Alles in het Royal Theater (1938) ademt nog klassieke allure: de beroemde muurschilderingen van Aldo van Eyck, het rode pluche, de sluierlampjes, de weldadige beenruimte en het gigantische bioscoopscherm. De monumentale bioscoop aan het Stationsplein in Heerlen, naar een ontwerp van architect Frits Peutz, wordt niet voor niets ‘het Tuschinski van het Zuiden’ genoemd. (meer…)
De ondeugd spat er nog steeds vanaf. Thom Stuart (1966) en Rinus Sprong (1959) kunnen het niet laten om ook het nieuwste programma van De Dutch Don’t Dance Division, getiteld Royal Ballet, van speldenprikken te voorzien. Van de expliciete vrouwenkus waarmee het openingsballet eindigt tot de vermeende herenromance in het lied Prins Hendrik en ik – door Sprong vertolkt in plaats van Jasperina de Jong, toepasselijk tussen de koetsen in de Koninklijke Stallen. Genoeg vrolijk makende verwijzingen dus in dit zwierige programma, dat online in première ging op Koningsdag en op vrijdag – onze voormalige Koninginnedag – wordt herhaald.
Zoals gebruikelijk brengen Stuart en Sprong nieuwe en bestaande choreografieën samen rond een thema, in dit geval een knipoog naar de koninklijke allure van de hofstad – hun thuisbasis. Eerder deden ze dat met de liefde in Julia & other love stories(2020) en zwart-versus-wit in Ballet Black & White (2019). Nu Royal Ballet (2021) een filmadaptatie is geworden in plaats van een tournee, krijgen de zorgvuldig geselecteerde locaties door de Haagse regisseur Takis Tap een hoofdrol toebedeeld. Kostuums, motoriek en beeldkader zijn stijlvol afgestemd op de omgeving. Zo worden de zeven dansers in V-formaties tijdens Nimrod (2015) uit de verte en de hoogte gefilmd op het Zuiderstrand; ze zijn gehuld in de babykleuren lichtblauw en roze, alsof ze net uit de zee of een schelp gekropen zijn.
Ook het koninklijk blauw met oranje accenten van de kostuums uit het krachtige nieuwe duet van Wubkje Kuindersma, Tabula Scripta (2021), kleurt fraai met de statige omgeving van de bovenzaal van de Koninklijke Schouwburg – het lijnenspel concentreert zich rond een tafel in het midden. Fraai uitgelicht is het sextet op de groene mat in het ruime loading dock van de schouwburg. Wel zie je aan de lichtval dat het resultaat een montage is van meerdere opnames. Maar een kniesoor die daarop let. Ook hier valt op hoe vanzelfsprekend en toch geraffineerd Stuart zijn Structon (2016) laat eindigen met lifts van een vrouwenduo, mannenduo en man-vrouw-duo.
Opvallend in Royal Ballet is de profilering van de jonge, nieuwe assistent-artistiek leider Kiran Bonnema (23). In Last Seven Words (2018) van De Dutch Junior Dance Division stond hij al centraal als Jezusfiguur. Niet alleen danst hij een mooie persoonlijke solo, Dubio (2020), over het niet willen en niet kunnen kiezen tussen de vrouwelijke en mannelijke expressie van één lichaam, ook tekent hij voor de choreografie van Boxed (2021). Dit nieuwe sextet in de ruwe, kale kelder van de Elektriciteitsfabriek, valt uiteen in drie delen, die allemaal met scherp zijwaartse armbewegingen, strak op (wisselende) muziek zijn gezet. Bonnema voegt genoeg dwarse haakjes in om de choreografie niet volledig met de beat, de swing of de verwachting samen te laten vallen.
Het tiendelige programma eindigt met Stuarts klassieker Stamina (2007), gemaakt voor de 70ste verjaardag van toen nog Koningin Beatrix in Koninklijk Theater Carré. Nu gaan de zeven dansers van De Dutch Don’t Dance Division met sportieve motoriek lekker los in de renbak van de Koninklijke Stallen. De kleuren van de shirts boven hun kniebeschermers vormen precies de regenboogvlag. Want Stuart en Sprong, met in hun kielzog de jonge Bonnema, zijn en blijven speelse pleitbezorgers van de zichtbaarheid van de LHBTIQ+-community.
Foto: Takis Tap