De familievoorstelling De regels van Floor staat bol van de stereotypes en middelmatige humor. Spijtig, want de gelijknamige boekenreeks en televisieserie zijn ontzettend scherp en behoorlijk hilarisch. Gelukkig geeft Kees, Floors grofgebekte puberbroer (hij fokt en kut erop los) enigszins schwung aan de vijfenzeventig minuten durende rit. (meer…)
Gewoon práten, dat is wat Silvester Zwaneveld wil. En daar blijft het niet bij. Hij wil de mensen wakker schudden, laten zien dat we door alle regels ‘de basis zijn verloren’. Wat volgt is een show vol verontwaardiging.
Een zorgvuldig opgebouwd systeem moet voorkomen dat er menselijke fouten worden gemaakt, en anders komen overheidsinstanties desnoods met een protocol op de proppen. We consumeren er op los, terwijl risico’s worden vermeden: zelfs kant-en-klaarmaaltijden worden van een bereidingswijzer voorzien. En dat is nog niet alles. Zwaneveld geeft een aaneenschakeling van voorbeelden waaruit blijkt dat de vooruitgang een farce lijkt. Een puike ambitie, maar het programma komt wat langzaam op gang. Het hoogtepunt (en tevens de redding) komt aan het einde.
In zijn zevende avondvullende solovoorstelling gebruikt Zwaneveld ook nu weer beeld, door op een groot scherm een abstract portret te tekenen. Het is een fraaie aanvulling op zijn betoog over de zogenaamde evolutie, waar volgens hem weinig van klopt. Het zit hem zelfs zó dwars dat hij zich ter voorbereiding op zijn nieuwe voorstelling en om aan de hectiek van de hedendaagse wereld te ontsnappen heeft teruggetrokken in een buitenhuisje. Helaas wordt hij hier telkens afgeleid door het nieuws op zijn laptop, of de vele reclames waar hij aan blootgesteld wordt. Het ongenoegen is groot bij Zwaneveld, maar gelukkig weet hij het treffend te verwoorden.
De ironische en cryptische slogans van shampoo en wasmiddel passeren de revue, evenals het invoeren van een bijzondere vorm van bevolkingspolitiek. Ook het bank- en verzekeringswezen moet het ontgelden. De thema’s zijn weliswaar geëngageerd, maar niet bijster origineel. Ook worden de grappen herhaaldelijk uitgelegd, juist daar waar de verbeelding en inspanning van het publiek nodig zijn. De verontwaardiging zal zeer oprecht zijn, maar esthetisch blijft het vrij kaal.
Hadden Youp van ’t Hek en Theo Maassen (dezelfde intonatie) dit programma ook kunnen spelen? Waarschijnlijk wel. Dat maakt de meerwaarde ervan niet groter. Opgetekend moet worden dat het niet op de lach is gemaakt, maar dat de inhoud voorop staat. Die intentie siert hem; Zwaneveld is geen cabaretier die zijn boodschap omzichtig probeert te verhullen. Verwacht dan ook geen vette lach, maar een intelligent opgebouwde show met enkele aha-erlebnissen.
Toch overheerst het gevoel dat Zwaneveld meer kan dan wat hij vanavond heeft laten zien. De grappen mogen een tikkeltje abstracter, de rode draad wat origineler. Maar, de kille theaterzaal kan ook van invloed zijn geweest: in een intiemere zaal komt zijn wens om écht te kunnen praten wellicht beter tot zijn recht. Dat zal beter passen bij de sympathieke Zwaneveld, zodat het praten er ook daadwerkelijk van komt en zijn boodschap beter beklijft. Zoals op het einde, als hij in een mail de bank van repliek dient door zo’n beetje alle grappen van de show samen te vatten en daarmee de hedendaagse realiteit in een hilarisch daglicht zet.
Foto: Jaap Reedijk