De soberheid en efficiëntie van Solo, het nieuwe werk van Loïc Perela dat na de première bij Theater Rotterdam nog slechts drie keer te zien is in Nederland, spreekt boekdelen. Met zijn lichaam, stem en een zestal microfoons (ieder verbonden aan een loopstation) bouwt en bewandelt Perela een landschap van klanken en gestes. Heel voorzichtig, doorheen verschillende hoofdstukken, ontrafelt hij een intense crisissituatie. (meer…)
Voor de eerste voorstelling binnen haar Nieuwe Makerstraject bij MAAStd sloeg Nastaran Razawi Khorasani de handen ineen met Jimi Zoet. Samen creëerden ze een superieur uitgevoerd popconcert dat in inhoudelijk opzicht echter verzandt in het eindeloos herhalen van clichés.
In kleren die nog het meest weghebben van après-ski-outfits staan Nastaran Razawi Khorasani en Jimi Zoet op het podium. Met hun openingssong spelen ze hun eigen voorprogramma – zenuwachtig kondigen ze de échte sterren van de avond aan. In de openingsscène zijn alle belangrijke elementen van Solo van Nas & Jim eigenlijk al aanwezig: fantastisch geproduceerde popmuziek, geweldig sympathieke performers, een melige sfeer en clichématige grapjes over superstardom.
De makers hebben samen een prettige chemie. De uitbundige Khorasani en de onderkoelde Zoet zijn een plezier om naar te kijken: zowel muzikaal als qua performance zit de voorstelling goed in elkaar. Zoet is een van de meest getalenteerde componisten van de Nederlandse theaterwereld – we mogen eigenlijk in onze handjes knijpen dat hij niet gewoon rijk is gaan worden in de muziekindustrie – en hij zet zijn kunnen optimaal in om van Solo van Nas & Jim een volledig overtuigende mix van hedendaagse popgenres te maken.
De focus op narcisme en egocentrisme is de inhoudelijke spil van het stuk. Het probleem is dat de link tussen popidolen en zelfzuchtigheid nogal platgetreden terrein is, en Khorasani en Zoet op geen enkele wijze iets scherps of origineels over het thema weten te zeggen. In scène na scène wordt de op-zichzelf-gerichtheid van de personages onderstreept, en hoewel dat soms geslaagde scènes oplevert (zoals het hoogtepunt van de voorstelling, een hilarische zelfmedelijdende klaagsong van Zoet over hoe zwaar het wel niet is om zo getalenteerd te zijn) leidt de eentonige thematische insteek al snel tot een gevoel van apathie. In tegenstelling tot een voorstelling als Forever young van Marijn Brussaard, die hetzelfde thema als uitgangspunt nam, is hier nergens sprake van interessante vervreemding, kwetsbaarheid of meerduidigheid, en blijft de voorstelling steeds op dezelfde satirische spijker hameren.
Het mooie, verstilde einde dat ten langen leste een boeiende tegenkleur introduceert komt te laat. Solo van Nas & Jim blijft te lang aan de oppervlakte om echt te bekoren.
Foto: Phile Deprez