Wat is de waarde van DNA als het hart een besluit heeft gemaakt? En wat als dat besluit is gemaakt in de naam van liefde? Met een poëtische enscenering brengt Alize Zandwijk opnieuw een ode aan de confronterende teksten van de Libanees-Canadese schrijver Wajdi Mouawad. (meer…)
Voordat ze afreist naar Mali om een poging te doen de strijdende partijen aldaar nader tot elkaar te brengen, moet de Canadese bemiddelaarster Geneviève Bergeron eerst nog aanwezig zijn op een conferentie. Daar zal ze beginnende bemiddelaars toespreken over de fijne kneepjes van het vak, over de grenzen die nooit overschreden mogen worden. De do’s maar vooral de don’ts van conflictbeheersing. Wees nooit arrogant, nooit onverschillig, nooit autoritair.
In de beginscène van Soeurs van schrijver en regisseur Wajdi Mouawad zien we Bergeron zitten in haar auto, gevangen in een heftige sneeuwstorm op weg van Montreal naar het conferentieoord in Ottawa, een rit van zo’n 200 kilometer. Ze zingt, schaamteloos vals, mee met de autoradio waar Je ne suis qu’une chanson van de Canadese zangeres Ginette Reno klinkt. Even daarvoor heeft actrice Annick Bergeron daar nog een loepzuivere versie van gezongen.
Tijdens de lange rit belt ze met haar moeder en haar personal assistant. De eerste probeert ze op haar gemak te stellen omdat ze niet aanwezig kan zijn op de begrafenis van een oom, met de tweede neemt ze de laatste details door van haar reis naar Mali.
De conferentie is geen succes. Haar publiek is ongeïnteresseerd, het eten dat ze speciaal heeft laten bereiden door een Libanese kok wordt niet gewaardeerd. Eenmaal alleen op haar hotelkamer wordt het haar allemaal te veel. De bom barst. Jarenlang opgekropte frustraties komen naar buiten. Gelijk Michael Douglas in Falling Down koelt ze haar woede op haar omgeving. Het volledige interieur gaat aan gort.
De directe aanleiding is de taal, nota bene haar specialiteit. Op de conferentie heeft ze nog een prachtige metafoor gebruikt waarin ze Ariadnes draad vergeleek met taal, als laatste hulpmiddel voor Theseus om uit het labyrint te geraken. Maar hier, in dit hypermoderne hotel waar het licht aangaat op commando en de koelkast tegen je praat, keren de woorden zich tegen haar. Zij wil zich uitdrukken in het Frans, het systeem eist Engels. Zelfs haar naam wordt verkracht. Consequent wordt ze Burger-On genoemd in plaats van Bergeron.
De scène is even hilarisch als schrijnend. Zoals ze voortdurend doet, speelt Bergeron (de actrice) Bergeron (het personage) uiterst beheerst. Beheersing is immers haar kracht, daarmee lost ze de grootste conflicten op. Maar van binnen heeft het al die tijd gekolkt, haar hele leven lang. En nu is het op, ze wil en kan niet verder. Tussen de lattenbodem en het matras zoekt ze een laatste rustplaats.
Een schade-expert van een verzekeringsmaatschappij (eveneens gespeeld door Bergeron) overziet het slagveld. Terwijl ze klinisch de schade opneemt telefoneert ze met haar vader, een zwaar getraumatiseerde Libanese vluchteling die bij haar in huis woont.
Hier komen we op het vertrouwde terrein van Wajdi Mouawad, die als kind uit Libanon moest vluchten. In zijn werk, waarvan Vogels onlangs nog te zien was bij Internationaal Theater Amsterdam, gaat het altijd over ontheemding en het door-etteren van oorlogstrauma’s van generatie op generatie. En vooral ook over het vinden van een nieuwe identiteit in een vreemde cultuur. Taal is daarin een essentieel gegeven, maar ook iets elementairs als eten. Een andere eetcultuur herinnert je voortdurend aan wat je bent kwijtgeraakt.
Ook in Soeurs keren die thema’s terug, de ene keer als dun draadje in het verhaal, de andere keer als prominent motief. Zo is de lijn van het eten prachtig verweven en fungeert zelfs als spil van de vertelling. Eerst als het wordt afgewezen door de deelnemers aan de conferentie, daarna als Geneviève Bergeron de restjes in de koelkast wil stoppen waardoor het systeem op hol slaat, vervolgens als het gevonden wordt door de schade-expert die ten slotte, in de allerlaatste scène, haar vader er blij mee maakt.
Voordat het zover is hebben de twee vrouwen elkaar gevonden in een ontroerende scène. Daarin gaat het over wurgende dromen, onthechting en de onverschilligheid van de omgeving. De twee ogenschijnlijk in alle opzichten zo totaal verschillende vrouwen blijken meer gemeen te hebben dan ze vermoedden.
Soeurs barst bijkans uit zijn voegen van de betekenislagen en de metaforen, maar in zijn ingenieuze scenografie weet Mouawad alles razendknap bij elkaar te houden. Het decor bestaat uit twee ronde, houten panelen waarvan de voorste, dat uit twee helften bestaat, op een rails naar weerszijden opgeschoven kunnen worden. Daarop projecteert hij geanimeerde beelden en teksten. Het levert een rijk en aangrijpend schouwspel op waarin Annick Bergeron, soms op film, kan schitteren.
Foto: Pascal Gely