Het is geen gemakkelijke voorstelling om naar te kijken, Side Effects van Anton Lachky Company. Choreograaf Anton Lachky en zijn vier dansers hebben een pijnlijke constellatie van personages in het leven geroepen en maken de kijker niet alleen getuige, maar ook ongewild een instrument in het spel van macht en controle dat ze spelen met elkaar.

En het begint allemaal zo vrolijk. Twee vrouwen en twee mannen komen op, dansen ieder een korte, energieke frase om zich voor te stellen en dan neemt een van hen, de vrouw in de witte glitterjurk, het woord. De naam van de danseres is Patricia Rotondaro, (ze studeerde onder andere aan de SNDO in Amsterdam) en onder die naam stelt ze zich ook voor. Niets aan de hand, gewoon grapjes maken, de andere drie die ook onder hun eigen naam worden voorgesteld ondergaan de plaagstootjes die ze uitdeelt met een gelaten glimlach. Ze zijn het gewend van haar en ze snappen het wel, het is ook best grappig dat ze pijlsnel hun kleren uittrekken als zij hun land van herkomst noemt.

Maar al in de volgende scène blijkt dat het helemaal geen onschuldige grapjes zijn. De opstelling in een lijn wordt losgelaten, de witte jurk verruild voor een donkerblauw exemplaar, de vierde wand sluit zich en in onze ‘afwezigheid’  laat de vrouw haar ware aard zien. Eerst in samenspel met de twee mannelijke dansers, Milan Herich en Csaba Varga. Met de microfoon heel dicht bij haar mond trekt ze alle registers open; ze fleemt, ze flirt, ze bast en ze bromt en op onverwachte momenten krijst ze het uit. Ze zet haar lichaam in om haar twee ‘boys’ in de houding te dwingen, te verleiden, af te schrikken of elkaar te laten kleineren. Want ze speelt de een uit tegen de ander om de macht over elk van hen te vergroten. De mannen lopen te wankelen als pasgeboren veulens op hun plotseling ontdekte benen, ze smoren hun eigen pogingen omdat ze niet weten wanneer ze het goed of fout zullen doen. Het is moeilijk te zeggen wanneer wat er gebeurt dans is en wanneer spel. Maar manipulatie is het voortdurend en je zit erbij en kijkt ernaar.

Dan richt de vrouw zich op de andere vrouw in het gezelschap, Sara Sguotti. In een rood fladderend bloesje en rokje en met haar haren in een paardenstaart komt ze meisjesachtig over. Maar een meisje vormt een bedreiging voor Rotondaro, en dus wordt ze voortdurend in woord en beweging gekleineerd. En het lijkt al een tijdlang aan de gang te zijn, want wat opvalt aan het dansen van Sguotti is de marionet-achtige kwaliteit van haar bewegingen. Alsof ze aan touwtjes hangt bobbelt het hoofd boven de romp, schieten de ledematen in malle onnatuurlijke hoeken omhoog. Het wordt schrijnend wanneer ze laat zien dat ze het bespeeld worden heeft geïnternaliseerd: zittend op de vloer trekt ze zelf met haar rechterhand aan het touwtje van haar rechtervoet, op, op, rond en rond en neer. En nog eens. En verder. Arme pop.

Langzaam begin ik door te krijgen dat wij als publiek hier een rol spelen. Plotseling begint de eerste scène weer opnieuw. Maar nu zijn de grapjes minder luchtig. Nu zie ik dat ze mooi weer staan te spelen. Dat de drie het nodig hebben dat ik het zie en dat ik snap wat er gebeurt. Dat iemand als Rotondaro het nodig heeft dat iemand haar ziet. Dat hun wereld een side effect is van de gekte van een van hen en dat niemand hier een uitweg weet.

Het dansplezier waarmee Lachky en zijn gezelschap zo opvielen tijdens bijvoorbeeld Tweetakt 2014 (Mind a Gap) krijgt hier een zeer serieuze tegenkleur. Niet alleen heeft de dans steeds iets pijnlijks – ze is een fysieke uitdrukking van de psychische razernij of de onderdrukking waar het personage door is overmeesterd – het spel onderbreekt ook telkens de flow van de dans, waardoor er zich geen plezier in het bewegen kan ontwikkelen. Dat roept ergernis op. Lang vraag ik me af of ik de mix wel geslaagd vind. Maar het lastige evenwicht is tegelijk huiveringwekkend dienstbaar aan het verhaal dat Lachky en zijn company vertellen.

Foto: Joris de Bolle