Met zijn fraaie stem is bariton Wiebe Pier Cnossen het beweeglijke middelpunt van Styx van Holland Opera ****
Lof voor Holland Opera. Het muziektheatergezelschap zit na het schrappen van de subsidie door het Fonds Podiumkunsten midden in een bezwaarprocedure en de toekomst is onzeker, maar regisseuse Joke Hoolboom en trawanten laten zich niet kennen: ze maakten met Sneeuwwit een overtuigende operaproductie voor zes jaar en ouder.
Niemand minder dan kinderboekenschrijfster Imme Dros schreef het libretto, wat literaire pareltjes oplevert als ‘De liefde blijft als de liefde gaat/van dag tot dag/van vroeg tot laat/zou het lot mij niets dan droefheid geven/de liefde blijft voorgoed, mijn hele leven.’ Jammer genoeg was dit fraaie libretto in de zaal niet altijd even goed verstaanbaar. Dat is een puntje waar het gezelschap nog aan kan werken. Verder niets dan lof voor Sneeuwwit: een opera losjes gebaseerd op de Griekse tragedie van Psyché en Eros. Dros zag in dit klassieke verhaal de oorsprong van diverse sprookjes zoals Assepoester, Sneeuwwitje en Doornroosje.
Het oorspronkelijke verhaal van de koningsdochter Psyché, die na vele omzwervingen en verwikkelingen uiteindelijk de geliefde van Eros wordt, is bij Holland Opera losjes verweven met sprookjeselementen: de valse zusters uit Assepoester (een komische travestierol van Sinan Vurai en Niek Idelenburg) en het personage Psyché als Sneeuwwitje. Sneeuwwit heet ze bij Holland Opera en met haar bloedrode jurkje is ze de centrale figuur waar alles om draait. Een meisje op zoek naar ware liefde. Een rol die overtuigend wordt gezongen en geacteerd door Lilian Farahani, een veelbelovende zangeres die recentelijk afstudeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Het is een oogstrelende voorstelling waar met simpele middelen veel wordt bereikt. Hoolboom laat veel aan de verbeelding van de toeschouwer over, maar dat is voor de zesplus-doelgroep geen enkel probleem. Een stalen bed op wieltjes is voor hen al snel een koningssponde. Het absolute hoogtepunt van Sneeuwwit is de entree van het monster met zijn kroost. De mini-monstertjes dansten zowaar een balletintermezzo, wat zijn uitwerking op het jonge publiek niet miste en meteen verwees naar de rijke traditie van het Psyché-verhaal. Componist Lully maakte er in 1678 immers een dansrijke opera van.
De partituur (voor klarinet, accordeon en cello) van deze productie mag er trouwens ook zijn: componist Fons Merkies greep naar de vioolsuite die de Italiaanse barokcomponist Michel Masciti baseerde op de Psyché en vermengde die arrangementen met eigen werk. Flarden tango, citaten uit filmmuziek, een aria met hitpotentie (Zweer het op de zon) en een humoristische vlooienmars: Merkies schuwt geen middel en geen stijl. Wat dat betreft past hij naadloos bij het concept van Holland Opera.
(foto: Ben van Duin)