De voorstelling Reizigersverhalen van Joshua Aaron belooft ‘een unieke eenheid van muziek en verteltheater’. Helaas wordt die belofte niet ingelost.
De vorm van de voorstelling wordt bepaald door popmuziek, veelal in het Engels gezongen door Joshua Aaron, die daarin wordt ondersteund door muzikanten. Tussen de nummers door vertelt Melanie Leeflang anekdotes die gegrepen schijnen te zijn uit waargebeurde reisverhalen. Op een scherm worden beelden geprojecteerd, maar de samenhang tussen anekdotes, muziek, en beeld, ontbreekt in zijn geheel.
Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk wie Leeflang verbeeldt. Ze spreekt van ‘ik’, ‘we’, en op het laatst van een ‘reispartner’, maar het blijft in het midden of ze Joshuas perspectief verbeeldt – wiens signatuur tenslotte op de voorstelling staat – of dat ze op persoonlijke titel vertelt. In een verhaal wordt ze aangesproken als ‘miss’, maar wie die miss is daar moet het publiek naar raden. De scène waarin de vaag blijvende protagonist na een avond uit wakker wordt in een vreemd bed en met vreemde kleren aan, kan bijvoorbeeld ook heel anders begrepen worden, afhankelijk van of een vrouw of man aan het woord is.
Ook worden de reisanekdotes bijna altijd verteld zonder toelichting van plaats en tijd. Dit zou een stilistische keuze kunnen zijn, maar die werkt alleen als de voorstelling een duidelijk punt zou maken, of een andere urgentie zou hebben behalve het delen van reisavonturen. Omdat dat niet zo lijkt te zijn, wekt het vooral ergernis op.
De muziek die deze anekdotes lardeert ligt dan weer gemakkelijk in het oor, maar de inhoud van de liedteksten lijkt slechts in de verte verband te houden met datgeen Leeflang vertelt. Ook duiken in de teksten een moeder, een vader, en een broertje op die in de vertellingen nergens terugkomen.
Ook op andere vlakken doet de voorstelling helaas in kwaliteit onder. De teksten klinken bij vlagen clichématig, en ontstijgen qua woordkeuze en stijlfiguren niet de massa’s reisblogs die backpackers over de afgelopen decennia volgeschreven hebben. Soms doen ze zelfs denken aan reclames voor toeristische bestemmingen, met ‘miljoenen zandkorreltjes die samen een aanblik van unieke schoonheid vormen’.
Maar wat vooral mist is een boodschap. In tijden van massatoerisme en opkomende vliegschaamte verwacht je meer van een voorstelling over reizen. Wellicht een kritische reflectie op de almaar homogener wordende ‘backpacker trails’ in Zuid-Oost Azië en Zuid-Amerika, een bespiegeling op het privilege van westerse kinderen om zichzelf al rondzwaaiend met selfiesticks en zonder de voorheen benodigde talenkennis te kunnen gaan zoeken in landen die aan zulke en andere vormen van westers consumentisme ten onder gaan?
Niet iedere voorstelling hoeft natuurlijk maatschappijkritisch te zijn, maar Reizigersverhalen roept wel de vraag op wat de verhalen teweeg moeten brengen, behalve de gedachte dat reizen een bijzondere ervaring kan zijn. Een uitzondering hierop is een videofragment uit Havana, maar hiervan wordt niet duidelijk wie de auteur is en hoe het zich verhoudt tot de reisverhalen van de (al dan niet fictieve) verteller.
Kortom: wat ontbreekt zijn consistentie en urgentie. Er wordt summier gerefereerd aan Jack Karouac’s On the road, dat wellicht in zijn associatieve en persoonlijke verteltrant ter inspiratie heeft gediend, maar Karouac had wel degelijk wat te zeggen over de sociale en politieke staat van het land dat hij doorkruiste. Reizigersverhalen lijkt toch vooral een verzameling onsamenhangende reisdagboekfragmenten.
Beste mevrouw Cnossen,
Ik denk dat u in deze recensie het doel van de voorstelling volledig aan u voorbij hebt laten gaan. De voorstelling die ik gezien heb spreekt niet over een sociale of politieke context, eikt niet op selfiestickhypes en massatoerisme en zal ook zeker niet uw blijkbaar diepgekoesterde verlangen naar maatschappijkritiek vullen. In essentie is de voorstelling een diep persoonlijke kennismaking met de situatie van de hoofdpersoon, de reizen niets meer dan een vlucht vanuit een gebroken familie waardoor de uiteindelijke bestemming er niet meer toe doet. De eenheid en consistentie zit hem niet in uw verwachting over hoe men een reis zou moeten beleven, maar in een doelbewuste keuze om de gravitas niet alleen maar te leggen in reisanecdotes en mooie beelden, maar vooral de persoon te tonen die Joshua Aaron door zijn reiservaringen is geworden.
De recensente lijkt zich teveel te focussen op wat de voorstelling naar haar persoonlijke smaak niet was en te weinig op wat het wel was. Zoals de recensente zegt, inderdaad, niet elke voorstelling hoeft maatschappijkritisch te zijn of een urgente boodschap uit te dragen. Ik lees dan liever feedback op wat een voorstelling wel is dan wat het niet is.
Met Gerben eens. Dit was een heerlijke voorstelling.