Pakweg het eerste uur in Hotel Wonderland ben je tamelijk overrompeld door de prachtige scenografie in de loods van vierduizend vierkante meter, waar de voorstelling zich afspeelt. Het tweede uur begint op te vallen dat het inhoudelijk wel erg aan de oppervlakte blijft. Een uur later ben je helemaal murw geslagen door de zichzelf herhalende en voortdurend heen en weer rennende personages. Nog een uur later ben je vooral opgelucht dat je weer buiten op het HEM-terrein staat. (meer…)
Een tafeltje met een laptop en een tekentablet staat vlak voor de eerste rij stoelen, in het midden. Het staat zo opgesteld dat degene die daar plaatsneemt met zijn rug naar het publiek zit. De blik vanuit deze plek richt zich op de achterwand, een vloerbreed wit doek aan de overkant van de witte vloer. Net als de blik van het publiek. We kijken samen dezelfde kant op. Betekent dat ook dat we samen beleven wat er in de voorstelling Revisiting Wonderland van Cocoondance gebeurt?
Voordat we de dansende Alice in dit nieuwe wonderland ontwaren verschijnt op het grote scherm een animatie van een getekend konijn in zwart-wit. Langzaam roeit het beest naar achteren – dat wil zeggen: het geloopte beeld wordt kleiner en kleiner op het scherm geprojecteerd, zo houdt het oog onze hersens voor de gek. En het voor de gek houden is in Lewis Carrolls vaak vertelde verhalen over Alice een van de blijvende attracties. Voortdurend vraag je je af of de personages die het meisje tegenkomt hun beweringen en gedragingen nu serieus menen of haar, of zichzelf, of de lezer in de maling nemen. Choreografe Rafaële Giovanola en dramaturg Rainald Edrass van het in Bonn gevestigde gezelschap Cocoondance hebben er een technologische variant op gevonden: animator Simon Rouby gaat via zijn draw pad virtueel de vloer op met danseres Laure Dupont.
Hij buit de mogelijkheden om vanuit een plat scherm een wereld in 3D neer te zetten adequaat uit. Er is een prachtig uitgewerkte scène waarin Dupont en haar getekende alter ego worstelen met het raster waarin de getekende danseres vastzit. Maar toch wil het stuk maar niet tot leven komen, hoe mooi de grafische vondsten hier en daar ook zijn. De dans komt er simpelweg te bekaaid vanaf. De beelden buitelen over de danseres heen, dekken haar af, laten haar wegvallen. Laure Dupont kan haar eigen verhaal niet kwijt tegenover zoveel grafisch geweld.
Het dansmateriaal zelf is niet steeds even scherp; ingezette lijnen worden niet afgemaakt, binnen dezelfde scène slaat de emotie zonder aanwijsbare reden ineens om van opgewekt naar wanhopig. Te vaak vervalt het gedanste materiaal in het nadoen van wat er op het scherm te zien is: poses op de foto’s die Lewis Carroll nam van jonge meisjes, nadansen wat een avatar op het scherm toont. De dans is volgend in plaats van bepalend, en net als de animator zoekt de danseres de blik van de kijker niet. Ze toont haar eigen blik niet – ook niet wanneer ze recht voor ons staat om haar portret te laten tekenen door haar medespeler.
En hierdoor vormt de dans geen volwaardige tegenkracht voor de technologie. Zo wordt Revisiting Wonderland helaas niet meer dan dat: een nieuwe verkenning van een wonderlijk land. Maar zonder de blik van Alice. Het is juist die blik die dit land zo wonderlijk maakt; het meisje is de buitenstaander die alles bevraagt, niets begrijpt en niet begrepen wordt. Zo struikelt ze van faux pas naar spraakverwarring. Mag ze er nu wel bij horen of niet, dat is haar heel menselijke, herkenbare worsteling. Dat aspect wordt hier jammer genoeg niet uitgewerkt.
Foto: TANZweb/Klaus Dilger