In eerste instantie lijkt Do you know this song? vooral een nostalgische terugblik op het jeugdige gezinsleven van maker Mallika Taneja. De voorstelling wint echter gestaag aan politieke en emotionele gelaagdheid. (meer…)
Zoals de titel van de nieuwe productie van Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot al aangeeft, hebben ze inspiratie gezocht in het bijbelse Hooglied. Maar dat is niet de enige bron waar de makers uit hebben geput: ze hebben uit nóg (veel) oudere teksten basisgegevens gedistilleerd om hiervoor hun beeldtaal te ontwikkelen.
Met drie performers uit de mime, een interdisciplinaire mix van ontwerpers en een compositie van de hand van Otion creëren zij een wereld, universum, of misschien is kosmos wel het meest geëigende woord dat op hun voorstelling Song of Songs van toepassing is.
Het Hooglied wordt in deze versie niet beschouwd als een sublimatie van de liefde tussen man en vrouw, maar een sublimatie van de liefde zelf, de liefde als de motor die de schepping draaiende houdt met alles wat zich daarbinnen bevindt. De compositie van Otion is gebaseerd op een vierde-eeuws codex die teruggaat op een veel ouder origineel. Die beschrijft een concept van de schepping waarin Alles ondeelbaar blijkt te zijn en alle tegenspraken samen kunnen gaan en tegelijkertijd kunnen opereren. Als voorbeeld krijgen we te horen dat de dochter is geboren voordat de ouders elkaar leerden kennen, en misschien is zij niet altijd de dochter.
Op een groot scherm dat ook segmenten bevat die kunnen openen als een soort kijkkastjes in een zeventiende-eeuws pronkkabinet, verschijnen abstracte veelkleurige patronen in voortdurende beweging, als een soort lava van uitgeknepen tubes verf. Regelmatig openen de kijkkastjes zich. Ze laten driedimensionale beelden zien van de performers in gedaantes die eerder aan de flora en fauna van de diepste zeeën ontleend lijken, dan aan de gewervelde of geleedpotige schepsels waar we doorgaans mee te maken hebben.
Copulerende reuzenringwormen
Zo zien we vrijende klonten en copulerende reuzenringwormen, en het geheel dringt onvermijdelijk de vraag op: hebben dieren net als mensen plezier in de voortplanting, of geven ze uitsluitend gevolg aan oerdriften en instincten? Want dat al deze levensvormen de liefde bedrijven, is duidelijk. En dat ze daaraan plezier beleven, wordt ook heel aannemelijk gemaakt.
De inleidende tekst die op het scherm wordt geprojecteerd, verwelkomt ons in een omsloten tuin. Dat blijkt het stadium in de schepping vóórdat het paradijs gedefinieerd en geannexeerd werd door monotheïstische principes. Het kijkje in deze tuin dat Boogaerdt/Van der Schoot ons voortovert, is intrigerend. Het zet aan tot nadenken en is beslist vol humor. Daardoor worden de beelden niet verontrustend, maar daalt er een milde verwondering over het publiek, dat in diepe stilte de beelden en geluiden op zich laat inwerken.
Wat bijzonder is, is dat de voorstelling raakt aan het onvoorstelbare. Het opent vluchtwegen, sluiproutes of misschien (hopelijk) afslagen die we kunnen nemen. Het lijkt erop dat de makers de cirkel pogen te herstellen om via de nog ongekende mogelijkheden die de digitalisering van de werkelijkheid kan bieden, aan te sluiten bij de onkenbare mysteries van eeuwenoude kosmogonieën. Die slaagden erin de werkelijkheid te vatten in zijn tegenspraken in plaats van hiërarchieën.
Maskerspelen
Op andere continenten bestaan geloofssystemen die krachten in de natuur kunnen belichamen in maskerspelen, zodat de mens kan proberen daarmee in harmonie zijn leven in te richten. Deze voorstelling lijkt daartoe op te wekken.
De makers hebben het zichzelf noch ons gemakkelijk gemaakt. Ze nodigen het publiek uit om de menselijke drift die ons doet liefhebben, nader te onderzoeken. Dat ze daarbij het Hooglied als toegangsdeur ontsluiten, is terecht: de lyriek van het gedicht laat de schoonheid van de beminde ontlenen aan het landschap en de daarin verkerende fauna.
Communiceren we in deze voorstelling met een alwetend principe, waar de oorsprong van dateert van vóór de oerknal, zoals ergens gesuggereerd wordt? Of verwijst de laptop die gehanteerd wordt in een van de laatste beelden naar een avatar van een artificiële intelligentie, die millennia geleden al rondwaarde in een kosmos vóór de onze?
Foto’s: Willem Popelier