Sla een willekeurig programmaboek van een musical open en je vindt er een lange lijst met credits: schrijvers, regisseur, ontwerpers en producenten. Kijk je wat beter, dan blijkt dat het overgrote deel van de lijst bestaat uit mannennamen. Een vrouwelijke maker zie je zelden in dit vak. Hoe zit dat? Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar […]
Aapjes kijken doe je met een verrekijker, niet door zelf op de rots te klimmen. Hoe kan je immers goed observeren als je er middenin zit? Het is precies de valkuil waar Safaripark Zuidas intrapt. Deze revue over de elite van de Zuidas wordt in het hol van de leeuw gespeeld en durft daardoor nergens echt te schuren. In een chique hal delen Janke Dekker en Max van den Burg wat plaagstootjes uit, maar meer dan een braaf bedrijfsuitje wordt het niet.
Elke dag ziet ze hen langskomen, de yuppen die met een glimlach naar hun werk gaan. Hoe zou het leven op de Zuidas er uitzien, vraagt Janke Dekker zich af. Gelukkig is daar een welwillende zakenman (Max van den Burg) die haar rond wil leiden door ‘Safaripark Zuidas’. Een groep dansers, in nette pakken en panterprintjes, komt in een Circle of Life-achtig tafereel op, en de safari kan beginnen. Dekker legt uit dat ze graag kunst wil maken in het zakendistrict. De manager, die ‘iets met accounts’ doet , lacht er hartelijk om en vraagt om een pitch. Even lijkt dit een botsing tussen kunstenaars en zakenmensen te worden.
De vraag blijft wie Dekker nu precies speelt. Speelt ze zichzelf? Of speelt ze Karen, die zelf werkt op de Zuidas? Of beiden? De regie (Erris van Ginkel) maakt dit niet helder. Wat eerst lijkt op een doorlopend verhaallijntje – Dekker die als theatermaker de Zuidas verkent – verandert snel in een revue van losstaande scènes over het werkleven van yuppen. In een pakkend nummer leren we dat vuile was nooit buiten wordt gehangen, en dat onverschilligheid de sleutel tot succes is.
Die muur van zorgeloosheid wordt natuurlijk snel doorbroken. We zien een zakenman die na anderhalve week verlof genadeloos door zijn werkgever wordt wegbezuinigd. We zien een helpdeskmedewerker die even verstrengeld is in bureaucratie als de dame aan de lijn, die haar wachtwoord is vergeten. En we horen over een burn-out, al blijft het lang onduidelijk wiens burn-out het nu precies is. In een spelshow verliest het personage van Dekker alle ballen die ze in de lucht probeert te houden. Haar man verlaat haar voor een ander, haar baas snauwt haar af, en zelfs de ‘balanskaart’ in de vorm van een hippe vriendin met vakantieplannen, moet worden afgezegd. De projectplannen die nog niet geschreven zijn, krijgen voorrang.
Safaripark Zuidas gaat over de schone schijn die yuppen ophouden, en de mentale problemen die daar achter kunnen schuilen. Het is een interessant idee, maar gaat verloren in een zaal vol zakenmannen- en vrouwen die vooral bevestigd worden in hun zelfbeeld. Het meest wordt gelachen om herkenbare figuren op de werkvloer: de manager die zijn cursus people management botviert op zijn collega Karen, de directeuren die een hele dialoog voeren in zakenjargon. Een zwaarder thema als een burn-out wordt verpakt in een ludieke spelshow, om de scherpe randjes eraf te halen. Ze mogen wel wat menselijker worden, die zakenlui, maar dat ze ieders toppunt zijn van maatschappelijk succes wordt niet betwist. Zo kan iedereen na afloop rustig aan de wijn en hapjes, zonder al te veel na te denken over deze safari.
Foto: Wim Lanser