In de solo Power neemt een achttienjarige klimaatactivist haar omgeving, de overheid, de grote oliemaatschappijen, haar eigen generatie en zichzelf de maat. Achter woede en desillusie schuilt een kind dat het gevoel heeft dat haar recht op een zorgeloze toekomst haar is ontnomen door een onbezonnen generatie, die haar zorgen vervolgens smalend ridiculiseert. (meer…)
‘Hello? Hello? Is somebody there?’ Een stem klinkt uit de radio, aanvankelijk is er veel ruis, hij komt van ver. We zitten in een bunkerachtige setting, een benauwende en duistere ruimte, ergens verstopt op de NDSM-werf.Hij vindt ons, de stem, en laat ons niet meer los. Als we verdwalen, zegt hij, hoeven we alleen maar op hem te focussen. Hij leidt ons door het donker.
De stem voert ons vanuit de kosmos naar een buitenwijk van Omaha, Nebraska in 1978 – een jongensslaapkamer, preciezer: we landen op een ‘vochtig lichaam’, verpakt in zweterige lakens. Onder het bed een naakte Barbiepop, een pot vaseline en een doos papieren tissues. Een kleine jongen, die denkt dat hij helemaal alleen is. ‘En we weten allemaal wat jongens doen als niemand kijkt…’
Het Engelstalige theatrale hoorspel Rusty Brown is ‘the extraordinary story of an extraordinary ordinary boy’. Theatermaker Anna Verkouteren Jansen baseerde haar tekst op een deel van de gelijknamige graphic novel van Chris Ware.
In het eerste deel ontdekken we de slaapkamer, onderzoeken we de omgeving en observeren we Rusty Brown zelf. Hij is een eenzame jongen, geobsedeerd door het heelal, getuige de boeken, films en spullen in zijn kamer. De stem introduceert Rusty Brown als een fragiele jongen, permanent berust op naderend onheil, twijfelend, bang voor het donker, voor mensen, eenzaamheid, angst om bang te zijn. Heeft nergens controle over, voelt voortdurend van alles. Herkennen we op zijn minst iets van deze eigenschappen, vraagt de stem? Er zit een Rusty Brown in ons allemaal.
De stem vraagt om ons in hem te verplaatsen. In het tweede deel zijn we Rusty, alleen in bed, niemand die reageert als hij roept, bang om voorgoed verlaten te zijn. En dan, op het hoogtepunt van zijn eenzaamheid, vindt hij zichzelf terug: ‘It’s me: you.’
Rusty Brown is gedurfd sober en zeer trefzeker van opzet. In de minimalistische scenografie krijgt elk detail betekenis. De ruisende ritmische geluidsscore van Ard Kok en het ingetogen decor- en lichtontwerp van Vera Selhorst, dragen bij aan het gevoel van ontheemd zijn, van nergens grip op krijgen. Soms flikkert een lamp aan, op een groot scherm komen nauwelijks waarneembare beelden voorbij. Dan is het weer donker.
Rusty Brown zit vol subtiele humor en is vooral zeer ontroerend, zeker als in het tweede deel Rusty (hakkelend ingesproken door Verkouteren Jansen zelf) met zichzelf wordt geconfronteerd. Hij is een jongen die altijd het gevoel heeft gehad iets verloren te zijn, maar zich gaandeweg realiseert dat hij het nooit gehad had heeft.
De poëtische, zintuiglijke tekst vol gedetailleerde beschrijvingen is met ingeleefde precisie ingesproken door meesterverteller Thomas Dudkiewicz – die voortdurend blijft verrassen in ritme en intonatie, en daardoor de rol van verteller snel ontstijgt en zelf ook een personage wordt: een aimabele stem die zichzelf soms verliest in zijn rol als gids, die – blijkt uiteindelijk – zelf ook door overwoekerende eenzaamheid wordt geteisterd.
We zijn hem allemaal, deze Rusty Brown – dromend van het heelal maar bevangen door angst. Misschien kunnen we daar, al is het maar op momenten, troost uit putten. Ja, we zijn alleen, maar daarin zijn we niet alleen.
Beeld: Vincent Fourrel