We, the Shameless door ICK Dans Amsterdam (choreografie: Emio Greco en Pieter C. Scholten) biedt de toeschouwer een volledig nieuwe blik op de danssolo. In deze performance delen twee vrouwen de gehele bühne. Ze vloeien in, uit en langs elkaar, verbeelden samen één collectief lichaam. (meer…)
Hé, bij binnenkomst ruiken we dat er nog wordt gerookt in dit theater. Of in deze bokswedstrijd. De rokers, twee vrouwen in bokskledij, staan in twee hoeken van de boksring, die in het midden van de speelvloer staat opgesteld. Publiek zit er aan vier kanten omheen.
Rocco/Rocca is een remake van de voorstelling Rocco die Emio Greco en Pieter C. Scholten in 2011 bij ICK maakten, destijds met vier mannelijke danser. In 2015 werd het werk naar verluidt door Ballet national de Marseille opgevoerd met een geheel vrouwelijke cast (hoewel we op de YouTube-clips van het gezelschap een versie met een mannelijk bokserpaar zien).
Hoe het ook zij, Rocco/Rocca is een vervolg op de eerdere voorstellingen, in een versie ‘waarin gender er niet meer toe doet’, aldus de makers. ‘Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig, ook in hun intense fysieke en emotionele overgave aan zowel verlangen als strijd.’ Vandaar de naamsverandering.
Het werk is gebaseerd op de sociaal-realistisch film Rocco e i suoi fratelli uit 1960 van Luchino Visconti, over een familie met vier broers die van het verarmde platteland als gelukszoekers naar de stad trekt. Eerst vertrekt een oudere broer, en als dat door liefde en drank mislukt, probeert de jongere broer Rocco voor de familie bestaanszekerheid te verwerven als bokser. Broederliefde en rivaliteit zijn belangrijke thema’s. Het Rocco-personage werd gespeeld door het hetero- en homo-erotische stijlicoon Alain Delon.
Terwijl de twee vrouwen in de boksring (Sixtine Biron en Jordaine Lincoln) het begin van de wedstrijd afwachten, voert het andere paar (Denis Bruno en Hiroki Nunogaki – waarvan pas later blijkt het mannen zijn) op donkergrijze muizenmaskers na geheel in het zwart gekleed, een pantomime op. Ze doen daarbij denken aan cheerleaders bij een boksmatch. Daarna wisselen ze van plaats met de vrouwelijke boksers en gaan ze als zwarte schaduwen in de hoeken van de boksring zitten.
Fladderend als vogeltjes
Dan barst de strijd los. Intussen horen we uit de luidsprekers een collage van omroepstemmen en geroezemoes als bij een bokswedstrijd, abstract elektronisch geknisper (dat associaties oproept met het geluid van bankbiljetten die rondgaan bij weddenschappen die in het publiek worden afgesloten) en polkamuziek. Als teken dat de wedstrijd begint, volgt op vol volume het geluid van een bel die bij elk volgend onderdeel weerklinkt. Op momenten dat de boksers even rustig aan doen horen we een zangeres zachtjes in het Italiaans het ‘Do Re Mi’ uit The Sound of Music zingen.
De twee vrouwen bewegen in cirkels, in het begin centripetaal, rond een smalle schacht van licht, vervolgens centrifugaal steeds verder uit elkaar. Naarmate ze verder van elkaar af bewegen, draaien ze steeds sneller rond. De bewegingen volgen de stijl die Emio Greco zelf heeft uitgevonden, schokkerig, af en toe fladderend als vogeltjes. En eigenlijk maken ze geen boksbewegingen.
Op een gegeven moment nemen de zwarte figuren het toneel over. Eerst roepen ze dat het pauze is. De ene gaat rond als snoepverkoper met een dienblad vol snacks hangend aan zijn nek, de ander begint aan een warming-up. De muizenmaskers zijn inmiddels af, we zien nu hun gezichten.
Nu volgt een wedstrijd, die, net als eerder bij de vrouwen, steeds intensieve wordt. De lichtschacht en de lichtcirkel zijn weg. Ze bewegen eerst in het halfduister. Ze lopen telkens recht op elkaar, raken elkaar aan, slaan op elkaar in, pakken elkaar vast, slepen elkaar rond, liggen samen op de grond. Tussen de rondes gaan steeds meer kledingstukken uit.
We zien achtereenvolgens hun gezichten, hun torso’s, en een glitter- en een leren broek die ze onder hun zwart droegen. Intussen verandert ook het muzikale landschap en weerklinkt het Gloria uit het Dixit Dominus van Handel, psalm 110 (in de Vulgaat 109).
Gewelddadigheid
Nou is de tekst daarvan van een gewelddadigheid van heb ik jou daar! ‘De Heere heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.’ Vroeger dacht ik altijd dat die Heer van de huid van onze vijanden een prettig leren voetenbankje had gemaakt. In de juistere lezing valt het een beetje mee: Hij laat ze voorover knielen en we kunnen over ze heen lopen. Dood gaan ze wel; verderop in de psalm: ‘Hij zal recht doen onder de heidenen: Hij zal het vol dode lichamen maken: Hij zal verslaan dengene (sic), die het hoofd is over een groot land.’
Heel actueel, helaas; dit soort ideeën wordt er dagelijks via onze religies ingehamerd. Overigens gebruikt ICK alleen het Gloria verderop in de Dixit Dominus-tekst, zonder voetenbankjes en dode vijanden. Veel martial arts zijn trouwens toonbeelden van vreedzame co-existentie – waarvan bijvoorbeeld Marloes Coenen, moderator van het nagesprek en Mixed Martial Arts-wereldkampioene, de personificatie is.
De twee mannelijk dansers hanteren eerst een tamelijk klassieke techniek, later wordt het meer hiphop, als het nummer ‘Tagomago’ weerklinkt (genoemd naar naar verluidt Europa’s meest luxueuze privé-resort vlakbij dansparadijs Ibiza). Daarna gaat de muziek over in metrisch steeds complexere Drum-‘n-bass-patronen, waarop de dansers ook steeds complexere synchrone bewegingen maken, op steeds beperkter slagwerk-instrumentarium, op den duur alleen een hihat-bekken, half funky als Isaac Hayes’ ‘Shaft’.
Een innige omstrengeling
De twee vrouwen waren intussen van het toneel verdwenen, maar komen nu één voor één weer op, waarbij Sixtine Biron een steeds inniger duet heeft met Denis Bruno, onder meer op de Italiaanse schlager ‘Parole, Parole’ in de uitvoering van Dalida en Alain Delon, beginnend met bokshandschoenen en eindigend met een innige omstrengeling op de vloer. Het geheel eindigt met alle vier dicht bij elkaar rond de centrale lichtschacht die we in het begin zagen.
Er is niemand bij van de oorspronkelijke cast. Wel hebben de twee mannen ongeveer de leeftijd die hun oorspronkelijke equivalenten nu ook zouden hebben. In vergelijking met de vorige versie is de wildheid een beetje afgenomen, en ook iets van de homo-erotische sensualiteit. Daarvoor zijn de nieuwe thema’s in de plaats gekomen van genderfluïditeit en -universaliteit en het ouder worden.
Foto’s: Alwin Poiana
Met aandacht lees ik uw stuk, maar eerlijk gezegd verlang ik van een recensie iets meer dan ik zelf met eigen ogen en oren kan waarnemen…Mevrouw Derks’ kritiek van een moderne opera van een paar dagen terug kwam ook al niet veel verder. Hou het niveau van de kritiek op peil, Theaterkrant!
Dank. Toch heb ik vrij veel achtergrondinformatie toegevoegd over de totstandkoming van deze nieuwe versie en een vergelijking gemaakt met de vorige. En ik heb het een en ander vermeld over de gebruikte muziek dat u misschien niet met eigen oren had gehoord. ;-) Maar ik probeer inderdaad de lezer eerst mee te nemen naar de voorstelling en dan met een analyse te komen.
Wat u benoemt is waar, en inderdaad had ik niet ieder muziekstuk herkend. Maar een recensie verlangt toch een vleugje meer positief of negatief waarderende woorden, anders is het geen recensie, maar een verslag. Dat hoeft uiteraard niet snoeihard, maar iets meer dan dit mag er toch wel staan.
Dank. Ik meen dat er een positief oordeel doorklinkt. Zo was het bedoeld. Maar ik houd ook een beetje van de verslag stijl.