Veel plussen en wat minnen in de herneming van The Sleeping Beauty van Het Nationale Ballet. Met als superplus het optreden van de nieuwe solisten Olga Smirnova en Victor Caixeta, die superieure klassieke stijl demonstreren – een feestje voor de liefhebber. (meer…)
In de Engelstalige wereld is Matthew Bourne al jaren zeer succesvol met dwarse remakes van balletklassiekers. Sleeping Beauty – A Gothic Romance is exemplarisch voor de Methode Bourne. Met liefde voor het bekende sprookje van Doornroosje en de oorspronkelijke balletmuziek van Tsjaikovski vertelt de Engelse choreograaf een toegankelijk verhaal. Maar dan wel met humor, enkele plottwists én een roedel vampiers.
Een van de mooiste beelden in Bourne’s gothic hervertelling van The Sleeping Beauty zien we als enkele vampiers zich verdringen rond het wiegje van de pasgeboren prinses Aurora. Met op de achtergrond een enorme volle maan glijden de duistere figuren over het toneel. Simpel theatertrucje uiteraard: ze staan op lopende banden waardoor ze lijken te zweven. Maar in combinatie met de dramatische belichting en de weelderige kostumering is het effect groots. Deze creaturen zijn tegelijkertijd elegant én creepy: de essentie van een vampier.
In het ballet dat Marius Petipa en Pjotr Illitsj Tsjaikovski in 1890 creëerden zaten helemaal geen vampiers. Matthew Bourne introduceerde ze in zijn versie van 2012 omdat hij het problematisch vond dat Doornroosje na een eeuw slapen wakker wordt gekust door een wildvreemde prins, op wie zij dan op slag verliefd zou moeten worden. In plaats daarvan laat hij prinses Aurora reeds in wakende toestand verliefd worden op het nieuwe personage Leo, een tuinman met een romantische inborst. Als de prins door een vloek van een kwade vampier in een honderdjarige slaap wordt gebracht laat hij zich door een goedaardige vampier bijten, zodat hij het eeuwige leven krijgt. Waardoor het sprookje verandert in een verhaal over tijdloze liefde.
Een andere aanpassing – waarmee hij het publiek meteen voor zijn visie wint – is Bournes keuze om de pasgeboren Aurora te veranderen van een hulpeloos en bewegingloos wezen in een wiegje, in een expressieve pop. Geheel in het zwart gehulde dansers bedienen de pop met stokjes en brengen baby Aurora daarmee tot leven als een stout en ondernemend wichtje. Ook hier sorteren Bourne en zijn vaste vormgever Lez Brotherston maximaal effect met inzet van klassieke theatrale middelen. De interactie tussen de nieuwsgierige baby Aurora en de excentriek bewegende vampiers is tegelijkertijd komisch en ontroerend.
Met zijn liefde voor plottwists en een humoristische benadering maakt Bourne klassieke werken toegankelijk. Zijn doorbraakstuk Swan Lake, waarin hij de zwanen uit Het Zwanenmeer liet dansen door een mannelijke cast, werd in 1995 nog wel beschouwd als riskant, vanwege de homo-erotische subtext. Toch is Bourne in de kern geen subversieve theatermaker – integendeel. In feite staat hij in een lange traditie van musicalregisseurs die het theatermechaniek zien als een droommachine, die een zo groot mogelijk publiek kan meevoeren in iedere gewenste illusie.
Bourne’s Sleeping Beauty is niet bedoeld voor de balletkenner die iedere pirouette in het Rozenadagio kan dromen. Al is die kenner wat Bourne betreft net zo welkom. Door de taal van het klassieke ballet te koppelen aan de vertelkunst van Hollywood en Broadway maken Bourne en zijn gezelschap New Adventures juist voorstellingen die te volgen zijn zonder voorkennis. Sleeping Beauty – A Gothic Romance is toegankelijk zonder ordinair te worden, publieksvriendelijk zonder behaagziek te zijn. Je wereldbeeld zal niet ondersteboven worden gezet, maar je komt wel de zaal in met de belofte van een ontzettend leuke avond. Wat Bourne en zijn gezelschap brengen is niets meer, maar ook zeker niet minder dan topamusement.
Foto: Johan Persson