De voorstelling Steffa combineert twee uitersten: het nuchtere Groningen en de temperamentvolle flamencocultuur. Het is het levensverhaal van de omstreden Nederlandse danseres Steffa Wine, die ook tijdens de Tweede Wereldoorlog de schouwburgen aandeed met ballet en Spaanse dans. (meer…)
Flamenco is een oude, sterke en trotse traditie. Je kunt er dus donder op zeggen dat er een kunstenaar te vinden is die daaraan gaat morrelen. Manuel Liñan is zo iemand. Hij wilde altijd al dansen in zo’n mooie zwaaiende jurk en nu doet hij dat ook op het podium: in zijn vorm van flamenco blijft veel bij het oude, maar stelt hij ook genderkwesties aan de orde.
Hij draagt een bata de cola, de traditionele jurk met een lange sleep vol ruches, en een mantón, een omslagdoek, maar verder doet hij niet zijn best om op een vrouw te lijken. Hij mept zijn sleep heen en weer en gebruikt zijn mantón zo nodig als lasso. Zijn dans is een mannendans met vrouwelijke attributen, zij het dan dat zijn heupen en handbewegingen zich niet helemaal schijnen te houden aan de regels van de baile masculin, zoals die lang geleden weleens zijn opgesteld.
Ook in flamencoland is het geen 1920 meer, maar wie de traditie naar zijn hand zet, moet wel even een verklaring afleggen. Manuel Liñán doet dat ook; bij de ontmoeting met de spelers achteraf zegt hij steeds hoeveel respect hij heeft voor de traditie. Intussen eist hij ook zijn artistieke vrijheid op en danst hij de rol van het andere geslacht. Soms met ironie.
Reversible van Manuel Liñán en zijn gezelschap is een van de eerste voorstellingen van de zesde Flamenco Biënnale. De komende weken zijn in het hele land ruim twintig voorstellingen te zien. Topflamenco, zowel naar Nederlandse áls Spaanse maatstaven, belooft festivaldirecteur Ernestina van de Noort ons.
Begeleid door twee uitstekende zangers (Miguel Ortega en David Carpio), twee virtuoze gitaristen (Francisco Vinuesa and Pino Losada), een percussionist (Miguel ‘El Cheyenne’) en klapper/zanger/acteur El Torombo, een soort Michiel de Ruyter van het zuiden, dansen Liñán, José Maldonado en Lucia ‘La Piñona’ het vuur uit hun hakken. Veel van de muziek komt uit De romance van de non. Dat is een traditioneel werk, waarin al de repressie van de vrouw aan de orde komt. Jammer dat we niets van de tekst meekrijgen.
De doorbreking van sekserollen komt steeds terug in de dans. Mannen dansen als mannen en vrouwen, en ook La Piñona hult zich soms in mannenkleren. Ze dwingen de vrijheid van rol af; de kwistig uitgestrooide rozen zijn daarvoor een symbool. Veel van de dans is traditioneel flamenco, maar de interactie tussen Liñán en Maldonado heeft soms meer weg van moderne westerse dans. Ze hoeven de folklore niet voorbij, maar het kan wel.
Reversible is een mooie mix van traditie en verdere verkenningen. Ook in Spanje wordt dat geaccepteerd; een flamencofestival in Jerez koos de voorstelling van Liñán voor op de poster. Bij de combinatie van genderkwesties en traditie wordt niet meer afkeurend gefronst. Het schijnt dat de invoering van het homohuwelijk in het land daar een stimulerende bijdrage aan heeft geleverd. Spanje heeft de tijd van Het huis van Bernarda Alba wel achter zich gelaten.
Foto: Marco Gpunto