Het klinkt misschien cru maar soms kun je je verheugen op het weerzien met een dode man. En dat op Paaszaterdag – hoe symbolisch. Daar hing hij met bebloede borstkast, onderuitgezakt in zijn stoel. Om vervolgens scène na scène delen van zijn leven op te zien ploppen, flarden van herinneringen aan de wanen van zijn lief, de dood van een baby, de sprong over een reling. (meer…)
Dit seizoen viert Nederlands Dans Theater haar zestigjarig bestaan met programma’s die het verleden met de toekomst verbinden. Soir historique is een thema-avond over kamers, die meerdere malen terugkomen in de geschiedenis van het repertoire. Het gezelschap toont twee klassiekers uit het recente en verre verleden én brengt een indringende wereldpremière van Edward Clug.
De deuren rammelen, de muren schudden. Zo hard, dat de man die de deur wil openen meerammelt en naar achteren trilt. Het beeld is eigenlijk hilarisch, maar even snel word je weer meegenomen in de bloedstollende crime scene die Gabriela Carizzo (o.a. Peeping Tom) creëerde met The missing door (2013). Twee grijze muren en vijf deuren bakenen een hotellobby of misschien wel gevangenis af, waarbinnen dienstmeisjes, obers en gasten slachtoffer dan wel dader, of allebei, zijn in deze whodunnit waarin je nooit achter die vraag komt.
Carizzo werkt met een bewegingstaal die samenvalt met de vervreemdende scènes. Zoals wanneer een man plots met twee handen onder de jurk van een van de vrouwen grijpt, de ene ter hoogte van schaambeen, de andere ter hoogte van haar borstbeen. Zo zwiert hij haar levenloze lichaam om zich heen. Slap als een pop is ze, haar ogen staren doods voor zich uit terwijl ze door de lucht glijdt. Zo misbruikt hij haar en nagelt haar tot slot aan de muur. Het is maar één van de scènes die allemaal even intrigerend en bloedstollend zijn, met dank aan Carizzo’s vermogen om een geheel eigen universum te creëren waarin humor het surrealisme nog een niveau hoger tilt.
In Situation (1970) van Hans van Manen is de kamer exact acht meter breed, zes meter diep en vier meter hoog, zegt het programmaboekje. Maar je kunt het ook gewoon zelf narekenen, de muren zijn namelijk behangen met wiskunderuitjespapier. Ondanks het vijftigjarig bestaan is het geen tijdloos stuk, bovenin hangt een digitale klok die dwingend tikt en de huidige tijd aangeeft: 21:10, een vrouw verleidt koket de man in spijkerbroek, zittend op de grond. 21:13, twee mannen dagen elkaar uit, schuiven in geometrische patronen langs de muren. 21:18 een van hen slaat de deur achter zich dicht. Zo passeren scènes van flirtende, elkaar ontwijkende, strijdende en bange mensen elkaar, in Van Manens herkenbare, minimalistische en heldere bewegingspatronen. Een inkijkje in het leven zelf, waarin privacy steeds zeldzamer wordt en we ons binnen de lijntjes moeten gedragen. Situation is thematisch gezien actueler dan ooit.
In Aperture, oftewel de opening, van Edward Clug kruisen twee zwarte lijnen elkaar. Vanaf het plafond lopen ze naar beneden, waar ze op de vloer een groot kruis vormen. Als het werkt, schijnt in het midden het licht er doorheen. Maar wat als de opening langzaam verdwijnt? Hoe zie je dan nog het verschil tussen licht en donker? Krampachtig volgen de dansers de contouren van de zwarte lijnen, die nu verdwenen zijn. Ook dat patroon raken ze uiteindelijk kwijt. Hun witte bovenstuk gaat uit, en dan dragen ze alleen nog een zwarte panty. Ze raken verstrikt in het zwart dat hun lichaam verstrengelt. Ze verstoppen hun hoofd in hun eigen panty, of in die van iemand anders. Een vierkante krab, bestaande uit twee mensen die bovenop elkaar liggen, schuifelt langzaam opzij. Een vrouw, verstrikt in een zwart doek, zoekt krampachtig naar het licht. Het is de wereld in negatief.
Foto Aperture: Rahi Rezvani