The Wild Stage biedt een ongegeneerd puur esthetische ervaring. Voor de gelegenheid werd een allegaartje aan performers, zangers en muzikanten opgetrommeld, elk met hun eigen krachten en teder met de fragiliteit van elkaars lichamen en identiteiten. (meer…)
Het programma waarmee GöteborgsOperans Danskompani Amare bezoekt is een studie naar het effect van de veranderende wereld op het lichaam. Het geweldige ensemble laadt de beide stukken, Skid van Damien Jalet en Wild Poetry van Hofesh Shechter, met indrukwekkende vertelkracht.
Het openingsbeeld is als een scène uit de filmklassieker 2001: A Space Oddyssee; uit het donker rijst een reusachtige witte rechthoek op, zo hoog als de lijst om het toneel zowat, en zo breed als de hele vloer. Het gevaarte leunt schuin achterover in een scherpe hoek. De kijkers krijgen een minuut of wat om dit beeld van scenografen Jim Hodges en Carlos Marques da Cruz op zich te laten inwerken. Dan verschijnen op het midden van de hoge bovenrand twee benen, die traag molenwiekend over de rand komen tuimelen. Even traag wordt de eerste danser gevolgd door een tweede, een derde. Alle lichamen die verschijnen glippen traag van boven naar beneden. Met de voeten eerst, op de rug liggend, maar ook zijwaarts, tollend, op de buik of met het hoofd naar beneden.
Skid van Damien Jalet ging in 2017 in première bij dit gezelschap en werd gemaakt in samenwerking met de dansers. Hoewel die nu natuurlijk lang niet allemaal meer van de partij zullen zijn, weten ook de dansers van vandaag treffend de groeiende emancipatie te belichamen van deze mensfiguren in een scherp gekantelde wereld. Lijken ze in dat eerste deel hulpeloos tegen de zwaartekracht en niet goed in staat zich op te richten op hun hellend vlak, in het tweede deel vermannen ze zich en komen ze met machinaal ogende precisie boven. Als de kleppen op een rij cilinders komt de hele rij dansers gelijktijdig of beurtelings hoppend tegen de schuine kant omhoog. Vanaf dan komen speelse formaties voorbij; lijnenwerk, V-formaties, een constellatie van twee- of drietallen bouwt met vaart aan een bestaan onder deze nieuwe condities. Om in het derde deel met een spannend, sterk beeld een nieuw begin aan te kondigen.
De schuin opgerichte vloer is een goed vehikel voor thema’s rond een wereld in verandering en de aanpassing die dat vraagt van de soorten die in die wereld leven. Het element zou tot een platte gimmick kunnen verworden, maar de precisie van de dansers, de heldere dramaturgie en de grote beeldende kracht (mede dankzij het licht van Joakim Brink) tillen het werk daar bovenuit.
Hofesh Shechter maakte Wild Poetry ook met het ensemble van GöteborgsOperans Danskompani. Het stuk ging daar afgelopen november in première en is nu in Nederland te zien dankzij een gezamenlijk initiatief van Amare, Holland Dance Festival en het Nederlands Dans Theater. Met een meesterlijk lichtplan van Tom Visser, opnieuw een sterke groep dansers en een ‘wilde’ positionering van de lichamen in de ruimte is het een dansstuk met grote zeggingskracht.
Shechter start met de groep verspreid over de vloer. In kleinere en grotere groepjes zijn ze met elkaar aan het bewegen. Vier bewegen staand op een rij met de handen in de lucht, een plukje doet iets wat op handenklap-spelletjes lijkt, een paar maakt sprongen waarbij ze met gespreide benen om hun as tollen. Het lijkt een schoolplein waar de kinderen elkaar tussen de lessen door in vriendengroepjes treffen. Het schoolplein als beeld voor een samenleving.
Dat beeld van kinderen bij elkaar wordt afgerond wanneer één van de dansers, een lange, brede gast, de anderen maant om in kleermakerszit om hem heen op de grond te komen zitten en, zo gebaart hij met zijn vingers naar zijn oren en ogen, goed te kijken en te luisteren. Om daarna met grote maar ook sierlijke bewegingen een verhaal in pantomime uit te beelden.
Op de afwisselende soundtrack, zoals gebruikelijk door de choreograaf zelf gemaakt, golft de muziek op aanrollende en wegebbende beats, afgewisseld met achteruit afgespeelde zang en atmosferische klankbeelden. Die laag voert me moeiteloos mee met de dans, waarin nadrukkelijk veel groepswerk te zien is. Maar groepswerk met een interessante structuur. Binnen één formatie is de groep op onverwachte manieren in subgroepen en individuen ingedeeld, die hier en daar uit de synchrone dans losbreken met een andere frase en weer terug in het stramien vallen, of niet, terwijl alweer twee andere groepjes ieder met een eigen frase zijn begonnen. Uit de zee van mensen spreekt zo telkens opnieuw de poëzie van een individu of een deel van deze massa. Het doet denken aan de manier waarop de wereld dichterbij is gekomen in ons technologische tijdperk.
Wild Poetry is een rijk danswerk, waarin de wereld doordendert terwijl in sommige hoeken angst en verdriet is, op weer andere plekken vreugde of opwinding. Als kijker zie ik het allemaal, maar ik zie ook dat als ik er middenin zou staan, de pijn of het plezier van anderen soms aan het oog onttrokken worden door de reuring om me heen, die me haast onvermijdelijk meesleept.
Foto’s: Mats Backer (Skid) en Lennart- Sjoberg (Wild Poetry)