De associate artist voor het Holland Festival in 2023 is zangeres, componist en beeldend kunstenaar ANOHNI. In het festival in juni zal bestaand en nieuw werk van haar te zien zijn, onder meer een grootschalig multimedia-project in de Gashouder in Amsterdam. (meer…)
Rusalka is een deels aan Tsjechische volksverhalen ontleende opera-variant van het sprookje dat we ook van Hans Christian Andersen kennen, over de zeemeermin c.q. waternimf die verliefd wordt op een mens, om precies te zijn een prins in een kasteel. In sommige versies gaat dat goed, maar zowel bij Andersen als Antonín Dvořák betaalt ze een prijs voor haar passie en loopt het verkeerd af.
In Dvořáks libretto leeft Rusalka als waternimf in een meer in een woud waar het leven goed is, maar wil ze mens worden om te kunnen worden bemind door de prins. Bij De Nationale Opera woont Rusalka in een New-Yorkse achterstandswijk in de jaren vijftig van de afgelopen eeuw, en droomt ze van een leven op het witte doek, zoals zij dat dagelijks ziet in de bioscoop. In het programmaboek verwijst het regisseursduo Philipp Krenn en Philipp Stölzl aan de jaren van The Great Depression, toen de verarmde massa’s troost zochten in het alternatieve paradijs dat Hollywood hen voortoverde, en aan de jaren vijftig toen de wereld zich verlustigde in de glamour van Marilyn Monroe en Jayne Mansfield.
Tijdens de ouverture zien we op het voordoek een film die zich afspeelt in een groenig Hollywood-onderwaterwereld-decor. Een op Marilyn Monroe lijkende actrice en een op Clark Gable lijkende acteur stijgen gezamenlijk omhoog langs een trap, een happy end tegemoet. Maar in de van die onderwaterwereld afwijkende werkelijkheid van de opera loopt het anders af.
Rusalka wordt bij Krenn en Stölzl niet verlief op een prins, maar op Eric Prince, een ster van het witte doek. Zij heeft hem gezien in een film die in de buurt draait, ‘The Prince and the Mermaid’. Aan de voorgevel van de bioscoop in Rusalka’s buurt die we op het toneel zien, hangen posters met die Eric Prince (de acteur die we in de voorfilm zagen) samen met zijn vaste filmpartner, de op Marilyn Monroe lijkende steractrice Carlotta Knezna.
Rusalka droomt ervan naar Hollywood te gaan om met Eric Prince in de film te staan. Wat we in de voorfilm zagen was haar droom. Ze vraagt Ježibaba om hulp. In het oorspronkelijk verhaal is Ježibaba een tovenares die de waternimf tot mens omtovert, bij Krenn en Stölzl is ze eigenares van de naast de bioscoop gelegen schoonheidssalon annex illegale plastische chirurgie-kliniek, waar ook Rusalka wordt omgetoverd tot Carlotta Knezna/Marilyn Monroe-lookalike. Voorwaarde voor Ježibaba’s hulp is dat Rusalka haar stem opoffert en bovendien dat als Rusalka niet slaagt in haar missie, haar aanbedene zal sterven en zij voor eeuwig verdoemd zal zijn.
Aanvankelijk lukt het Rusalka inderdaad door te dringen in de filmwereld. Het decor met de achterbuurt splijt uiteen en we zien de groenige onderwaterwereld uit de openingsfilm, maar nu als filmset, waar het vervolg op ‘The Prince and the Mermaid’ wordt opgenomen. Links en rechts zien we nog wel de gevels van respectievelijk de bioscoop en Ježibaba’s schoonheidssalon uit Rusalka’s oude buurt, als om eraan te herinneren waar ze vandaan komt.
Haar idool valt inderdaad al snel voor haar. Maar hij vindt haar kil (ze is volgens het libretto van waternimf-komaf) en ook haar zwijgzaamheid gaat hem na een tijdje tegenstaan, en hij keert weer terug naar zijn eerdere filmpartner Carlotta Knezna. In het oorspronkelijke libretto heet dit personage Cizí kněžna, ‘buitenlandse prinses’ en verschijnt ze nu pas in het verhaal, terwijl ze bij regisseurs Krenn en Stölzl Rusalka de indringster is.
Hoe dan ook, Rusalka’s integratie in de wereld waarvan ze droomde is mislukt. Weliswaar bedenkt Eric Prince zich, maar dan is het al te laat. Rusalka is bij Krenn en Stölz alweer terug in haar New-Yorkse achterbuurt, en is nu een wrak. Prince komt haar nog achterna, maar als hij zich in haar armen stort, in dit geval in een roestige convertible (overigens een oer-Duitse Borgward en niet een vintage Amerikaanse slee), sterft hij conform Ježibaba’s beding, in deze versie op de achterbank van de Borgward. Toch is één wens van Rusalka vervuld: ze is een menselijk wrak geworden, maar ze kan sterven. Ze dient zich per injectienaald een overdosis van het een of ander toe. Rusalka meets Marilyn Monroe meets Lulu.
Zo wordt bij Krenn en Stölzl deze muzikaal al tamelijk Wagneriaanse opera ook een Wagneriaans Erlösung-drama, waarin de dood de oplossing is voor onmogelijke liefde. Maar bij Wagner is dat meestal een gezamenlijke dood. Krenn en Stölzl laten Rusalka dood neervallen tegen de roestige auto terwijl haar Eric Prince op een schommel wegzweeft in het inmiddels weer opgengeschoven filmdecor.
Het Concertgebouworkest is natuurlijk helemaal opgewassen tegen deze partituur, maar Dvořák componeert soms ook wat boertig en in het (nu in Hollywoodse musical-stijl, compleet met dansers in matrozenpakken uitgevoerde) ballet in de tweede akte klonk alles wat lomp, waarbij de jonge Duitse dirigente Joana Mallwitz, die het orkest verder uitermate secuur leidde, gek genoeg ook de grip op de synchronisatie tussen wat er op het podium en eronder gebeurde een beetje verloor. Dirigent en orkest zijn wél helemaal op hun plek in de muzikaal veel geavanceerdere, bijna Wagneriaanse grote en onmogelijke liefdesscènes.
De rol van de Prins wordt gezongen door de Tsjech Pavel Černoch, die zowel de stamina heeft voor de ‘Heldentenor’-elementen in zijn rol als voor de Verdiaanse hoge, forte te zingen ‘spinto’-noten in de rol. De van oorsprong Jamaicaanse Raehann Bryce-Davise maakte van Ježibaba overtuigend de naar illegaal plastische chirurge afgeschaalde tovenares. Haar brede lage stem passt perfect bij de rollen die mezzosopranen vaak krijgen, zoals ze in een interview zei, namelijk die van ‘ongehoorzame vrouw’: heks, intrigante, boze stiefmoeder, maar soms ook wijze vriendin.
Rusalka’s rivale in de liefde, de buitenlandse prinses uit het libretto c.q. de Marilyn Monroe-lookalike uit de Mermaid-films, is de Duitse sopraan Annette Dasch, die de afgelopen twee jaar bij De Nationale Opera al geweldig was in Rudi Stephans navrante erotische Die ersten Menschen en in Zemlinsky’s heftig expressionistische Der Zwerg.
Aan de rol van Rusalka zitten niet alleen lieflijke, maar ook duistere kanten, zoals het feit dat ze de prins uiteindelijk willens en wetens de dood injaagt. Dat alles krijgt bij de Zuid-Afrikaanse sopraan Johanni van Oostrum subtiel gestalte, half als naïeve droomster, half als berekenende golddigger, in de lijn van haar eerdere rollen bij De Nationale Opera: de jonge maar doortastende Feldmarschällin in Richard Strauss’ Der Rosenkavalalier in 2011 en de wereldwijze Agathe in Kirill Serebrinnkovs enscenerinig van Der Freischütz.
Foto: Clärchen & Matthias Baus | De Nationale Opera
Anders dan Neil van der Linden was ik niet zo enthousiast over deze voorstelling. Het begon veelbelovend en hilarisch met een pastiche van een mierzoete Hollywoodfilm uit de vijftiger jaren. Toen aan het begin van de voorstelling op het doek THE END verscheen had je natuurlijk meteen de lachers op je hand. Het contrast met het rauwe low life van New York had niet groter kunnen zijn. Het regisseursduo had gekozen voor een gemakkelijke en oppervlakkige interpretatie van het beroemde en veelzijdige sprookje. Tot vervelends toe worden opera’s verandert in Hollywood filmsets. Het referentiekader van een aantal regisseurs is kennelijk beperkt. In deze tijd had een ecologische sprookje meer in de lijn der verwachtingen gelegen. Voor de rest van de voorstelling heb ik het advies opgevolgd van Samuel Taylor Coleridge om vrijwillig mijn ongeloof op te schorten tijdens deze voorstelling en alle ongerijmdheden voor lief te nemen. Dat regisseurs loos spektakel verwarren met opera weet ik al heel lang en ik heb geprobeerd me op de muziek te concentreren. Dat viel helaas ook nogal tegen. Behalve de ritmische ongelijkheden tussen toneel en orkestbak viel de orkestklank erg tegen. Voor de pauze klonk alles dof en vlak. (Ik zat op het eerste balkon, rechts). Het KCO speelde ongetwijfeld prachtig maar daar was weinig van te horen. Na de pauze was de klank iets beter. Johanni van Oostrum als Rusalka moest haar stem vaak forceren in forte passages en in lyrische passages was ze bijna niet te horen. Het lied aan de maan was een grote teleurstelling. Een operavriendin van mij vroeg zich af of ze beter had gezongen als ze niet constant met zich had moeten laten sollen en een ander kostuum had gedragen. Annette Dasch als Vreemde Prinses was een trotse verschijning maar moest ook haar stem flink forceren. Pavel Cernoch voor wie dit zijn twaalfde productie van Rusalka was, is een goede verschijning maar hij zong vlak en kelig. In NRC stond een leuk artikel over deze productie. De moeder van Pavel Cernoch had hem gebeld om te vragen hoe hij nu weer stierf als prins. Het extatische slot waar ik me altijd op verheug viel helaas muzikaal in het water. In dat element had Rusalka eigenlijk moeten eindigen.
Het is precies 60 jaar geleden dat Rusalka in het kader van het Holland Festival van 1963 voor het eerst in Nederland werd uitgevoerd. Ik heb zelf deelgenomen aan deze betoverende voorstelling. Ik was één van de koksmaatjes die een plastic taart een trap moest opdragen. De intendant van de toenmalige De Nederlandse Opera, Hans de Roo had uitstekende contacten met het Nationaal Theater in Praag. Zo kregen we in Nederland modeluitvoeringen van Dvorak en Janacek. In het seizoen 1963-1964 was er een herneming van deze productie. In het seizoen 1976-1977 bracht De Nederlandse Operastichting Rusalka met in de titelrol Teresa Stratas .Ook de Reisopera en Opera Zuid brachten Rusalka in respectievelijk 1995 en 2014. Bij Opera Zuid werd de hoofdrol glansrijk vertolkt door Annemarie Kremer in het Nederlands. In de Zaterdag Matinee ging deze opera in een modeluitvoering in 2014 met Joyce El-Khoury als de waternimf.
Ook de MET in HD liefhebbers hebben de laatste jaren van prachtige voorstellingen van Rusalka kunnen genieten in twee verschillende producties. In 2014 met de bijna ideale Renée Fleming in de titelrol en in 2017 met Kristine Opolais als Rusalka.
Recensie van Peter Franken voor Basiaconfuoco
https://basiaconfuoco.com/2023/06/03/rusalka-goes-to-hollywood/