Na afloop van ‘Spijkers 2’ ben je toe aan een slivovic *****
Nietjes dansen de tango op een ijzeren plaat. Een zaag verschijnt in beeld, de tanden scherp en roestig. Keer de zaag om, laat er een scheepje overheen varen en de zaagtanden verbeelden de golven. Een oude krant gooien we met gemak weg, we maken er een prop van. Maar vouw de krant weer open en strijk het papier glad. Draai met behendige vingers zodanig aan de punt, dat er een hoofd ontstaat met een gezicht. Al veertig jaar maakt TAMTAM uit Deventer ‘objektentheater’, zoals het artistieke duo Gérard Schiphorst en Marije van der Sande het noemt.
Theater is de kunst van de metamorfose, van de transformatie. Dat gebeurt natuurlijk in het ‘officiële theater’, maar in objecttheater – zoals deze stroming heet – is dat in extreme mate het geval. Eigenlijk lijkt het artistieke credo eenvoudig: neem een voorwerp, manipuleer het zodanig dat het levend wordt, bezield, en dat maakt het tot theater. Met de jubileumvoorstelling Roestige spijkers & andere helden in de Deventer Schouwburg brengt TAMTAM twee in artistiek opzicht belangrijke uitvoeringen in Nederland, ontleend aan hun repertoire. Het theaterduo heeft wereldwijd rondgereisd. En terecht.
Schiphorst en Van der Sande zelf staan live op het podium, in onopvallend zwart, feitelijk onzichtbaar. Links staat een tafel, hun tekentafel zogezegd. Daarop liggen talloze objecten, gevonden voorwerpen en eigenlijk alles wat de mens niet waardevol vindt. Hun werk is een eerbetoon aan gevonden voorwerpen, een hulde aan de schoonheid van alles wat achteloos wordt weggegooid. Ze spelen ermee. Een camera projecteert de voorwerpen, bezield geworden onder vier handen, op een groot doek. Daar wordt het de puurste vorm van theater. Een krant, een stuk gereedschap, rubberen werkhandschoenen, een bokshandschoen, stukjes ijzerdraad: alles transformeert tot theateracteurs die onze verbeelding prikkelen.
Het openingsbeeld is veelzeggend. Een keur aan losse voorwerpen ligt op de tafel, het lijkt op de vloedlijn aan het strand. Het ronde cameraoog glijdt over een rafelig visnet, inderdaad ook spijkers, een stuk karton. En daaruit ontstaat een verhaal. Een stuk wrakhout heeft twee gaten die opeens ogen lijken, en het voorwerp wordt een monster. De animatievoorstelling wordt artistiek begeleid door landschapskunstenaar Jeroen van Westen (hij is de zogenoemde ’third eye’) en heeft advies van Henk Boerwinkel, een van Nederlands belangrijkste poppenspelers uit de jaren zeventig.
Het knappe van Roestige spijkers & andere helden is het geven van een tweede leven aan liefst afgedankte voorwerpen. Met muzikale begeleiding van Schiphorst zelf krijgen beide voorstellingen, die fraai in elkaars verlengde liggen, een mooie suspense. Neem bijvoorbeeld een lang kleed, en draai er bepaalde plooien in en het kleed wordt een danseres, een lichtvoetige ballerina. De voorstelling is pure poëzie. Het intrigerende is dat we zowel de makers zien als het resultaat, de making-of. Dus je blik gaat van de animatietafel naar het scherm en weer terug. Zelfs de scherven van een grammofoonplaat kunnen tot leven komen, en tonen de liefde tussen Romeo en Julia.
Een voorstelling als deze leert je opnieuw kijken naar alle voorwerpen die we dagelijks om ons heen zien, maar waaraan we geen aandacht schenken. Normaal gesproken tenminste. TAMTAM maakt niet alleen de voorwerpen als nieuw, ook onze ogen. Die zien alles als met prille fantasie.
Foto: Femke Teussink