De molenaarsdochter heeft een gedwongen afspraak met de koning. Zij wil geen jurk aan, ze wil ook haar haar niet kammen en ze wil geen parfum, ook al stinkt ze naar varkenspoep. Het zal toch maar een kort bezoek worden. Denkt ze. Hoopt ze. (meer…)
Je naam geven? Repelsteeltje is duidelijk als bezorger Ko Nijn een pakje voor de buren wil afleveren: ‘Ondertekenen? Met mijn naam! Niet te geloven. Met mijn naam en handtekening kunnen jullie alles doen wat jullie willen. Ben je gek of zo?’ Identity theft is zijn grootste angst, zo bleek een uur eerder al tijdens een ruzie met zijn vrouw Karla.
Het is een vermakelijk hoogtepunt in de als vanouds propvolle familievoorstelling van Theater Rotterdam. Maar ditmaal geen sprookje dat op groteske wijze met vele subplotjes opgetuigd wordt en daarin vrolijk verzandt. Regisseur Pieter Kramer en tekstschrijver Don Duyns vatten in Repelsteeltje en de blinde prinses weliswaar keurig het bekende sprookje, maar gebruiken het sprookje vooral ten dienste van een klucht over de Greet Hofmans-affaire.
Greet Hofmans? De gebedsgenezeres die vertrouwelinge werd van Koningin Juliana en meende de vrijwel totale blindheid van haar jongste dochter te kunnen genezen? Inderdaad, die. Maar prinses Marijke is hier niet de jongste maar de enige dochter van Juliana en prins – tegen zijn zin, want waarom geen koning? – Bernhard. En dus troonopvolgster. Maar kan dat wel, een gehandicapte vorstin? Bernhard denkt van niet en verzint een plan om Juliana van de troon te stoten.
Dat klinkt niet alleen bizar, dat is het ook. En juist daardoor werkt het. Niet in de laatste plaats doordat alle verzinsels aangevuld worden met vele historisch wel correcte details, zoals de vele brieven die het koningshuis ontving van mensen die hun eigen oogbal wel wilden opgeven voor de prinses. Of in visuele knipogen, zoals het Playboy-logo op de motor van Bernhard en hoe hij in zijn eerste scène met een gouden straaljager speelt – een verwijzing naar zowel het Lockheed-schandaal waardoor prins Bernhard uiteindelijk het recht om een uniform te dragen verloor én het einde van deze voorstelling.
Details die de kinderen in de zaal en vermoedelijk ook een aanzienlijk deel van de ouders niet herkennen, maar dat is geen enkel probleem. Want ook zonder historische kennis zien zij een koningin met een overspelige en op het goud van Repelsteeltje beluste echtgenoot, een gemene oma, een getroebleerde prinses, een onderdanige lakei en een eenvoudig maar oprecht meisje.
Er wordt uiteraard weer volop en met veel plezier nadrukkelijk op de zaal gespeeld, in de eerste plaats door Wart Kamps die als Repelsteeltje niet louter het pesterige sprookjesfiguur is, maar zelf ook relatieproblemen heeft. Bernhard is natuurlijk bij uitstek geschikt om flink dik aan te zetten en dat doet Patrick Duijtshoff (what’s in a name) dan ook gretig.
Het sterkst zijn ditmaal de vrouwen. Judith van den Berg is misschien voorspelbaar als Karla, maar schittert als prinses Marijke. Joke Tjalsma is overtuigend zweverig als Greet Hofmans en heerlijk vals als Mutti. Als Marijke haar om een mooi sprookje vraagt, antwoordt zij: ‘Natuurlijk kind. Er war einmals ein irritantes kind. Das viel in ein tief gat. Op een scherpe punkt. Tod. Ende.’ Kim van Zeben is de beste koningin Juliana denkbaar en Johanna Hagen schakelt moeiteloos tussen ongekende naïviteit en pure woede in haar rol als Sterre.
De muziek is, hoe kan het ook anders, ditmaal Duits. Variërend van Nena’s 99 luchtballonnen tot Rammstein, van ‘Gute nacht Freunde’ tot Falco’s ‘Rock me Amadeus’ met als hoogtepunt een gevecht tussen Juliana en haar schoonmoeder op Nina Hagens ‘Unbeschreiblich weiblich’. Klassieke onderbroekenlol ontbreekt evenmin, want Juliana moet uiteraard ook gewoon fors plassen. Actualiteit wordt evenmin vergeten, bijvoorbeeld wanneer de varkenshoeder revolutie predikt maar helaas geen tractor heeft en ook niet precies helder heeft wat hij nou eigenlijk wil.
Repelsteelje en de blinde prinses biedt zo vermakelijk maar uiteindelijk liefdevol schoppen tegen het koningshuis en het establishment, toont ‘het volk’ als naïef maar misschien wel wijzer, en uiteindelijk schikt iedereen zich in zijn lot. Deze feelgood voorstelling mist het muzikale en visuele avontuur van Back to Oz, de grootschalige familievoorstelling waarvoor Duyns ook de teksten schreef en die de komende maanden ook door Nederland reist. Maar door het enthousiaste spel blijft Repelsteeltje en de blinde prinses drie uren boeien en schaart zich moeiteloos naast eerdere succesvoorstellingen als De gelaarsde poes (2015) en Woef side story (2012 en 2017).
Foto: Sanne Peper