Op het eerste gezicht zie je niks aan Martijn Kardol. Vlot pratend, makkelijk bewegend, zelfverzekerd. Ja, op een podium. Daarop bepaalt hij de regels en houden wij – in de zaal – onze mond. Maar buiten het theater, waar de regels ook door anderen worden bepaald, vermijdt hij het sociale contact. (meer…)
Fuad Hassen vertelt hoe hij regelmatig uit groepen wordt gepikt. Bijvoorbeeld wanneer hij gevraagd wordt een tv-programma over racisme te beoordelen. Want huidskleur ligt gevoelig tegenwoordig. In Remmende voorsprong draait hij de rollen om. ‘O ja, sorry, blank mag niet meer. Jullie hebben liever wit.’ Hij steekt verontschuldigend zijn handen op. ‘Ik wilde niemand… eh… Nou ja, je weet wel.’
Fuad Hassen is een beheerste, charismatische verhalenverteller, met veel acteertalent. Met gemak speelt hij die omgedraaide rollen, en imiteert hij de reacties die je overal ziet vanwege het groeiende bewustzijn rond huidskleur. Als hij het heeft over zijn vriend Thomas aarzelt hij en noemt hem dan voorzichtig ’tja, bekakt’, terwijl de zaal al gretig ‘wit’ aanvult. Grapjes die we al honderd keer hebben gehoord over ‘dingen die je niet meer mag zeggen’ klinken weer fris in de omgekeerde wereld.
In Remmende voorsprong speelt die bekakte vriend Thomas een belangrijke rol. Thomas is net vader geworden. Dat is even wennen voor Hassen, die hem ineens allerlei papa-dingen ziet doen, zoals luiers verschonen, en lunchpakketjes inpakken. Settelen zit er voor Hassen voorlopig nog niet in. Wel heeft hij Lucy; de digitale vrouw die zijn afspraken onthoudt en zijn bloeddruk in de gaten houdt.
Het is duidelijk dat Hassen veel in huis heeft. Daarom valt op dat er hier en daar nog ruimte is voor groei, met name in de overkoepelende verhaallijn. Zijn voorstelling, geregisseerd door Wimie Wilhelm, hinkt op twee benen: hij opent en sluit met krachtige anekdotes over racisme. Tussendoor voert hij met zijn vrienden discussies over techniek en staat in het decor de enorme geluidsbox van zijn digitale partner. Die wordt uiteindelijk veelbetekenend uitgezet: ‘Leuk, maar het houdt de boel zo op.’ Waarom staat die box daar dan? Is het een metafoor voor iets? Explicieter wordt het niet.
Ook valt op hoe gemakkelijk hij speelt met zijn publiek, dat zich telkens laat verleiden zijn bedachtzame stiltes in te vullen met suggesties. Die gaan soms een beetje met hem aan de haal – in de relatief brede zaal van Diligentia roept iemand aan de rechterkant iets, wat de linkerkant niet heeft verstaan. Hassen moet erom lachen en gaat erop in, terwijl links zit te wachten. Hij doet het heel charmant, maar hij kan de rest van de zaal er meer bij betrekken.
Over het geheel genomen zijn dit echter puntjes op de i. Het is beslist geen straf om een avond bij de aimabele Fuad Hassen in de zaal door te brengen. Zoals ook uit zijn vorige voorstelling bleek, heeft hij echt iets te vertellen, al zou hij daar explicieter in mogen worden. Zijn anekdotes staan in elk geval bol van intelligente omdraaiingen en frisse inzichten, waarmee hij zijn publiek gemakkelijk aan het lachen maakt. Comedy is een middel voor Hassen, en hij blijft alleen maar groeien.
Foto: Jaap Reedijk