Neem alleen de eerste zin. In die ene zin zit eigenlijk het hele drama van Sea Wall al verpakt – al weet je dat pas achteraf. Uit de zin spreekt een onmetelijke liefde en tegelijkertijd – doordat het veelzeggend in de verleden tijd geformuleerd is – sorteert het, onbewust, voor op een groot en gitzwart drama. (meer…)
Een monodrama voor drie personages: zo zou je Sea Wall (2008) van de Britse toneelschrijver en acteur Simon Stephens kunnen noemen. Alex, een succesvolle fotograaf, richt zich rechtstreeks tot het publiek. Zelfs reageert hij op bijval of andere reacties vanuit de zaal. Met zijn vrouw Helen heeft hij een dochtertje, Lucy. Regelmatig gaan ze op bezoek bij Helens vader, een oorlogsveteraan die aan de Zuid-Franse kust woont. Tijdens het diepzeeduiken ontdekt Alex die ‘zeemuur’, de sea wall, een immense diepe afgrond.
Stephens schreef het stuk voor de door hem bewonderde Ierse toneel- en filmacteur Andrew Scott. In Den Haag staat acteur Emmanuel Ohene Boafo losjes op het lege podium van de Koninklijke Schouwburg, wit overhemd aan. Hij is innemend, vertelt levendig en opgewekt over hun leven, vooral zijn liefde voor dochtertje Lucy is overweldigend. Als door de tekst heen schemert dat een kindje voor het geluk van Helen en hemzelf voldoende is, lijkt dat een tragische vooruitwijzing. Maar hij vertelt verder, vooral over de innige band die hij met zijn schoonvader opbouwt. Het tweetal spreekt over of God wel of niet bestaat, hoe hij eruitziet, ze hebben het over het getal Pi, over oorlog, biersoorten en tennis. Twee volkomen verschillende werelden komen tot elkaar, de Franse kust lijkt een paradijs.
Stephens’ tekst is complex. Een ontspannen conversatietoon wisselt hij af met poëtische fragmenten, onaffe zinnen. Ook verschuift hij regelmatig van perspectief en dan spreken Lucy en de schoonvader in de indirecte rede tot het publiek. De compacte schrijfstijl van Beckett is niet ver weg. Regisseur Whien doet geen toenadering tot het publiek in de zin van een simultane vertaling. Dat is jammer. De performance van Ohene Boafo is qua sfeer en muzikaliteit van taal prachtig, je kunt ernaar luisteren als naar een muziekstuk voor één stem, maar toegankelijk is de Sea Wall niet.
Dat er uiteindelijk iets aangrijpends gaat gebeuren, wordt geleidelijk steeds duidelijker, stap na stap. Als Alex tamelijk abrupt, maar op een dramatisch uitgelezen moment zegt dat er een ‘hole running through the centre of my stomach’ is en dat wij, het publiek, ons wat ‘ongemakkelijk’ voelen, want we kunnen dat gat zien. Dan weten we dat heel dat levensgeluk voor drie mensen door een enkele verpletterende gebeurtenis – die ik niet zal noemen – vernietigd wordt.
Tijdens het Zeeland Nazomer Festival van 2020 is Zee Muur deze week in de Nederlandse vertaling van Alex Mallems te zien en te beluisteren, in de regie van Nina Spijkers en met Sander Plukaard als Alex. Helaas – en waarom niet? – zijn Het Nationale Theater en Productiehuis Zeelandia niet tot een vorm van samenwerking gekomen, bijvoorbeeld door Mallems’ vertaling te integreren in Sea Wall.
En dan de titel, Sea Wall of Zee Muur: die onpeilbare diepte van de diepzee geldt als metafoor van wat er kan schuilgaan onder de oppervlakte van een zonovergoten mediterrane wereld.
Foto: Koen Veldman