Als een kleine jongen zoeft Wilfried de Jong op het podium zijn speelgoedautootje door imaginaire straten, heuvel op, heuvel af, en dan ineens: plons! In het aquarium op het voortoneel. De auto – ‘van mijn vader, zo’n oude Snoek, weet je wel?’ – zinkt naar de bodem. ‘En het was aardedonker.’

Twee overmoedige tieners, die elkaar die avond pas in de discotheek ontmoetten, zitten samen in die geleende auto, meters diep onder water in het stadskanaal. Zo snel kan het leven een afslag nemen. Melancholische, echoënde gitaarklanken van Cok van Vuuren versterken het onderwatergevoel, terwijl Wilfried de Jong rustig, beheerst, voordraagt uit zijn bundel Zweefduik (2016) of diepe tonen uit zijn contrabas tovert. Verdrinken is bij dit tweetal eerder berustend dan verstikkend.

Schwung!, ook de titel van De Jongs vorig jaar verschenen verhalenbundel (maar dan zonder het uitroepteken) en waaruit het tweede verhaal van deze Paradevoorstelling komt, is een voorstelling waarbij je als toeschouwer achterover kan leunen en je helemaal kan overgeven aan klank en taal.

Schwung! gaat over ontmoetingen. De ontmoeting tussen twee tieners in het eerste verhaal, wier potentiële romance door onbesuisde jeugdigheid in de kiem gesmoord werd. En de volwassen man in het tweede verhaal, die een bekende van vroeger terugziet, inmiddels een terminaal zieke zwerver met kapotte gitaar, en die hem opnieuw zijn eigen jeugd laat ontmoeten. De melancholie is nooit ver weg, de dood kijkt altijd mee en toch staan zijn personages midden in het leven.

De beelden die De Jong schept in zijn proza – met zijn heldere zinnen vol kenmerkende, treffende details – gaan op de beste momenten een mooie dialoog aan met de bluesachtige gitaarmuziek van Van Vuuren. Beiden stuwen de verhaal voort en kleuren in; een mooie ontmoeting dus ook tussen twee artistieke uitingsvormen.

Schwung! is niet spannend, gedurfd of vernieuwend, het is gemaakt door twee mannen die doen waar ze goed in zijn en heel goed weten dat ze daar goed in zijn. Het is ambachtelijk muzikaal verteltheater waar niet veel op het spel staat, maar niettemin prettig is om deelgenoot van te zijn.

Foto: Casper Koster