In zijn inleiding tot de première benoemde choreograaf Amos Ben-Tal het zelf al: Part is met opzet een abstracte dansvoorstelling geworden. Er is geen narratief, en we hoeven niet te zoeken naar een programma: we kunnen ons instellen op een avond pure dans. (meer…)
Amos Ben-Tal danst graag out of the box en doet dat in Seconds in een kubus. Zijn groep heet niet voor niks OFFprojects: hij komt nooit zomaar met choreografie, maar laat die samengaan met andere disciplines, zoals beeldende kunst of Spinvis (Howl). In dit geval staat de toeschouwer letterlijk oog in oog met de danser, met soms maar enkele tientallen centimeters ertussen.
Misschien leek het Amos Ben-Tal een goed idee om het publiek weer eens echt benieuwd te maken naar dans, om de mensen te laten kijken alsof ze die kunstvorm voor het eerst zien. In de studio van Korzo liet hij van stalen pijpen en witte gordijnen een kubus bouwen, die van binnen weer verdeeld werd in vier compartimenten die allemaal apart toegankelijk zijn. De toeschouwers mogen niet zomaar naar binnen, ze moeten wachten. Eerst op de uitleg van de choreograaf, dan tot ze aan de beurt zijn.
Er mogen namelijk maar vier mensen tegelijk naar binnen. En dat mag alleen als je een andere toeschouwer een hand geeft. De een blijft buiten, de andere gaat de kubus in. De buitenstaander bepaalt hoe lang de ander mag blijven. Vier toeschouwers zien apart vier dansers: Aurélie Cayla, Rubén Garcia Arabit, Luca Cacitti en Wolf Govaerts. Seconds kun je een een-op-een-dansinstallatie noemen.
Wat iedereen kan horen zijn ritmische teksten met verschuivende woorden, in de trant van ‘It’s not the end that we fear, it’s the pain.’ Pain wordt dan vervangen door shame, en zo verder. Dat levert een poëtisch aandoende opsomming van de condition humaine op, maar wat de relatie is met de dans wordt me niet duidelijk. Misschien is de boodschap dat het vak van danser een zware, pijnlijke, maar ook bevredigende en waardevolle vorm van zwoegen is.
Wie binnen staat, ervaart dat met zijn neus op de dansers. De spieren, het zweet en blikken van de dansers zul je zelden intenser meemaken dan hier. De kleine ruimte beperkt de bewegingen en dwingt tot dans op de vierkante millimeter.
Zo maakt Ben-Tal je opnieuw een nieuwsgierige kijker. Als je staat te wachten met je hand in die van de kijker en je hoort het gebonk op de vloer en het gehijg van de danser, neemt het verlangen toe. Met een gebeurtenis van een kwartier, waarbinnen je maar een paar minuten dans ziet, is het meer proeven dan ervaren. Missie geslaagd?