In 2005 heette de voorstelling Een Magistrale Stralende Zon, nu Professor Eitje. Acteur en tekstschrijver Stef van den Eijnden stond dertien jaar geleden op de NDSM-werf in Amsterdam-Noord tijdens het Over het IJ Festival aan de voet van een reusachtige hijskraan in een rauw, industriële entourage. Nu treedt Van den Eijnden van Huize Linda op in een tent op het reizend festival de Parade in Utrecht. (meer…)
Theatermaker Steef de Jong is terug op de Parade met een eenmansoperette. Na eerder neef Ludwig van Beieren (Ludwig) en zoon Rudolf (Groots en meeslepend wil ik leven) onder handen genomen te hebben, buigt hij zich in deze nieuwste voorstelling over keizerin Elisabeth, ofwel Sisi.
Dat doet hij met de vaste Steef de Jong-ingrediënten – karton, operette en een uiterst aimabele podiumpresence. Anders dan gebruikelijk is dat De Jong niet de verteller is, maar zichzelf als personage naar de voorgrond brengt. Zo begint de voorstelling in een atelier waar hij al schilderend over zijn eigen jeugd en ervaringen vertelt. Zijn verhaal is echter een curieuze mengeling van werkelijkheid (zijn opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie, zijn liefde voor de Sisi-films met Romy Schneider en zijn verkleedpartijen als Sisi in de bruidsjurk van zijn moeder) en fictie uit het leven van keizerin Sisi (jagen met zijn vader in de bergen, een verloving met een keizer en een bezoek aan een bal). De Jong romantiseert graag het leven van Sisi en zijn fantasie gaat behoorlijk met hem en haar op de loop.
Daartegenover plaatst hij keizerin Sisi zelf, die inbreekt in zijn verhaal en het rooskleurige beeld dat hij schetst van haar leven flink nuanceert. ‘Mijn eerste kind stierf al snel, de kinderen die daarna geboren werden mocht ik niet opvoeden, mijn neef en beste vriend verdronk, mijn zoon pleegde zelfmoord na zijn geliefde te hebben gedood. En op m’n 60ste werd ik in Genève zelf vermoord door een anarchist met een vijl. En ik had reuma.’
De voorstelling is echter meer dan de confrontatie tussen Steef de Jong en zijn idool Sisi en de kloof tussen fantasie en werkelijkheid. De Jong speelt in zijn voorstelling tevens met gender en perceptie. In een sleutelscène vertelt hij over een ongemakkelijke situatie aan de Rietveldacademie, waar de docent aan hem, terwijl hij in een zelfgemaakte Sisi-jurk voor de klas staat, refereert als een ‘zij’ en de groep studenten begint te lachen. Hij stelt vast dat niet het anders-zijn en het voor een vrouw aangezien worden hem stoort, maar de reactie van studenten. Hijzelf is nu eenmaal iemand die ervan houdt zich te verkleden als Sisi en weg te dromen bij een geromantiseerd beeld van de 19e eeuw.
De kartonnen creaties zijn ook in Sisi Boy een feest voor het oog en een bron van verrassingen. Het spel van De Jong is wederom uiterst sympathiek en hij vertolkt de verschillende liederen in de voorstelling met een zoetgevooisd jaren ’40-geluid met een imposante kopstem. De ingrediënten zijn ‘classic Steef de Jong’, maar het resultaat is een verrassende voorstelling waarin De Jong een ode brengt aan het anders-zijn.
Foto: Bowie Verschuuren