Het is niet makkelijk, een open relatie. Het is veel geven en nemen. Niet te veel vragen, af en toe de andere kant opkijken en vooral geen jaloezie. In Fiftyfifty hebben de veertigers Milou en Jens een open huwelijk. Om complicaties te voorkomen hebben ze enkele regels af gesproken. Bijvoorbeeld dat ze elkaar niet lastig zullen […]
Het hoofd koket scheef, een denkbeeldige sigaret tussen wijs- en middelvinger, de knieën tegen elkaar gedrukt – en Marcel Musters ìs zijn moeder Thea. In plat Tilburgs voorziet ze de wereld van even warm als nuchter commentaar. Tegenover hem aan tafel zit Maria Goos, die haar moeder Rietje neerzet. In werkelijkheid zijn beide moeders dood. Met Smoeder – 15 jaar later gedenken Musters en Goos hen en onderzoeken ze wat voor impact die moeders hebben gehad op hun eigen leven.
‘Onze moeders zijn nu vijftien jaar doder’, zegt Musters. In 2004 maakten Marcel Musters en Maria Goos bij mugmetdegoudentand de korte voorstelling Smoeder, over hun beider Brabantse moeders. Met Smoeder – vijftien jaar later bouwen ze die eerdere voorstelling uit, geven er commentaar op. En ze vullen het aan met passages uit hun eigen leven. Ook nu krijgen herinneringen aan de moeders een plek in ontroerende en soms pijnlijke solo’s.
De Bredase moeder van Goos overleed in 1986. Die van Musters in 2002. Deze twee kinderen hebben niet meer tot hun beschikking dan een vloerkleed, twee stoelen en een tafeltje. Het tafelblad ligt vol papieren: de tekst van het stuk, als geheugensteuntje voor de acteurs. Op de geluidsband zijn de tantes van Musters aan het woord, opgenomen na de dood van zijn moeder.
Was die eerste voorstelling vooral een liefdevol, ontroerend en tegelijk komisch portret van twee zeer verschillende moeders, dit vervolg is eerder een zoektocht. Niet alleen naar wie die moeders waren, maar vooral naar wat er van de spelers zelf is geworden.
De acteurs geven hun ouders gestalte. Thea Musters is de liefdevolle, eenvoudige moeder van vier zoons met kroegtijger en drinkebroer Cees, die op zijn negenenveertigste overleed. Rietje Goos is de ontgoochelde weduwe van Jan. Na zijn dood bleef ze achter met het tienjarige nakomertje Maria. Goos had theaterambities en koos een man die haar moeder niet zinde. Moeder Musters wordt daarom neergezet als warm en betrokken; moeder Goos als gemankeerd, teleurgesteld.
De moeders praten met elkaar, maar ze houden ook korte monologen over zichzelf, over hun keuzes. ‘Ik wil sterven met het idee dat ik geprobeerd heb het goede te doen’, laat Musters zijn moeder zeggen. Ze laat weten nu in het hiernamaals te zijn: ‘In de rokershemel’.
De moeder-fragmenten zijn opgenomen in een nogal rommelige zoektocht naar de impact van hun moeder op hun leven en hun persoonlijkheid. Maar zeker ook naar hun eigen invulling van het leven. In de vaak erg lange betogen springen de acteurs van de hak op de tak, zoeken tussen de teksten die op tafel liggen. Spreken mensen in het publiek aan, waardoor ze feitelijk de draad van hun voorstelling loslaten en weer moeten oppakken. Goed bedoeld, maar de spanning verdwijnt daardoor, de uitstapjes leiden erg af.
Ze lichten een tipje van de sluier op over hun persoonlijke leven, nu ze allebei hun grote liefde kwijt zijn. Goos door het vertrek van Peter Blok, Musters door de dood van Jeroen Willems. Die verhalen zijn intens persoonlijk, maar doordat het geheel een duidelijke opbouw en structuur mist, gaat een deel van die inzet verloren.
Smoeder – 15 jaar later is het sterkst op momenten dat Musters zorgvuldig zijn liefdevolle moeder, of zijn macho vader neerzet. Die passages gaan recht naar het hart. Goos’ acteren is meer ingehouden, bijna gegeneerd, alsof ze zich in de kaart gekeken voelt. Ze praat met veel meer afstand over haar moeder en haar leven dan Musters over de zijne.
Het gebrek aan structuur en de te lange aaneenschakeling van fragmenten over het hier en nu, die thematisch alle kanten op schieten, knagen aan de kracht van deze verder zo charmante voorstelling.
Foto: Sanne Peper