieke arbeid die verricht moet worden voor de totstandkoming van die berg, maakt van Souls een eerlijke, aardse happening. Dubois draait de rollen nog een keer om, zoals hij wel vaker doet; een dode komt tot leven en de levenden blijken dood. Slechts een traditionele afscheidsdans rest nog, die komt verrassend genoeg uit de Ierse danstraditie.