De scheidslijn tussen poppentheater en dans is niet zo scherp als je denkt. Dat lijkt de voorstelling Screaming object te willen bewijzen. Duda Paiva, innovatief poppenspeler met zijn wortels in de dans, gaat een fysieke dialoog aan met danser Mauricio Oliveira. Beiden zijn ze Braziliaan, beiden hebben ze een fascinatie voor het menselijk lichaam en samen verkennen ze de grenzen daarvan.

Onder het witte en gekreukelde doek steekt net een kaal, roze hoofd uit. Langzaam komt de rest van het lichaam tot leven. Het doek gaat omhoog en de gestalte wordt zichtbaar: een bizarre kluwen gezichten, verbonden aan een mannenlichaam. Rondom zijn hoofd en schouders draagt het een object van wel twintig schuimrubberen gezichten, allemaal met een eigen vorm en uitdrukking. Zijn armen, benen en voeten steken door de monden van de gezichten, een hand prikt uit de kluwen. De gezichten hebben iets verwrongens; ze zijn lijdzaam of boos, temend, agressief of vol walging.

De man onder dit ‘gezichtenpak’ is Duda Paiva. Hij toont zijn meesterschap als poppenmanipulator door zich in de meest vreemde bochten te wringen en daarmee de ene na de andere kop tot leven te wekken. Van deftige dames tot botte boeren, alles komt voorbij. Indrukwekkend is zijn voet die als een duivelse tong door een mond steekt en over de grond likt; sensueel en smerig.

De danser Oliveira maakt indruk met zijn dierachtige bewegingen. Sierlijk als een struisvogel (of een zwaan?) baant hij zich een weg tussen de glimmende snaren die over de speelvloer lopen. Zijn armen bewegen als majestueuze vleugels, zijn billen trillen als het kittige kontje van een trotse haan. Het ene moment lijkt hij op een vogel, het andere op een lijpe gorilla.

Als Paiva, eenmaal ontdaan van zijn gezichtenpak, zich aan een duet met Oliveira waagt, is de ongelijkheid tussen de dansers meteen duidelijk. Paiva is fysiek minder getraind en, veel belangrijker, Paiva lijkt onthand zonder object om als spreekbuis te gebruiken. Terwijl Oliveira zijn lichaam juist als instrument gebruikt en zich niet al te veel aan de objecten (poppen) waagt. Het onderscheid tussen dans en poppentheater blijft toch continu tastbaar.

Screaming object is een associatieve voorstelling waarin vormonderzoek voorop staat. Veel beelden zijn enorm verrassend en alles is zeer zorgvuldig vormgegeven. De glimmende snaren – op hun plek gehouden door zandzakjes in de vorm van witte druppels – veranderen door eraan te trekken in bundels hondenlijnen met schichtige schoothondjes, een aandoenlijk effect. Maar dit soort effecten (zoals de prachtige neushoorn die in eerdere voorstellingen van Paiva al voorbij kwam), zijn uiteindelijk vooral esthetisch interessant. Screaming object doet geen groot emotioneel beroep op de toeschouwer. Maar met zoveel onconventionele beelden achter elkaar heb je dat misschien wel helemaal niet nodig.