Bloed, zang, dood én de liefde. Al meer dan twintig jaar maakt Golden Palace magisch-fysiek theater over de absurde tragiek van het leven. Met Engelenburcht in een regie van Ingrid Kuijpers brengt het theatergezelschap een lofzang aan de zorgzaamheid. (meer…)
Hij is een godheid. Een Michelinmannetje: de Franse kok die de hakbijl zwaait in restaurant Amore. Wat hij zijn gasten voorzet in zijn vijf-sterren-zelfbedieningsrestaurant is haute cuisine om je vingers bij af te likken. Dat gebeurt dan ook volop door de restaurantgasten die de nieuwste voorstelling van Golden Palace bevolken.
Het is een bont gezelschap: de gracieuze Italiaanse schone, de swingende jongeman met de ondeugende ogen, de keurige mevrouw met haar loflied op de pannenkoek. De één spreekt Italiaans, de ander Engels. Maar ze ontmoeten elkaar in hun gemeenschappelijke passie: de culinaire mondwonderen die de kok van restaurant Amore hen laat beleven.
Maar wat gebeurt er als er een onbekend stelletje arriveert dat de mores van restaurant Amore nog niet kent? De kalende Nederlander past zich al snel aan als hij kennis maakt met de amuse van de kok. Zijn vriendin heeft er meer moeite mee. Hun intiem diner voor twee kent, op zijn zachtst gezegd, een ander verloop dan gepland en ontaardt in een culinaire orgie.
Dat is Golden Palace wel toevertrouwd. De voorstelling die de mimegroep voorschotelt kent een aantal vaste waarden: het fysieke spel, de hysterische chaos, de absurde uitvergrote situaties en humor. De kijker komt ogen te kort, want overal gebeurt op hetzelfde moment wel iets. Er wordt vakkundig en met plezier gespeeld. Vooral in de kleine, veelbetekenende blikken en bewegingen toont de groep onder leiding van Ingrid Kuijpers zich een goed observeerder van de menselijke soort.
Met een voorstelling over eten zit je midden in de actualiteit. Nooit eerder was er zoveel aandacht voor voedsel. Van Heel Holland Bakt tot Ramon Beuk die recepten bedenkt voor Lidl. Sterrenkoks zijn idolen geworden en zie je opduiken in kranten, tijdschriften en op tv. Hun hemelse gerechten worden aanbeden door hun volgelingen. Over die culinaire verering gaat Restaurant Amore.
Maar niet alleen daarover. Er zit een keerzijde aan onze eetcultuur. E-nummers, obesitas, boulimia, allergieën, de bio-industrie, kanker. Het is geen vrolijk lijstje, maar onmiskenbaar onderdeel van onze verziekte eetconsumptiemaatschappij. Aandacht voor die keerzijde zou Restaurant Amore noodzaak moeten geven. Maar dat lukt niet helemaal.
Om het óók over die negatieve kant van ons voedsel te kunnen hebben, past Golden Palace een kunstgreep toe. De voorstelling ademt nostalgie – in kleding, muziek (Eartha Kitt’s C’est si bon) en het vintage toneelbeeld. In een hoek van het Amsterdamse School-achtige decor dat Douwe Hibma ontwierp, hangt een stijlbreuk:een modern videoscherm. Daarop worden allerlei beelden getoond. Paddenstoelen in het bos, de K3-achtige Fast Food Song. Maar ook is te zien hoe de bio-industrie omgaat met de dieren die op ons bord verschijnen. Dat zijn nare beelden, die schreeuwen om commentaar.
Dat gebeurt in deze voorstelling te weinig. Er zijn een paar rake momenten waarop daar wel sprake van is. Bijvoorbeeld de verheerlijking van foie gras wordt begeleid door horrorbeelden van ganzen die voer door hun strot geduwd krijgen. De afschuw van de één zorgt voor onverschilligheid bij de ander: dat is traditie.
Die momenten zijn wat mij betreft te schaars. Golden Palace blijft met deze voorstelling te veel hangen in het culinair orgasme dat vijfsterrenvoedsel teweeg kan brengen. Dierenleed, de fastfoodindustrie, boulimia – het wordt allemaal aangestipt, maar te weinig uitgewerkt.
Daarmee is Restaurant Amore vooral een voorstelling vol humor, creativiteit en spelplezier over het genot van eten. Maar uiteindelijk verlaat je de voorstelling met het onbevredigende gevoel dat het allemaal wat scherper, kritischer en meer confronterend had mogen zijn.
Foto: Ben van Duin