Dead Skin is een aanklacht tegen onze hebzucht. Met precies de juiste dosis ironie legt de Pools-Nederlandse theatermaker Maria Magdelena Kozlowska haar obsessie met de mode bloot. Dat resulteert is een even geestige als duistere trip waarin lichaam, object en muziek een eigen leven leiden. (meer…)
Altijd leuk, het weetje wat iemands laatste woorden waren. Voor Frank Sinatra waren dat: ‘I’m losing’, want in 1998 besefte de 82-jarige zanger/filmster dat hij dat laatste gevecht niet meer kon winnen na zijn hartaanval. Hij had alles uit het leven gehaald, maar op zijn grafsteen had hij toch nog optimistisch laten beitelen: The best is yet to come, de titel van het lied dat hij in 1964 heeft opgenomen met Count Basie en het laatste lied dat hij in het openbaar heeft gezongen in 1995. En nu zingt Jim Bakkum het in Sinatra – Under his skin.
Direct in het (houterige) openingspraatje benadrukken Bakkum en Sergio Vyent dat het geen biografische avond wordt en ook geen musical, maar vooral een concert met wat verhalen. Die verhalen neemt Sergio – First Dates – Vyent voor zijn rekening en die zijn grotendeels gebaseerd op Mr. S: My life with Frank van George Jacobs, die van 1953 tot 1968 The Voice als directe assistent bijstond.
Daar zitten zeker interessante verhalen bij over zijn band met de maffia en zijn vele geliefden, waaronder Ava Gardner, Marilyn Monroe en Mia Farrow. Een bijzonder incident vond plaats in Palm Springs Florida in 1962. Sinatra sloeg een kamer helemaal kort en klein die hij speciaal had ingericht voor een afgesproken logeerpartij van president Kennedy. Die besloot echter op het laatste moment een nachtje te blijven slapen bij Bing Crosby, Sinatra’s collega en concurrent crooner.
Maar de ongemakkelijke, infantiele manier waarop Vyent zijn verhaal vertelt, zoals een onzekere vader zijn vierjarige dochter een sprookje voorleest, doet je de belangstelling voor zijn verhalen eigenlijk volledig verliezen. Misschien de première-spanning, misschien omdat er maar twee try-outs zijn geweest, maar het was in ieder geval vreselijk. Aan het slot van de avond liet Vyent trouwens horen dat hij ook een behoorlijk potje kan zingen, maar dat was maar een schrale troost voor zijn ondermaatse vertelkunst. Ook de kleine crosstalks met Bakkum zijn vooral onbedoeld grappig.
In het grafsteenlied – waarna het onvermijdelijke slotakkoord New York, New York volgde met fraaie beelden van de stad op het grote achterdoek – kwam Jim Bakkum pas echt op dreef. Toen leek hij eindelijk voluit te willen gaan. Technisch is het allemaal wel in orde, en de enthousiaste Bakkum lijkt er ook echt zin in te hebben, maar er komt meer bij kijken om het repertoire van Frank Sinatra overtuigend neer te zetten. Bakkum mist de diepte, de warmte, het doorleefde gevoel van Sinatra om echt helemaal in de heftig-zwoele Sinatra sfeer te geraken.
De derde poot onder de voorstelling is de dertienkoppige Dutch Concert Big Band met maar liefst tien blazers. In elk nummer krijgt de band de ruimte om te schitteren, zeker in de muzikale tussenstukken, en dat doet de band voortreffelijk. Wat een geweldig koperwerk.
Een vluchtige rondblik in de Schouwburg van Amstelveen liet zien dat een groot deel van het publiek in het verleden moet hebben genoten van het zondagochtend radioprogramma Muziekmozaïek met Willem Duys. Elke nieuwe opname van Sinatra was in dat programma te horen en Duys hield niet op om de arrangementen van Nelson Riddle te loven.
Voor de arrangementen van Sinatra – Under his skin is men in Amerika terecht gekomen bij Danny Jonokuchi en Kim Richmond, de oud saxofonist van Sinatra. De arrangementen zijn lekker vettig en geven de avond een zalige big band touch, die zo onlosmakelijk hoort bij nummers als I get a kick out of you en The lady is a tramp. Men is wel behoorlijk in de fout gegaan bij de ballad Angel eyes, waarin een man zijn verdriet in een bar wegdrinkt omdat zijn liefje er vandoor is. Daar hoort een melancholiek arrangement bij en niet de opdringerige, veel te barokke pianoklanken, die de tekst en melodie vermorzelen.
Het is een riskante onderneming voor een jonge zanger om het repertoire van een gigant als Sinatra met zijn bestudeerde nonchalance aan te pakken. Voor Jim Bakkum is het toch net iets te hoog gegrepen. Net niet is niet goed genoeg.
Foto: Mabel Böhms