In Hallo Dampkring zet Artemis ongegeneerd in op schuldgevoel en sentiment ****
Ouders die hun pasgeboren kind in handen hebben: hoe onhandig zijn zij. Dat breekbare prille leven in hun handen. De zorg en aandacht die het vereist. De vondst van theatermaker Jetse Batelaan om die ouders reuzen te laten zijn, is schitterend. Twee meter lang zijn ze, de jonge ouders. Inderdaad, reusachtige handen waarin zo’n klein leven makkelijk verkruimelt.
De voorstelling Reuzen van theatermaker Jetse Batelaan ging in 2011 in de grote zaal bij het Ro Theater in première. Nu beleeft de voorstelling in het wijde, open duinlandschap tijdens Oerol 2015 een remake. Interessant is de verandering van schaal: in het indrukwekkende landschap zijn reuzen iets minder reusachtig. Anderzijds lijkt het landschap opeens nietiger door die verschijning der reuzen. Deze perspectiefwisseling geeft aan Reuzen een nieuwe dynamiek.
Schoolkinderen verwelkomen de bezoekers op de locatie van Arjens Dune. Ze vertellen dat de voorstelling negen taferelen toont, alsof we in een kinderboek lezen. De toeschouwer moet als het ware met het oog van een kind naar de voorstelling kijken. De reus spreekt in een wel heel eenvoudige, rijmende taal, als een kindervers. Hij wil de reuzin, de prille moeder, geruststellen en telkens weer zegt hij ‘Lieverd, het komt goed’. Maar zij vervalt in een postnatale depressie. De reus bezoekt een speelgoedwinkel om het kind iets te geven, maar in die winkel is het niet pluis.
Er dienen zich meerdere verhaallijnen aan. Een invalide man meldt zich bij een overheidsinstantie met het verzoek om zijn kind van tien jaar bij zich te mogen houden, maar hij wordt bot bejegend. Er is het besluit genomen dat het meisje elders moet worden geplaatst. Zijn dochtertje staat naast hem, aan de rolstoel. Dat is een ontroerend beeld, het hoopvolle kind dat haar vader wil troosten. In een andere verhaallijn gaat het over een jong stel dat uit elkaar gaat, en ook hierin speelt de zorg voor een kind een cruciale rol. In het toneelbeeld, ontworpen door Theun Mosk, zien we een huis dat uit een berg lijkt te bestaan met steile flanken, een soort berghol. Er is een prachtige soundscape van Keimpe de Jong. De tekst is, zoals we gewend zijn bij Batelaan, ondergeschikt aan het beeld.
Batelaan maakt van Reuzen een heel droeve vertelling, die ook door het Oerolpubliek als ernstig werd ervaren. De weerloosheid van kinderen in verhouding tot hun ouders is zijn gewaagde thematiek. De voorstelling had gewonnen bij meer strakheid en kortere duur, de scènes trekken soms teveel, worden uitgerekt en dat haalt de mysterieuze, sprookjesachtige entourage eruit. Ook is de tekst net iets te veel op kinderrijmpjes gebaseerd. Een volwassen publiek vraagt toch meer van die gevoelige spanning tussen ouders en kinderen.
Batelaan onderbreekt zijn voorstelling door zelf op te komen en zich als kind van zijn ouders voor te stellen. Dat is verrassend, alsof hij aan Reuzen opeens een andere wending wil geven: dit is geen sprookje, dit is mijn werkelijkheid. Ik ben dat kleine kind in reuzenhanden. Reuzen sluit aan bij Broeders, dat eerder ook op Oerol te zien was. Batelaan kan als geen ander een wereld oproepen waarin sprookjes een enge kant krijgen. Dat maakt zijn theaterwerk uniek. Acteurs Gijs Naber, Raymond Thiry en Anneke Sluiters weten dat schimmige grensgebied sterk uit te beelden. Het mooiste beeld blijft dat van de reus die in het overweldigende landschap een kinderwagen voortduwt: het contrast kan niet dramatischer en mooier.
Foto: Kurt Van der Elst