Stand-upper Tim Hartog studeerde in 2010 af van de Koningstheateracademie en stond in 2015 in de finale van het Leids Cabaret Festival. Schadevrije jaren is zijn tweede voorstelling, maar de eerste waarmee hij het land in gaat. In de voorstelling beschrijft hij wat er na de breuk met zijn vriendin allemaal in zijn leven is veranderd. Echt boeiend wil het niet worden.

Toegegeven, Hartog heeft een prettige podiumpresentatie. Hij praat kalm met het publiek en heeft er plezier in om zijn verhaal te delen. Hij stapt gemakkelijk in en uit een verhaal om via een lang zijspoor terug te keren naar zijn oorspronkelijke verhaallijntje. Zo zitten er best een paar leuke momenten in, zoals zijn verhandeling over de nu hippe Fila sneakers, die hij met zijn vrienden vroeger nog bestempelde als unter-sneakers. Maar over het algemeen lijkt er weinig noodzaak om ons over deze dingen te vertellen en komen de grapjes incoherent en afgeraffeld over.

Stand-up comedy draait grotendeels om je podiumpersonage. Een duidelijk typetje maakt makkelijker aan het lachen. Daar kun je mee spelen; een man in pak is iemand anders dan een man met knot. Hartog doet daar niet zo veel mee. Hij draagt de stand-up standaard: T-shirt, spijkerbroek, gympies. Tatoeages, hipsterbaard, en 65 magere kilootjes geven hem een eigenheid die interessant is, maar die hij verder niet toelicht of uitbuit.

Het gaat alle kanten op bij Hartog. Geeft hij voor zijn overkoepelende verhaal aan een ‘onmannelijke’ man (in de woorden van zijn ex) met een biebboek en speltbroodje te zijn, haalt hij voor een losse grap toch snel even uit naar het gevaar van vrouwen die zelf gaan nadenken. Een lach uit de zaal krijgen, lijkt op zulke momenten belangrijker dan een eventueel gevoel voor ironie naar voren halen.

Hij verkondigt daarnaast ‘woke’ te zijn, maar laat dat onbedoeld wringen bij het kopen van een fleshlight (een kunstvagina verstopt in een zaklamp). Dat Hartog ontstemd raakt doordat de webwinkel hem dwingt een kleur te selecteren, is in deze context een leuke vondst. Maar door de keuzes te omschrijven als ‘huidskleur’ en ‘mokka’, wordt het weer verwarrend. Is huidskleur dan toch een eenduidige kleur in Hartogs ogen? Zijn ‘woke’ persona had hier toch best een snedige opmerking over kunnen maken, of op z’n minst wat extra uitleg mogen geven voor bezoekers die nog niet zover zijn als hijzelf.

Deze onduidelijke persoonlijkheid heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat Hartog de afgelopen jaren vooral veel stand-up comedy heeft gemaakt. In korte sketches is het makkelijker om jezelf coherent te presenteren dan in een avondvullende show waarin al die sketches ook één geheel moeten vormen. Regisseur Wilhelmer van Efferink heeft hem daar blijkbaar niet mee kunnen helpen.

Zijn sterkste grapjes zijn de verwijzingen naar geslaagde marketing die zijn keuzes heeft bepaald. Zoals het sporthorloge dat hij draagt, omdat hij sport, en dat dan blijkbaar moet. En de antioxidanten die we massaal belangrijk zijn gaan vinden, zonder te snappen waarom. Want Hartog worstelt in Schadevrije jaren met die waaromvraag. Echt overtuigd hipster is hij niet – dat speldbroodje zal dan ook wel door goede marketing komen.

‘Als je niets hebt bij te dragen, zeg dan ook niets’, is het mantra dat hij regelmatig laat terugkomen, worstelend met dingen die hij niet mag zeggen en opmerkingen die hij niet had willen horen. Na een vrij treurige eindgrap, die wordt gepresenteerd als uitsmijter, waar een applaus op moet volgen, voelt het alsof hij dat gebod zelf wat serieuzer had mogen nemen tijdens het maken van zijn voorstelling.

Foto: Menno Bouma