In deze aflevering van de maandelijkse theaterpodcast De Criticitafel blikken Herien Wensink, Sander Janssens en presentator Hans Smit terug op theaterjaar 2023. Welke trends vielen op, welk theaternieuws domineerde de sector en welke voorstellingen maakten indruk? (meer…)
Vooral niet krabben als je jeuk hebt. Wat is de zin van zo’n advies van een huidspecialist als je huid aanvoelt als een binnenstebuiten gekeerde cactus? Kun je je lichaam uitzetten? In Sâlt put actrice Eva Meijering uit eigen ervaringen en maakt daarmee een van de meest indrukwekkende voorstellingen op Oerol.
Haar gedachten zijn ‘dikke drek’ en ze is volkomen gedesoriënteerd, deze naakte jonge vrouw in de duinpan net achter Heartbreak Hotel. Alles is aan flarden, zegt ze, haar gedachten, maar ook haar huid. Om dat laatste te bewijzen, pelt ze ook daadwerkelijk een akelig grote lap van haar buik af, geen fijn gezicht. Langzaam zal bij haar en ons het besef doordringen van waar ze terecht is gekomen, nadat ze hier naar de duinen is gefietst om op haar handen te zitten. Want dat doe je als je wilt voorkomen dat je je jeukende huid openkrabt. Alleen zakten haar handen hier weg in het zand. En de rest is vaag.
Frank Siera schreef de tekst van Sâlt speciaal voor Eva Meijering. Op haar huid, zou je kunnen zeggen, want Meijerings eigen geschiedenis met eczeem was de aanleiding. Ze weet hoe het is om een huid te hebben die aanvoelt als een permanente priktrui; hoe je op verjaardagsfeestjes de taart en de cola aan je neus voorbij ziet gaan, omdat je geen suiker mag. Hoe je daar zit, op je handen, met een glaasje water en een schaaltje rozijntjes voor je; hoe je te vaak te laat op school komt omdat je te lang met shawls en andere kleren in de weer bent om je huid te verbergen die ‘de kleur heeft van een overspannen kameleon die niet opgaat in zijn omgeving’.
Voor je het weet zit je als Oerolganger in de zinderende zon te luisteren naar een larmoyante litanie, maar dat heeft regisseur Michaël Bloos goed weten te voorkomen. Sâlt is soms juist van een ongekende lichtheid, geestig ook en snappy. Meijering heeft een geweldige timing en een soepele stem, die me af en toe aan Hadewych Minis deed denken. Haar mentor op school, de ‘specialistische specialist’ en een man in een dierenwinkel bij wie ze een octopus wil kopen voor dat jarige vriendinnetje, zet ze met overtuiging neer.
De octopus speelt sowieso een belangrijke rol in Sâlt. De huid van het dier reageert op hoe het zich voelt, en het zoute water waarin een octopus leeft heeft een kalmerende werking op Meijerings huid. Die verwantschap wordt mooi uitgediept in een soort magisch-realistisch territorium, een veilige plek waar huid er even niet meer is. De acht mechanische armen die Morgana Machado Marques ontwierp, zijn boven Meijerings hoofd soms als de spanten van een koepel, dan weer lijken ze een levend wezen te vormen dat toenadering zoekt en haar wil beschermen, en bezitten.
Michelle Samba geeft er met haar dromerige, meanderende klanken net buiten het speelvlak een stem aan, als een Sirene die Odysseus betovert. Soms gaat de nuance in haar Fryske zang wat verloren, maar de strekking blijft overeind. De huid en het gekriebel doen er hier even niet meer toe. Meijering is hier, ja, als een vis in het zoute water. Met Sâlt zet ze iets wonderschoons en authentieks neer. Mooie revanche voor Tryater ook, dat vorig jaar door corona na één keer spelen alle voorstellingen van Under Wetter moest annuleren.
Foto: Nichon Glerum