De staat van overgang tussen twee stabiele posities in, wordt in de antropologie benoemd als ‘liminaal’. De staat tussen slapen of wakker zijn, waarin droom en werkelijkheid zich naast of zelfs door elkaar heen kunnen manifesteren, is zo’n overgangsgebied. Choreograaf en danser Evangelos Biskas werkt dit in deze voorstelling uit in een aantal sequenties die plaatsvinden in een helder verlichte, witte ruimte zonder enige tierelantijnen. (meer…)
Met zijn droomachtige afstudeerwerk voor twee zilver geverfde performers met labrador-maskers op, Eternal Chilling, won dansmaker Evangelos Biskas in 2016 de Young Dance Makers Award van het Moving Forward traject. De award stelt een jonge maker in staat gedurende een jaar te werken aan een nieuwe voorstelling. Dat werd In Search of a Title, opnieuw een voorstelling waarin Biskas de kijker een surrealistisch universum in lokt. De alumnus van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten werkt hier samen met dansmaker Elysia McMullen en de muzikanten Ruben Den Brok (toetsen) en Isaac Poels (altviool).
Het begint heel concreet. Drie mannen in zwart pak lopen in een stevig tempo van rechts naar links en weer terug. Biskas, Poels en Den Brok. Rechtop en alert. De blik naar voren. Niet alleen nestelt dat gelijkmatige, doelgerichte ritme zich heel snel in je hoofd, het roept ook meteen spanning op, want recht in hun pad ligt een viool op de vloer. Stap er in vredesnaam niet op, kijk asjeblieft uit.
Het gelijkmatige stappen van de mannen gaat maar door en geeft je alle tijd het toneelbeeld in je op te nemen; witte vloer en achterwand, witte stoel, witte lampen als TL-balken, witte deur. Tot McMullen plots van achter die deur vandaan stapt, ook in zwart pak, en met haar grote ronde ogen contact probeert te leggen met de mannen. Haar ritme is anders. Zij loopt niet maar dwaalt. Zij brengt een trage draaikolk op gang.
Als een slaapwandelaar tilt ze de viool van de vloer en murmelt een associatieve tekst vol binnenrijm en sisklanken. Het drijft de muzikanten naar hun instrumenten. Op een af- en aanrollende zee van vervormde tonen zuigt McMullens blik zich vast aan die van Biskas. Een kennismaking die zo’n verwarring opwekt dat de twee minutenlang struikelend en fladderend door de ruimte wervelen. Aanvankelijk met de gezichten heel dichtbij elkaar, en dan verder en verder uiteen. Bij het loskomen wiebelen hun hoofden – alsof er een springveer zit op de plaats van de nek.
De bewegingen zijn niet ‘mooi’, het lijkt soms onaf en willekeurig. Wie landt er nou op de zijkant van zijn voet in de dans, dat is toch vragen om disbalans? Maar het vertelt wel wat er gebeurt met dat lijf. Zij knakt in het midden, zijn armen maaien willekeurig in het rond, zo wankelen ze van elkaar weg. Hun ogen proberen elkaar nog vast te houden. Tot zij verdwijnt en hij als een drenkeling plat op de vloer landt. En weer is er tijd. De instrumenten zwijgen, hun bespelers liggen als in diepe slaap. We luisteren naar adem.
We zijn dan al diep een droom in gedoken. Zo’n wereld waarin de mensen om je heen plotseling een andere gestalte aan kunnen nemen, zonder dat het je verbaast. Een zacht, grijs konijn kust je wakker en het is dat meisje met de ronde ogen dat je ergens ooit kwijt bent geraakt. Je jas, je broek, je ondergoed, ze trekt ze langzaam uit en legt ze zorgvuldig over een stoel. Ze haalt haar handen door je haren. En oneindig traag en zacht boetseert ze je lijf in de pose van een antiek Grieks standbeeld en ja, dat ben jij. Het is de rol die je past. Tevreden stel je vast hoe zorgvuldig je beweegt. Alles is mooi.
En dan is het dag.
Foto: Ton Zwart