Het komt als een schok: Madama Butterfly is naar hedendaagse normen geen ‘madama’, maar een meisje nog, ze is vijftien jaar. Vol trots zingt de titelheldin uit Puccini’s zevende opera uit 1904 haar geliefde toe, de Amerikaanse marineluitenant Franklin Benjamin Pinkerton. Hij schat haar twintig, daarna tien en zij geeft het uiteindelijke antwoord. Madama Butterfly is verliefd op deze man uit het grote land in het westen, en ze is blij dat zijn liefde haar verlost van een betrekkelijk uitzichtloos bestaan als geisha. (meer…)
Oogverblindende kostuums van Jan Taminiau. Check. Oorbedwelmende muziek van Willem Jeths. Check. Zinsbegoochelend toneelbeeld en dito belichting van Marc Warning en Alex Brok. Check. Geestprikkelende regie van Marcel Sijm. Check. Adembenemende performance van Verity Wingate als hoofdpersoon Luisa Casati. Check. Vindingrijk libretto van Frank Siera. Check. Gepaard aan een fijnzinnige choreografie van Zino Ainsley Schat en een cast van topzangers heeft Ritratto van Willem Jeths alles in zich om uit te groeien tot een wereldhit.
De langverwachte première van Ritratto stond gepland voor 13 maart 2020, maar viel in duigen toen Rutte een dag eerder draconische coronamaatregelen afkondigde. Vliegensvlug huurde De Nationale Opera extra cameralieden in om de generale repetitie diezelfde avond op video vast te leggen. De wereldpremière vond online plaats op 21 maart. Ik zat aan mijn beeldscherm gekluisterd, betoverd door de prachtige muziek, de sfeervolle enscenering en de intense uitvoering met Amsterdam Sinfonietta in de bak van Internationaal Theater Amsterdam.
Maar, om te spreken met Johan Cruijff: elk nadeel heb se voordeel. De videostream werd ruim 76.000 keer bekeken, een bezoekersaantal waarvan je als operahuis enkel maar kunt dromen. Een tweede geluk bij een ongeluk: ook de première van Innocence van Kaija Saariaho viel ten prooi aan corona. De opera van Willem Jeths kon naadloos worden ingeschoven op de leeggevallen plek. – Zij het verplaatst naar het grotere toneel van de Nationale Opera en Ballet en begeleid door het Residentie Orkest.
Op het eerste gezicht lijkt er weinig veranderd ten opzichte van de videopremière. Het sprookjesachtige grijsblauwe toneelbeeld met slingers van aan elkaar geregen zeepbellen en de extravagante uitdossing van de personages zijn gebleven. Door de perspectiefwerking valt nauwelijks op dat zij meer afstand van elkaar houden dan in het origineel.
Op de momenten dat dit wel gebeurt versterkt dat zelfs de boodschap: Luisa Casati stelt zichzelf weliswaar nadrukkelijk en voortdurend centraal, maar gaat emotionele betrokkenheid uit de weg. Wanneer Romaine Brooks haar portret schildert en op fluistertoon Luisa’s ogen, borsten en vrouwelijkheid bezingt raken de voormalige geliefden elkaar, anders dan in de videoproductie, geen seconde aan. Een mooie verbeelding van de kloof tussen werkelijkheid en kunst.
Want wat is waarheid? Dat is de kernvraag in Ritratto. Luisa Casati – gebaseerd op de gelijknamige societyfiguur die leefde van 1881 tot 1957 – ziet zichzelf als levend kunstwerk en daarmee als de belichaming van de waarheid. Deze laat zij voor het nageslacht vastleggen in portretten van kunstenaars als Kees van Dongen en Man Ray. Haar minnaar Gabriele D’Annunzio zoekt de waarheid in oorlog, Romaine Brooks kiest voor echte liefde. ‘Jij hebt nooit van Luisa gehouden’, bijt ze de dichter toe.
Vergeefs houdt ze ook Luisa een spiegel voor: ‘Wil je een object zijn of een subject, Dorian Gray of Jeanne d’Arc?’ Luisa weigert in de spiegel te kijken en acht zelfs de zojuist uitgebroken Eerste Wereldoorlog ondergeschikt aan haar streven. Wanneer D’Annunzio schrijft een oog verloren te hebben in de strijd en daardoor nog diepere inzichten te hebben verworven, steekt ze zich de ogen uit om het schilderij van Brooks levensechter te maken.
Twee doffe klappen in het slagwerk maken dit gruwelijke moment invoelbaar; op de tweede slag dooft al het licht. Met dergelijke schijnbaar banale maar doeltreffende middelen verbindt Ritratto het volkse met het verhevene. Zo plaatsen Willem Jeths en zijn team de opera in de beste Italiaanse traditie. Een kleurrijk palet van zoetgevooisde koorpartijen, aria’s met Puccini-allure en dramatisch-dissonante uitroepen van het orkest worden afgewisseld met ingehouden orkestpassages, stampende marsen, ballroommuziek en walsen à la Johann Strauss.
De partituur vormt een perfecte evenknie van het spitsvondige libretto van Frank Siera. Terugkerende harmonieën en melodieën in een overwegend tonaal idioom bieden de luisteraar een aangenaam houvast. Jeths weet bovendien feilloos hoe hij moet schrijven voor de menselijke stem. De zanglijnen zijn uiterst zwierig en worden vaak gekoppeld aan al even zinstrelende melodieën van solo-instrumenten, waarbij vooral klarinettist Arno Stoffelsma en fagottiste Gretha Tuls indruk maken.
Ook de uit overwegend jonge zangers bestaande cast is uitmuntend. Een glansrol is er voor de Zuid-Afrikaanse bariton Marin Mkhize. In een goudkleurig Romeinenpak verwelkomt hij ons op het feest in de Venetiaanse villa van zijn bazin Casati, waar het verhaal zich afspeelt. Met zijn warme timbre en onberispelijke dictie is hij woordelijk te verstaan. Paride Cataldo is met zijn stalen tenorstem de ideale macho D’Annunzio; zijn stoere pose wordt geestig benadrukt door de prominente leren buidel voor zijn geslachtsapparaat. De Britste mezzosopraan Polly Leech is een al even gedroomde Romaine Brooks. Als stem van de buitenwereld/het geweten draagt zij als enige geen buitenissige outfit maar een pak met hoge hoed.
Onovertroffen ster van de avond is de sopraan Verity Wingate, die van begin tot eind op het podium staat en schijnbaar moeiteloos haar bepaald niet makkelijker zangpartij voor het voetlicht brengt. Vloeiend schakelt zij van de hoogste naar de laatste registers zonder ook maar één noot te missen. Haar dynamiek is adembenemend: zelfs in de allerhoogste regionen durft zij nog gas terug te nemen, waarbij haar stem loepzuiver en hoorbaar blijft.
Ontroerend is het moment waarop zij inziet dat ze altijd in een leugen heeft geleefd: kunst is niet de waarheid, het is enkel kunst. Haar nauw hoorbare, in het niets wegstervende verzuchting ‘it’s art, art, art, art….’ gaat door merg en been. En toch. Luisa Casati mag zich dan realiseren dat er niet zoiets bestaat als een levend kunstwerk, haar vertolkster Wingate komt aardig in de buurt.
Geoffrey Paterson dirigeerde eerder de videopremière van Ritratto en voert ook nu zangers en musici met zekere hand door de partituur. Toch mist deze eerste live uitvoering de intense zeggingskracht van het origineel. Natuurlijk, die kwam tot stand met een ‘nu of nooit gevoel’, maar de musici van het Residentie Orkest zijn hoorbaar minder vertrouwd met moderne noten dan Amsterdam Sinfonietta. Kleine oneffenheden in ritmiek en intonatie zullen in de komende voorstellingen vast nog gladgestreken worden.
En voor wie er niet bij kan zijn is er goed nieuws: de uitvoering van 12 maart verscheen gisteren op cd.
Foto: De Nationale Opera, Sanne Peper.